ECLI:NL:OGEAA:2016:820

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 november 2016
Publicatiedatum
22 december 2016
Zaaknummer
E.J. no. 1009 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake arbeidsconflict tussen werknemer en werkgever met betrekking tot ontslag op staande voet en loonvordering

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 november 2016 uitspraak gedaan in een arbeidsconflict tussen verzoekster [X] en verweerster Axross Building N.V. [X] verzocht om verlof tot kosteloos procederen en om Axross te veroordelen tot betaling van achterstallig loon vanaf 31 augustus 2015, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. Axross heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van [X].

Tijdens de mondelinge behandeling op 6 september 2016 heeft [X] haar standpunt toegelicht, waarbij zij stelde dat het ontslag op staande voet door Axross onterecht was. Axross had [X] per 20 augustus 2015 geschorst en op 31 augustus 2015 ontslagen, met als reden diefstal of verduistering. [X] heeft de nietigheid van het ontslag ingeroepen en stelde dat zij altijd melding had gemaakt van de genuttigde producten.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat er geen gronden zijn voor niet-ontvankelijkheid van [X] en heeft haar verlof tot kosteloos procederen verleend. Het Gerecht oordeelde dat het ontslag op staande voet niet gerechtvaardigd was, omdat [X] geen dringende reden had gegeven voor het ontslag. De loonvordering van [X] werd gematigd, en Axross werd veroordeeld in de proceskosten. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 15 november 2016
Behorend bij E.J. no. 1009 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING in de zaak van:
[X],
wonende in Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: [X],
gemachtigde: de advocaat mr. V.A.V. Carlo,
tegen:
de naamloze vennootschap
AXROSS BUILDING N.V.,
gevestigd in Aruba,
verweerster,
hierna ook te noemen: Axross,
gemachtigden: de advocaten mrs. A.M.N. Thijsen en H.S. Croes.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-het verweerschrift, met producties;
-de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 6 september 2016.
1.2
Uit die aantekeningen blijkt dat [X] samen met haar gemachtigde ter zitting is verschenen. Axross is verschenen bij haar gemachtigden, die werden vergezeld door dhr. O. Ismael en mw. N. Ismael (beiden directeur van Axross). [X] heeft ter zitting gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om te reageren op het door Axross ingediende verweerschrift, zulks onder overlegging van een pleitnota voorzien van toegelaten producties. Vervolgens heeft Axross gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om te reageren op die reactie van [X], zulks eveneens onder overlegging van een pleitnota.
1.3
Beschikking is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Naast verlof tot kosteloos procederen verzoekt [X] dat het Gerecht - zo het begrijpt - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
a. Axross veroordeelt tot (door)betaling aan [X] van haar loon gerekend vanaf 31 augustus 2015 tot dat de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd, achterstallig loon te vermeerderen met de wettelijke verhoging en gerekend vanaf 29 april 2016 tevens met wettelijke rente;
b. Axross veroordeelt in de proceskosten.
2.2
Axross voert verweer en concludeert dat [X] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door hem verzochte, althans tot afwijzing daarvan, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren kosten rechtens.
2.3
Voor zover van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

