ECLI:NL:OGEAA:2016:810
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- N.K. Engelbrecht
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om partneralimentatie na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 november 2016 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een vrouw, wonende in Aruba, tegen haar ex-echtgenoot, die in Bolivia woont. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.M. Malmberg, verzocht de rechter om de man te veroordelen tot betaling van Afl. 8.000,- per maand als bijdrage in haar levensonderhoud. De man heeft verweer gevoerd en betwist dat de vrouw behoeftig is en dat hij in staat is om aan deze alimentatieverplichting te voldoen.
De procedure begon met de indiening van het verzoekschrift op 25 mei 2016, gevolgd door een verweerschrift op 24 augustus 2016. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 september 2016 waren beide partijen aanwezig. De rechter heeft de zaak vervolgens aangehouden voor uitspraak.
De feiten van de zaak zijn als volgt: partijen zijn in 1988 in Bolivia met elkaar getrouwd en zijn op 3 september 2015 gescheiden. De echtscheiding is op 4 februari 2016 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand in Aruba. De vrouw heeft een verzoek ingediend op basis van artikel 1:157 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om een uitkering tot levensonderhoud te vragen van de andere echtgenoot.
Bij de beoordeling van het verzoek heeft de rechter gekeken naar de behoeftigheid van de vrouw en de draagkracht van de man. Tijdens de zitting is gebleken dat de vrouw over aanzienlijke financiële middelen beschikt, waaronder diverse bankrekeningen met een totaalbedrag van meer dan 350.000 florin. Daarnaast is de huwelijksgoederengemeenschap nog niet verdeeld. Gezien deze omstandigheden heeft de rechter geoordeeld dat de behoefte van de vrouw niet voldoende is komen vast te staan, en heeft het verzoek om partneralimentatie afgewezen.