ECLI:NL:OGEAA:2016:824

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 november 2016
Publicatiedatum
2 januari 2017
Zaaknummer
LAR nr. 362 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen fictieve afwijzende beschikking op bezwaar inzake vergunning voor koffiehuis en restaurant

In deze zaak heeft appellante, wonende in Aruba, op 20 oktober 2015 bezwaar gemaakt tegen een afwijzende beschikking van de minister van Volksgezondheid, gedateerd 9 september 2015. Dit bezwaar betrof een verzoek om afgifte van een koffiehuis- en restaurantvergunning B, inclusief de benodigde toestemmingen voor een perceel in San Nicolas. Aangezien er geen beslissing op het bezwaar was genomen, heeft appellante op 23 februari 2016 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.

Het gerecht heeft vastgesteld dat appellante tijdig in beroep is gekomen en dat de beslissing waartegen het beroep was gericht, kennelijk niet in stand kon blijven. De rechter heeft geoordeeld dat er geen reële beslissing op het bezwaar was genomen en dat er geen verweer door de minister was gevoerd. Hierdoor werd het beroep gegrond verklaard en werd de minister opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellante.

Daarnaast heeft het gerecht geoordeeld dat appellante noodzakelijke kosten heeft gemaakt voor rechtskundige bijstand, en de minister werd veroordeeld tot betaling van deze kosten, begroot op Afl. 500. Ook werd bepaald dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25 aan haar moest worden terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door rechter W.J. Noordhuizen op 21 november 2016, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof.

Uitspraak

Uitspraak van 21 november 2016
LAR nr. 362 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellante],
wonende in Aruba,
APPELLANTE,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
gericht tegen:
de minister van Volksgezondheid,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Appellante heeft op 20 oktober 2015 bezwaar gemaakt tegen de afwijzende beschikking van 9 september 2015 van verweerder op het verzoek van appellante om afgifte van een koffiehuis- en restaurantvergunning B met de daarbij behorende toestemmingen in het perceel te X, San Nicolas.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellante op 23 februari 2016 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Uitspraak is nader bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellante tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, onder c, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven. De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen en de omstandigheid dat geen verweer door verweerder is gevoerd, maken dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.3
Nu appellante met recht in beroep is gekomen en zich bij gemachtigde heeft laten vertegenwoordigen, is aannemelijk geworden dat appellante hiertoe noodzakelijke kosten heeft gemaakt. Verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 500,-- aan gemachtigdensalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van appellante;
- bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellante;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellante voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-;
- gelast dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar wordt terugbetaald.
Deze beslissing werd gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 21 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 53a LAR).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het beroep is gedagtekend. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening bij de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 53b LAR).