Uitspraak
2.DE VERDERE BEOORDELING
dat Gedaagde van rechtswege in verzuim is geraakt omdat zij zich niet aan de verbintenis heeft gehouden”. Zonder nadere uitleg, die ontbreekt, is die stelling immers vaag en onbegrijpelijk.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een geschil tussen ING Bank N.V. en een gedaagde wonende in Aruba. De zaak betreft een studentenkredietovereenkomst waarbij ING Bank vorderingen heeft ingesteld tegen de gedaagde. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 1 juni 2016, waarin het Gerecht de partijen heeft geïnformeerd over de verdere procedure. ING Bank is in de gelegenheid gesteld om haar vorderingen nader te onderbouwen, maar heeft naar het oordeel van het Gerecht niet voldaan aan de verzwaarde stelplicht die op haar rustte. Het Gerecht oordeelt dat ING onvoldoende bewijs heeft geleverd van de door gedaagde verrichte aflossingen en dat zij niet in staat is geweest om de benodigde bankafschriften te overleggen. Hierdoor is de gedaagde van rechtswege in verzuim geraakt, omdat zij zich niet aan de verbintenis heeft gehouden. Het Gerecht heeft de vorderingen van ING afgewezen, omdat deze onvoldoende waren onderbouwd. ING wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. De beslissing is genomen op 30 november 2016 en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.