ECLI:NL:OGEAA:2016:854
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bekrachtiging voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad van minderjarigen
Op 29 november 2016 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in de zaak E.J. nr. 2429 van 2016, waarin het Openbaar Ministerie verzocht om bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing van vier minderjarigen aan de Voogdijraad. De minderjarigen, geboren in 2006, 2009, 2011 en 2015, zijn niet erkend door hun ouders, met uitzondering van de jongste, die door de vader is erkend. De moeder oefent het ouderlijk gezag alleen uit. Op 20 september 2016 heeft het Openbaar Ministerie de minderjarigen aan het gezag van de moeder onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd. De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 22 november 2016, waar de officier van justitie en vertegenwoordigers van de Voogdijraad aanwezig waren.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de moeder hulp heeft aanvaard en positief heeft getest op drugstesten. De Voogdijraad had een verzoek tot voorlopige ondertoezichtstelling ingediend, maar het gerecht oordeelde dat er geen gronden waren voor de voorlopige toevertrouwing. De bekrachtiging was tijdig gevorderd, maar het gerecht besloot de vordering tot bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing af te wijzen en de teruggave van de minderjarigen aan de moeder te gelasten. Tevens werd toestemming verleend aan de ouders om kosteloos te procederen. De beschikking werd gegeven door rechter mr. J. Sap, in tegenwoordigheid van de griffier.