In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de Voogdijraad een verzoek ingediend tot het veroordelen van de man, [X], tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 375,- voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [Y]. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 6 juli 2016 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 oktober 2016 was de Voogdijraad vertegenwoordigd door mr. M. Ras-Pieternella, terwijl de moeder van de minderjarige, [Z], ook aanwezig was. De man, [X], was echter niet verschenen en had geen verweerschrift ingediend, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen.
De minderjarige [Y] is geboren in 2011 en is niet erkend door de man. De Voogdijraad stelde dat de man de verwekker is van de minderjarige en dat hij voldoende inkomen uit arbeid geniet. Het verzoek tot alimentatie werd toegewezen, omdat de man geen gebruik had gemaakt van de mogelijkheid om zich te verweren. Het gerecht oordeelde dat de man als verwekker wettelijk verplicht is om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige.
De beslissing van het gerecht was dat de man met ingang van 1 september 2016 een bedrag van Afl. 375,- per maand aan de Voogdijraad moet betalen. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze uitspraak werd gedaan door mr. W.J. Noordhuizen op 15 november 2016, in aanwezigheid van de griffier.