In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 9 februari 2016, wordt een verzoek behandeld van meerdere verzoekers, allen erfgenamen van wijlen X, met betrekking tot de verdeling van de nalatenschap. De verzoekers, die in Aruba wonen, hebben een advocaat, mr. J.M.R.F. Scheper, gemachtigd om hen te vertegenwoordigen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 3 juli 2015 werd ingediend, gevolgd door een rolbeschikking op 9 december 2015 en een mondelinge behandeling op 26 januari 2016. Tijdens deze behandeling waren de verzoekers aanwezig, bijgestaan door hun advocaat.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de verzoekers zijn deelgenoten in de nalatenschap van hun (groot)vader, wijlen X, die in 1911 in Aruba werd geboren en in 1962 overleed. Tot de nalatenschap behoort een huurrecht op een perceel grond in Aruba, met daarop een betonstenen woonhuis. Eerder, op 17 maart 2015, had het gerecht al een beschikking gegeven waarin een aantal deelgenoten was gemachtigd om het registergoed onderhands te verkopen aan een koper voor Afl. 80.000,-. De verzoekers hebben nu verzocht om machtiging om de verdeling van het registergoed te laten plaatsvinden door onderhandse verkoop en levering aan de koper, met de instructie aan de notaris om de netto-opbrengst aan de gerechtigden uit te keren.
De rechter heeft het verzoek beoordeeld op basis van artikel 3:185 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de rechter de bevoegdheid geeft om de wijze van verdeling vast te stellen. Aangezien de verkoop van het registergoed al was goedgekeurd en de verzoekers in afwachting zijn van de verdeling van de netto-opbrengst, heeft het gerecht besloten om de verzoekers machtiging te verlenen om het huurrecht te leveren aan de koper, Y, en de notaris te instrueren om de netto-opbrengst aan de gerechtigden uit te keren. De kosten van de procedure worden ten laste van de nalatenschap gebracht, met een specificatie van de kosten voor de verzoekers.