ECLI:NL:OGEAA:2016:809
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Alimentatiezaak tussen ouders met minderjarigen, verzoek om kinderalimentatie
In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza, een verzoek ingediend tegen de vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.G. Figaroa, om kinderalimentatie voor hun drie minderjarige kinderen. De zaak is voortgevloeid uit een eerdere beschikking van 4 oktober 2016 en betreft de financiële ondersteuning voor de verzorging en opvoeding van de kinderen. De minderjarigen zijn erkend door de vader en zijn geboren in respectievelijk 2000, 2006 en 2010.
De moeder heeft verzocht om een maandelijkse bijdrage van Afl. 650,- voor de oudste en Afl. 700,- voor de jongere twee kinderen, gebaseerd op de draagkracht van de vader. Het gerecht heeft de behoefte van de kinderen vastgesteld op Afl. 650,- voor de oudste en Afl. 700,- voor de jongere kinderen, en heeft de financiële situatie van beide ouders beoordeeld. De moeder heeft een netto maandinkomen van Afl. 1.614,07, terwijl de vader een netto maandinkomen van Afl. 2.474,43 heeft.
Na beoordeling van de draagkracht van beide ouders heeft het gerecht besloten dat de vader Afl. 355,- per maand voor de oudste en Afl. 382,- per maand voor de jongere kinderen moet betalen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze uitspraak is gedaan op 15 november 2016 door rechter mr. W.J. Noordhuizen, in aanwezigheid van de griffier.