3.1
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat [X] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte. Het ontvankelijkheidsverweer van Axross wordt verworpen.
3.2
Uit het daartoe overgelegde bewijs van onvermogen blijkt dat [X] niet in staat is de kosten van deze procedure te dragen. Aan haar zal daarom verlof worden verleend tot kosteloos procederen.
3.3
Vast staat tussen partijen het volgende.
3.3.1
[X] is krachtens een tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst op 21 september 2010 in loondienst getreden van Axross als kassière tegen een (laatstelijk genoten) bruto maandloon van Afl. 1.636,70.
3.3.2
Axross heeft [X] per 20 augustus 2015 geschorst in verband met een onderzoek met betrekking tot [X]. Bij schrijven van 31 augustus 2015 heeft Axross [X] op staande voet ontslagen. In dat schrijven staat als reden daartoe vermeld dat [X] zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal of verduistering op de werkvloer van Axross, door (1) op 14 augustus 2015 gedurende haar werkzaamheden samen met haar echtgenoot aan Axross toebehorende producten te drinken zonder die in te voeren in het kasregistersysteem, (2) op 15 augustus 2015 gedurende haar werkzaamheden aan Axross toebehorende producten te eten zonder die in te voeren in het kasregistersysteem en (3) op 16 augustus 2015 nogmaals aan Axross toebehorende producten te eten zonder die in te voeren in het kasregistersysteem.
3.3.3
Bij schrijven van 3 september 2015 heeft [X] de nietigheid ingeroepen van het aan haar gegeven ontslag, onder de mededeling dat zij bereid is haar werkzaamheden voor Axross voort te zetten.
3.4
Met haar betoog over verjaring of verval van de vordering van [X] krachtens het bepaalde in artikel 7A:1615u BW miskent Axross het gegeven dat die bepaling ziet op vorderingen tot schadevergoeding of herstel van de dienstbetrekking uit hoofde van een onregelmatig en/of kennelijk onredelijk ontslag, en niet op vorderingen als de onderhavige. Die vorderingen verjaren in beginsel na ommekomst van een periode van 5 jaren, terwijl de nietigheid van een ontslag als het onderhavige moet worden ingeroepen binnen zes maanden gerekend vanaf de dag na het ontslag. Bedoeld betoog wordt, als zijnde niet juist, gepasseerd.
3.5
Ander dan betoogd door [X] is het Gerecht met Axross van mening dat het ontslag voldoende onverwijld is gegeven. Dit verweer van [X] wordt verworpen.
3.6
De stelling van Axross, dat [X] zich op de werkvloer van Axross schuldig heeft gemaakt aan diefstal of verduistering van aan Axross toebehorende producten zoals hiervoor omschreven onder 3.3.2 mist in het licht van het te dezen door [X] gevoerde verweer voldoende nadere grondslag. [X] heeft immers ter zitting herhaaldelijk onbestreden gesteld dat zij telkens melding heeft gemaakt bij de directie van Axross van de door haar op bedoelde data genuttigde producten, zodat de kosten daarvan aan het eind van de maand in mindering konden worden gebracht op haar salaris. Tegen die achtergrond levert het mogelijk niet invoeren in het kasregister van die door [X] genuttigde producten geen diefstal of verduistering op. Eén en ander brengt met zich dat [X] geen dringende reden heeft gegeven aan Axross voor een ontslag op staande voet, en dat [X] op goede grond de nietigheid van dat ontslag heeft ingeroepen, hetgeen zij overigens tijdig heeft gedaan.
3.7
In de omstandigheid dat [X] betrekkelijk lang heeft gewacht alvorens de onderhavige rechtsvorderingen in te stellen, ziet het Gerecht (net als Axross al dan niet op impliciete wijze) grond om de loonvordering van [X] te matigen met vier maanden. Voorts moet op de toe te wijzen loonvordering drie maanden minimumloon in mindering worden gebracht, nu vast is komen te staan dat [X] gedurende drie maanden tegen betaling van het minimumloon elders dan bij Axross heeft gewerkt. In het gegeven dat over achterstallig loon naast de toe te wijzen wettelijke verhoging tevens wettelijke rente is gevorderd (en zal worden toegewezen) ziet het Gerecht aanleiding om de wettelijke verhoging ambts- en billijkheidshalve gematigd vast te stellen op telkens maximaal 15%.
3.8
Axross zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten van [X], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 50,-- aan (aan de griffier van dit Gerecht te betalen) verschotten pro deo en Afl. 2.500,-- aan (niet aan de griffier van dit Gerecht te betalen) salaris voor de gemachtigde pro deo (2 punten van liquidatietarief 5, ad Afl. 1.250,-- per punt).

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-veroordeelt Axross tot (door)betaling aan [X] van haar loon gerekend vanaf 1 januari 2016 tot dat de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd, achterstallig loon te vermeerderen met de gematigd vastgestelde wettelijke verhoging van telkens maximaal 15% en gerekend vanaf 29 april 2016 tevens met wettelijke rente;
-bepaalt dat Axross een bedrag gelijk aan drie maanden minimumloon bruto in mindering mag brengen op het aan [X] uit te keren bedrag aan achterstallig loon;
-veroordeelt Axross in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [X], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 50,-- aan (aan de griffier van dit Gerecht te betalen) verschotten pro deo en Afl. 2.500,-- aan (niet aan de griffier van dit Gerecht te betalen) salaris voor de gemachtigde pro deo;
-verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-verleent aan [X] verlof tot kosteloos procederen;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 15 november 2016.