ECLI:NL:OGEAA:2016:829

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 november 2016
Publicatiedatum
2 januari 2017
Zaaknummer
LAR nr. 1868 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen fictieve afwijzing van vergunning tot tijdelijk verblijf

In deze zaak heeft appellante op 22 maart 2016 bezwaar gemaakt tegen een beschikking van de Minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu, waarin haar aanvraag voor een vergunning tot tijdelijk verblijf op 9 februari 2016 was afgewezen. Aangezien de minister niet binnen de gestelde termijn een beslissing op het bezwaar had genomen, heeft appellante op 4 augustus 2016 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. De minister is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend.

Het gerecht heeft vastgesteld dat appellante tijdig in beroep is gekomen en dat er geen reële beslissing op het bezwaar is genomen. Op basis van artikel 32, onder e, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen. De rechter heeft geoordeeld dat de afwijzende beschikking niet in stand kan blijven, omdat er geen verweer is gevoerd door de minister.

De uitspraak van het gerecht verklaart het beroep gegrond, vernietigt de bestreden beschikking en verplicht de minister om binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellante. Daarnaast is de minister veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris, en dient het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar te worden terugbetaald. Deze beslissing is gegeven door rechter N.K. Engelbrecht en is uitgesproken op 21 november 2016.

Uitspraak

Uitspraak van 21 november 2016
LAR nr. 1868 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellante],
wonende in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde: de advocaat mr. L.J. Pieters,
gericht tegen:
de Minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER,
niet verschenen.

1.PROCESVERLOOP

Appellante heeft op 22 maart 2016 bezwaar gemaakt tegen de beschikking van 9 februari 2016 van verweerder, waarbij haar aanvraag om een vergunning tot tijdelijk verblijf, is afgewezen.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellante op 4 augustus 2016 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellante tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, onder e, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien het bestuursorgaan binnen de gestelde termijn geen verweerschrift heeft ingediend. De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen en de omstandigheid dat geen verweer door verweerder is gevoerd, maken dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking kennelijk niet in stand kan blijven.
2.3
Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.4
Het gerecht ziet aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beslissing op het bezwaar van appellante;
- bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellante;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellante voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-;
- gelast dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar wordt terugbetaald.
Deze beslissing werd gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 21 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 53a LAR).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het beroep is gedagtekend. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening bij de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 53b LAR).