ECLI:NL:OGEAA:2016:837

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 november 2016
Publicatiedatum
3 januari 2017
Zaaknummer
E.J. 784 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot handhaving van non-concurrentiebeding in arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Eco Destination Management Services of Aruba N.V. (hierna: Eco) een verzoek ingediend tegen [verweerster] met betrekking tot de handhaving van een non-concurrentiebeding. Eco, een Destination Management Service bedrijf, heeft [verweerster] in dienst gehad als operations manager. Na haar vertrek bij Eco is [verweerster] in dienst getreden bij Palm Tours N.V., een concurrent van Eco. Eco heeft aanspraak gemaakt op de naleving van de geheimhoudingsclausule, het non-concurrentiebeding en het relatiebeding uit de arbeidsovereenkomst van 16 december 2014. De procedure omvatte een verzoekschrift, een verweerschrift en aantekeningen van de zitting op 31 oktober 2016.

Het gerecht heeft vastgesteld dat Eco eerder geen bezwaar heeft gemaakt tegen de wisselende dienstbetrekkingen van [verweerster] tussen Eco en Palm Tours. Bovendien heeft Eco in 2011 [verweerster] in dienst genomen zonder schriftelijke arbeidsovereenkomst, wat de geldigheid van de bedingen in de arbeidsovereenkomst van 2014 in twijfel trekt. Het gerecht oordeelt dat Eco niet voldoende heeft aangetoond dat [verweerster] vertrouwelijke informatie heeft gedeeld of dat haar huidige functie haar in contact brengt met klanten van Eco.

De rechter heeft het verzoek van Eco afgewezen en Eco veroordeeld in de proceskosten van [verweerster]. De uitspraak is gedaan door mr. W.J. Noordhuizen op 22 november 2016.

Uitspraak

Beschikking van 22 november 2016
Behorend bij E.J. 784 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ECO DESTINATION MANAGEMENT SERVICES OF ARUBA N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Eco,
gemachtigde: de advocaat mr. C.B.A. Coffie,
tegen:
[verweerster],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [verweerster],
gemachtigde: de advocaat mr. A.J. Swaen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van Eco;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van [verweerster];
- de behandeling ter zitting van 31 oktober 2016 en de daarvan gemaakte aantekeningen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Eco is een zogenaamd ‘Destination Management Service bedrijf’ (DMS-bedrijf) dat zich bezig houdt met het verlenen van diensten aan klanten in de toeristische sector. Zij richt zich onder meer op (Amerikaanse) bedrijven of beroeps- of vakverenigingen die in Aruba activiteiten (bijvoorbeeld congressen/seminars) organiseren voor hun werknemers.
2.2
De Palm Tours N.V., hierna: Palm Tours, is een concurrent van Eco.
2.3
[verweerster] is in dienst geweest van Eco als “operations manager”. Het door partijen op 16 december 2014 ondertekende arbeidscontract bevat in artikel 9 een geheimhoudingsclausule (“confidentiality clause”), in artikel 10 een non-concurrentiebeding (‘’non-competition”) en in artikel 11 een relatiebeding (“non sollicitation”).
2.4
[verweerster] is per 14 september 2015 in dienst getreden van Palm Tours als administratief medewerkster (“administrative support”). Zij heeft tegen 3 oktober 2015 de arbeidsovereenkomst met Eco opgezegd.
2.5
[verweerster] is vaker wisselend bij Eco en Palm Tours in dienst geweest. Van 15 december 2001 tot en met 31 juli 2007 werkte zij bij Palm Tours. Van 1 augustus 2007 tot en met juli 2009 werkte zij bij Eco. Van 6 augustus 2009 tot en met 11 januari 2011 werkte zij weer bij Palm Tours en van 17 januari 2011 tot en met 3 oktober 2015 bij Eco. En nu dus weer bij Palm Tours. Een en ander in wisselende functies.
2.6
Toen [verweerster] in januari 2011 in dienst van Eco trad heeft zij geen schriftelijke arbeidsovereenkomst getekend. Door Eco is geen oudere schriftelijke overeenkomst met een geheimhoudingsbeding, een relatiebeding en/of een non-concurrentiebeding overgelegd. In de door partijen ondertekende overeenkomst van 16 december 2014 staat onder meer:
This contract is to be renewed and signed by order of our legal advisors every year. This will take place each year 30 days prior to December 15th.
2.7
Bij brief van 17 december 2015 heeft Eco aanspraak gemaakt op nakoming van het geheimhoudings-, non-concurrentie- en relatiebeding.

