ECLI:NL:OGEAA:2016:832

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 november 2016
Publicatiedatum
2 januari 2017
Zaaknummer
E.J. 1235 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schadevergoeding na kennelijk onredelijk ontslag en aansprakelijkheid voor blessure tijdens voetbalwedstrijd

In deze zaak verzoekt [verzoeker], die in dienst was bij Aruba Beachfront Resorts N.V. (Hyatt), om schadevergoeding na zijn ontslag. [Verzoeker] was sinds 10 januari 2000 in dienst en raakte op 16 april 2013 geblesseerd tijdens een voetbalwedstrijd, waarvoor hij vrij had gekregen van zijn werkgever. Na een periode van arbeidsongeschiktheid, heeft Hyatt op 15 februari 2016 de arbeidsovereenkomst opgezegd, met als motivatie dat [verzoeker] niet binnen drie maanden arbeidsgeschikt zou zijn. [Verzoeker] verzoekt de rechter om hem toe te staan kosteloos te procederen en om Hyatt te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van Afl. 252.646,40, vermeerderd met wettelijke rente.

De rechter overweegt dat de beëindiging van de dienstbetrekking door de werkgever kennelijk onredelijk kan zijn indien deze zonder opgave van redenen of onder opgave van een valse reden plaatsvindt. In dit geval heeft Hyatt de arbeidsovereenkomst opgezegd na twee jaar volledige arbeidsongeschiktheid en heeft zij de cessantia-uitkering aan [verzoeker] voldaan. De rechter concludeert dat Hyatt zich aan haar verplichtingen heeft gehouden en dat het enkele feit dat er geen andere voorzieningen zijn getroffen, het ontslag niet kennelijk onredelijk maakt.

Daarnaast stelt [verzoeker] dat Hyatt in strijd met het beginsel van goed werkgeverschap heeft gehandeld door hem niet te rehabiliteren of passend werk aan te bieden. De rechter wijst erop dat de deelname aan de voetbalwedstrijd vrijwillig was en dat Hyatt niet aansprakelijk is voor de schade die [verzoeker] heeft geleden. De vordering van [verzoeker] wordt afgewezen en hij wordt veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

Beschikking van 22 november 2016
Behorend bij E.J. 1235 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te Aruba,
verzoeker, hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. David G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
Aruba Beachfront Resorts N.V.,
h.o.d.n. Hyatt Regency Aruba Resort Spa & Casino N.V
verweerster, gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: Hyatt,
gemachtigde: de advocaat mr. A.E. Barrios.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift;
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 20 oktober 2015.
1.2
De zaak is naar de rol van heden verwezen voor beschikking.

