ECLI:NL:OGEAA:2016:847
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na echtscheiding
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, betreft het de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen een man en een vrouw die op 10 mei 1995 in Aruba onder huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd. De echtscheiding tussen partijen werd uitgesproken op 18 juni 2012, maar de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap heeft tot op heden nog niet plaatsgevonden. De man vordert dat het gerecht de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap beveelt op de door hem voorgestelde wijze, terwijl de vrouw zich niet verzet tegen de verdeling, maar wel tegen de wijze waarop de man deze voorstelt.
Tijdens de comparitie van partijen op 8 november 2016 zijn partijen tot overeenstemming gekomen over de wijze van verdeling. Het gerecht heeft de verdeling vastgesteld op basis van de huwelijkse voorwaarden en de goederen die tijdens het huwelijk zijn opgebouwd. De voormalige echtelijke woning wordt aan de vrouw toebedeeld, terwijl de man een perceel eigendomsgrond krijgt. Daarnaast zijn er diverse roerende zaken verdeeld tussen de partijen. De man heeft recht op een aantal voertuigen en andere persoonlijke bezittingen, terwijl de vrouw de complete inboedel en enkele voertuigen ontvangt.
Verder is er een regeling getroffen met betrekking tot de pensioenrechten en belastingteruggaven. De vrouw dient een bedrag van Afl. 113.149,94 aan de man te vergoeden wegens overbedeling, en de proceskosten worden gecompenseerd. Het vonnis is uitgesproken op 30 november 2016 door rechter M. Schoemaker en is uitvoerbaar bij voorraad.