ECLI:NL:OGEAA:2016:836

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 november 2016
Publicatiedatum
3 januari 2017
Zaaknummer
E.J. 277 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging kinderalimentatie na echtscheiding met betrekking tot de minderjarige dochter

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie door de vader van een minderjarige dochter. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.A. Wix, verzoekt de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun dochter te verlagen van Afl. 2.500,- naar Afl. 1.000,- per maand, met terugwerkende kracht vanaf januari 2011. De vader stelt dat hij niet in staat is om meer te betalen en dat er een nieuwe afspraak tussen partijen is gemaakt die afwijkt van de eerdere beschikking van 27 januari 2011, waarin het hogere bedrag was vastgesteld.

De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.S. Gravenstijn, verzet zich tegen dit verzoek. Tijdens de zittingen, die plaatsvonden op 24 mei, 14 juni, 20 september en 11 oktober 2016, zijn de standpunten van beide partijen besproken. De rechter heeft vastgesteld dat de vader sinds januari 2011 slechts Afl. 1.000,- per maand heeft betaald en dat er onvoldoende bewijs is dat de behoefte van de minderjarige dochter hoger is dan dit bedrag.

De rechter oordeelt dat de omstandigheden zijn gewijzigd en dat de behoefte van de minderjarige zich heeft aangepast aan het lagere bedrag. De rechter beslist daarom om het verzoek van de vader toe te wijzen en de kinderalimentatie vast te stellen op Afl. 1.000,- per maand, met ingang van 1 januari 2011. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitgesproken op 22 november 2016 door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht.

Uitspraak

Beschikking van 22 november 2016
Behorend bij E.J. 277 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[de vader],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [de vader],
gemachtigde: de advocaat mr. R.A. Wix,
tegen:
[de moeder],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [de moeder],
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de overgelegde aantekeningen van [de vader];
- de overgelegde aantekeningen van [de moeder];
- de behandeling ter zitting van 24 mei, 14 juni, 20 september en 11 oktober 2016 en de daarvan gemaakte aantekeningen ven de griffier.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen zijn ex-echtelieden.
2.2
Bij beschikking van 27 januari 2011 heeft het gerecht overwogen:
“3.3. Partijen zijn met elkaar overeengekomen dat de man met 2.500,= per maand zal bijdragen in de kosten van verzorging en opvoering van hun dochter. Het gerecht zal dienovereenkomstig beslissen.”
2.3
[De vader] heeft slechts Afl. 1.000, per maand betaald.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
[De vader] verzoekt de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige dochter van partijen per ingang van januari 2011 te wijzigen naar Afl. 1.000, per maand.
3.2
[De vader] grondt het verzoek erop dat partijen in afwijking van de beschikking een andere afspraak hebben gemaakt en hij overigens niet genoeg draagkracht heeft om meer dan Afl. 1.000, te betalen.
3.3
[De moeder] voert hiertegen verweer.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht is van oordeel dat de omstandigheid dat in de aan de beschikking van januari 2011 ten grondslag liggende afspraak staat dat partijen de overeenkomst niet zullen ontbinden/vernietigen (dissolution), niet betekent dat een partij zich niet op wijziging van omstandigheden kan beroepen als bedoeld in artikel 1:401 Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW).
4.2
Tussen partijen staat vast dat [de vader] onmiddellijk of kort na januari 2011 per maand Afl. 1.000, is gaan betalen in plaats van Afl. 2.500,. Niet voldoende gemotiveerd gesteld of gebleken is dat de behoefte van de minderjarige op een andere manier tot een bedrag van Afl. 2.500, per maand werd aangevuld. De niet nader toegelichte stelling dat de huidige partner van [de moeder] bijdraagt is daartoe onvoldoende. Het komt er onder die omstandigheden op neer dat de minderjarige kennelijk al geruime tijd aan Afl. 1.000, per maand voldoende heeft om in de behoefte, althans de door [de vader] daarin te betalen bijdrage, te voorzien.
4.3
Het verzoek komt daarom voor toewijzing in aanmerking nu de behoefte van de minderjarige zich kennelijk heeft aangepast aan het lagere bedrag dan wel omdat van aanvang af de rechterlijke uitspraak niet aan de wettelijke maatstaven heeft voldaan omdat uitgegaan is van een te hoog vastgestelde behoefte.
4.4
De proceskosten zullen worden gecompenseerd omdat partijen ex-echtelieden zijn.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
bepaalt de bijdrage in de kosten van levensonderhoud en opvoeding van de minderjarige [de minderjarige], geboren op [datum] 2004 in Aruba, met ingang van 1 januari 2011 op Afl. 1.000, per maand;
bepaalt dat hetgeen [de vader] daadwerkelijk betaald heeft boven dat bedrag kennelijk heeft voorzien in een behoefte en niet teruggevorderd kan worden;
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 22 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.