2.DE FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN

2.1
[Verzoeker] is op 10 januari 2000 in dienst getreden bij Hyatt en werkte laatstelijk als waiter tegen een bruto maandloon van ongeveer Afl. 4.000,00 bruto.
2.2
[Verzoeker] maakte deel uit van een voetbalteam bestaande uit werknemers van Hyatt, dat regelmatig voetbalde met andere teams van andere hotels.
2.3
Op 16 april 2013 heeft [verzoeker] vrij gekregen om deel te nemen aan een voetbalwedstrijd. Tijdens deze wedstrijd is [verzoeker] geblesseerd geraakt aan zijn enkel. [verzoeker] is hieraan geopereerd en er ontstonden complicaties.
2.4
In de periode 16 april 2013 tot 15 april 2015 wordt [verzoeker] door SVB onafgebroken arbeidsongeschikt geacht.
2.5
Op 4 november 2015 heeft Medwork [verzoeker] onderzocht op geschiktheid voor zijn eigen cq passend werk. Medwork acht [verzoeker] ongeschikt voor zijn eigen functie en geschikt voor passend werk, zoals parkeerwachter, portier, lotenverkoper, snacksverkoper en uitdeler van flyers.
2.6
Hyatt heeft op 6 november 2015 ontslagvergunning aangevraagd, welke op 15 februari 2016 is verleend met als motivatie dat [verzoeker] naar verwachting niet binnen drie maanden arbeidsgeschikt zal zijn voor zijn eigen werk en passend werk niet voorhanden is.
2.6
Hyatt heeft de arbeidsovereenkomst op 15 februari 2016 opgezegd tegen 30 juni 2016 en de cessantia-uitkering aan [verzoeker] voldaan.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1
[Verzoeker] verzoekt bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, hem toe te staan om kosteloos te procederen en Hyatt te veroordelen te betalen een schadevergoeding van Afl. 252.646,40, te vermeerderen met de wettelijke rente ingaande 1 juli 2016 met veroordeling van Hyatt in de kosten van de procedure.
3.2
Aan dit verzoek legt [verzoeker] - samengevat - het volgende te grondslag.
Het ontslag is kennelijk onredelijk omdat Hyatt uitsluitend de cessantia heeft uitbetaald en geen andere voorzieningen heeft getroffen. Voor zo ver het ontslag niet kennelijk onredelijk is, heeft Hyatt niet gehandeld als goed werkgever door [verzoeker] niet te rehabiliteren cq hem geen passend werk aan te bieden.
3.3
Hyatt voert gemotiveerd verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Indien een der partijen de dienstbetrekking al of niet met inachtneming van de voor de beëindiging geldende bepalingen kennelijk onredelijk doet eindigen, kan de rechter ingevolge artikel 7A:1615s BW aan de wederpartij naar billijkheid een schadevergoeding toekennen. Beëindiging van de dienstbetrekking door de werkgever zal onder andere kennelijk onredelijk geacht kunnen worden wanneer deze geschiedt zonder opgave van redenen of onder opgave van een valse reden en wanneer, mede in aanmerking genomen de voor de werknemer getroffen voorzieningen en de voor hem bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen van de beëindiging voor hem te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij die beëindiging.
Ter beantwoording van de vraag of het ontslag op de voet van art. 7A:1615s BW kennelijk onredelijk is, dienen alle omstandigheden ten tijde van het ontslag in aanmerking te worden genomen. De enkele omstandigheid dat de werknemer zonder toekenning van een vergoeding is ontslagen, levert in het algemeen geen grond op voor een vordering als bedoeld in art. 7A:1615 lid 1BW. In een dergelijk geval moet voor het aannemen van kennelijke onredelijkheid sprake zijn van bijzondere omstandigheden die meebrengen dat de nadelige gevolgen van de beëindiging geheel of ten dele voor rekening van de werkgever dienen te komen.
4.2
In casu heeft Hyatt na twee jaar volledige arbeidsongeschiktheid, na verkregen ontslagvergunning en met in achtneming van de opzegtermijn het dienstverband opgezegd. Tevens heeft Hyatt [verzoeker] de cessantia uitkering uitbetaald. Aldus heeft Hyatt zich gehouden aan haar verplichtingen als werkgever jegens [verzoeker]. Het enkele feit dat er geen andere voorziening is getroffen maakt het ontslag nog niet kennelijk onredelijk. Nu [verzoeker] geen bijzondere feiten en/of omstandigheden heeft gesteld die leiden tot een ander oordeel, wordt zijn vordering, gebaseerd op kennelijk onredelijk ontslag, afgewezen.
4.3
[Verzoeker] stelt voorts dat Hyatt in strijd met het beginsel van goed werkgeverschap heeft gehandeld. Hij verwijst hiervoor naar het arrest van de Hoge Raad d.d. 17 april 2009, ECLI:NL;HR:2009:BH1996. Deze stelling wordt verworpen.
In casu heeft [verzoeker] deelgenomen aan buiten Hyatt om georganiseerde vriendschappelijke voetbalwedstrijden tussen teams van de verschillende hotels. Deze deelname was geheel vrijwillig. Hyatt heeft de deelname door [verzoeker] slechts gefaciliteerd door hem in voorkomende gevallen vrij te geven. Deelname aan voetbalwedstrijden is in het algemeen niet zonder risico. Nu de voetbalwedstrijden niet werk gerelateerd waren, vindt het afwentelen van de door [verzoeker] geleden schade als gevolg van de tijdens het voetballen opgelopen blessure geen steun in de wet, noch in de jurisprudentie. Om deze reden is Hyatt niet aansprakelijk voor de schade van [verzoeker].
4.4
Tot slot verwijt [verzoeker] Hyatt dat zij in strijd met het beginsel van goed werkgeverschap heeft gehandeld door hem niet te rehabiliteren cq passend werk aan te bieden. Uit de door Medwork verrichte arbeidsongeschiktheidsbeoordeling volgt dat [verzoeker] geschikt wordt geacht voor enkele functies die ook bij Hyatt voorkomen, zoals parkeerwachter en portier, mits hij regelmatig kan zitten. Hyatt heeft op dit punt onweersproken gesteld dat van deze werknemers wordt verwacht dat zij passagiers helpen met hun bagage en dat zij regelmatig trappen moeten lopen. Nu [verzoeker] beperkt is qua lopen zijn deze functies niet geschikt voor hem en treft Hyatt in dit opzicht evenmin een verwijt.
4.5
Uit het voorgaande volgt dat de vordering van [verzoeker] wordt afgewezen.
4.6
[Verzoeker] wordt nu hij in het ongelijk is gesteld in de kosten van de procedure veroordeeld.

5.DE BESLISSING

De rechter
5.1
verleent [verzoeker] gratis admissie;
5.2
wijst de vorderingen af;
5.3
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van de procedure, aan de zijde van Hyatt begroot op Afl. 1.800,00 voor salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter, en uitgesproken ter zitting van 22 november 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.