2.8.3. DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eco verzoekt – uitvoerbaar bij voorraad –veroordeling van [verweerster] tot betaling van Afl. 1.000, per dag vanaf 3 oktober, dan wel 17 december 2015 tot de einddatum van het non-concurrentiebeding of staking van de overtreding daarvan, te vermeerderen met de wettelijke rente; te verklaren voor recht dat [verweerster] de met Eco overeengekomen artikelen 9, 10 en 11 heeft overtreden en gehouden is de daardoor door Eco geleden schade te vergoeden, met veroordeling van [verweerster] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Eco grondt het verzoek erop dat [verweerster] toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst.
3.3
[verweerster] voert hiertegen verweer, met verzoek tot veroordeling van Eco in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht stelt vast dat het kennelijk tot voor kort geen probleem was dat [verweerster] meermaals tussen Eco en Palm Tours van dienstbetrekking wisselde. Eco vond het kennelijk geen probleem dat [verweerster] meermaals een tijd in dienst van de concurrent was. Evenmin had zij er kennelijk een probleem mee dat zij een werknemer van de concurrent in dienst nam.
4.2
Ook in 2011 was het voor Eco kennelijk geen probleem om [verweerster] in dienst te nemen zonder schriftelijk een of meer van de nu in geschil zijnde bedingen overeen te komen.
4.3
Jegens [verweerster] heeft Eco ten onrechte gesuggereerd dat het noodzakelijk was de arbeidsovereenkomst schriftelijk vast te leggen. Daarbij heeft Eco niet geschroomd om het te doen voorkomen, dat haar juridisch adviseur haar had opgedragen om elk jaar de schriftelijke arbeidsovereenkomst te vernieuwen. Zo’n verplichting vloeit echter niet uit de wet of de rechtspraak voort. Eco heeft dat laatste kennelijk niet aan [verweerster] voorgehouden. Niet gebleken is verder dat Eco, als goed werkgever, [verweerster] ervan in kennis heeft gesteld dat zij niet alleen niet gehouden was om de schriftelijke arbeidsovereenkomst te tekenen maar dat [verweerster] daarmee ook meer verplichtingen op zich nam, te weten gebondenheid aan de hierboven bedoelde bedingen, dan waartoe zij op grond van de mondelinge arbeidsovereenkomst contractueel gehouden was. En dat zonder dat daar kenbaar voor [verweerster] iets tegenover stond. [verweerster] kreeg immers niet meer loon of een andere functie dan die zij vóór 16 december 2014 uitoefende.
4.4
Het gerecht acht de gedragingen van Eco zo zeer in strijd met hetgeen van een goed werkgever onder de omstandigheden van het geval verlangd mag worden dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Eco [verweerster] aan de in het geschil zijnde bedingen, die zeer ruim geformuleerd zijn, houdt.
4.5
Ten overvloede overweegt het gerecht nog dat niet overtuigend gebleken is dat [verweerster] nu een functie heeft die haar in contact met (bestaande of voormalige) klanten van Eco brengt. Niet voldoende gemotiveerd bestreden is dat [verweerster], in verband met haar gezondheid, alleen een administratieve functie heeft omdat zij de stress van “operations” niet meer aankan. Niet voldoende gemotiveerd gesteld is verder dat zij relevante vertrouwelijke informatie van Eco heeft geopenbaard. Daarbij is mede van belang dat [verweerster] eerder tussen Eco en Palm Tours van dienstbetrekking is gewisseld en zij toen niet contractueel aan de in geschil zijnde bedingen was gehouden. Ten slotte is relevant dat ter zitting, behoudens de raadsman, zijdens Eco geen vertegenwoordiger aanwezig was aan wie in dit verband vragen konden worden gesteld.
4.6
De vordering zal daarom worden afgewezen. Als de in het ongelijk te stellen partij zal Eco de proceskosten van [verweerster] moeten vergoeden. Het gerecht zal het gemachtigdensalaris begroten overeenkomstig de niet bestreden becijfering van de hoogte van de vordering.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
wijst het verzoek af;
veroordeelt Eco in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [verweerster] worden begroot op Afl. 6.000, aan salaris van de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 22 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.