In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 9 februari 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontheffing van het ouderlijk gezag over twee minderjarigen, A en B, geboren in Nederland in 2000 en 2001. De ouders, X en Y, zijn gescheiden en hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag over de kinderen. De Voogdijraad heeft verzocht om ontheffing van het ouderlijk gezag, waarbij Fundacion Guia Mi als voogd is voorgesteld. De procedure omvatte een verzoekschrift ingediend op 28 september 2015, een minderjarigenverhoor op 7 december 2015 en een mondelinge behandeling op 8 december 2015. De vader, Y, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend.
De feiten tonen aan dat de moeder, X, niet in staat is om de basale zorg voor de kinderen te bieden. Er zijn eerdere ondertoezichtstellingen geweest, maar deze hebben niet geleid tot verbetering. De moeder heeft geen eigen woning of inkomen en is afhankelijk van anderen. De vader woont in Nederland en heeft bewust geen contact met de kinderen. Het rapport van Fundacion Guia Mi concludeert dat de ouders ongeschikt zijn om voor de kinderen te zorgen en adviseert om hen te ontheffen uit het ouderlijk gezag.
Het gerecht oordeelt dat de ouders ongeschikt zijn en dat de ontheffing in het belang van de minderjarigen is. De Fundacion Guia Mi wordt benoemd tot voogdij over de kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.