ECLI:NL:OGEAA:2016:804

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 november 2016
Publicatiedatum
19 december 2016
Zaaknummer
E.J. nr. 1425 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bekrachtiging voorlopige toevertrouwing van een minderjarige aan de Voogdijraad

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 8 november 2016 een beschikking gegeven in het kader van de voorlopige toevertrouwing van een minderjarige aan de Voogdijraad. De vordering tot bekrachtiging van deze toevertrouwing werd ingediend door het Openbaar Ministerie op 16 juni 2016. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 september 2016 waren de officier van justitie, mr. Y. Pronk, en de vertegenwoordigers van de Voogdijraad, mevrouw A. Flanders en mevrouw L. Petrochi, aanwezig. De ouders van de minderjarige, de moeder en de vader, waren niet verschenen en hadden geen verweerschrift ingediend.

De minderjarige is geboren uit het huwelijk tussen de moeder en de vader. De echtscheiding tussen de ouders werd in 2004 uitgesproken, waarbij de moeder het eenhoofdig gezag over de minderjarige kreeg. Op 3 mei 2016 heeft het Openbaar Ministerie de minderjarige aan het gezag van de moeder onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd. De rechter oordeelde dat de bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing tijdig was gevorderd, waardoor deze nog van kracht was.

De rechter heeft vastgesteld dat de wettelijke gronden voor voorlopige toevertrouwing aannemelijk zijn en dat het in het belang van de minderjarige is dat de moeder voorlopig uit het gezag over haar wordt geschorst. De beschikking houdt in dat de voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad wordt bekrachtigd, dat de moeder gedurende deze toevertrouwing uit het gezag wordt geschorst, en dat de toevertrouwing van kracht blijft tot 8 februari 2016. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 8 november 2016
behorend bij E.J. nr. 1425 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op vordering van
HET OPENBAAR MINISTERIE,
in Aruba,
vertegenwoordigd door de officier van justitie,
om bekrachtiging van de voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad
van de minderjarige:
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2001 in [geboorteplaats], en
van wie de ouders zijn:
[moeder], de moeder,
wonende in Aruba, en
[vader], de vader,
wonende in Nederland.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- de vordering ingediend op 16 juni 2016,
- de mondelinge behandeling van 27 september 2016, alwaar zijn verschenen de officier van justitie, mr. Y. Pronk, de vertegenwoordigers van de Voogdijraad, mevrouw A. Flanders en mevrouw L. Petrochi. De moeder en de vader hebben geen verweerschrift ingediend en zijn, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen,
- het verhoor van de minderjarige op 28 september 2016.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige is geboren uit het huwelijk tussen de moeder en de vader.
2.2
Bij beschikking van [datum] 2004 (EJ 707/03) is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en de moeder werd belast met het eenhoofdig gezag over de minderjarige.
2.3
Op 3 mei 2016 heeft het openbaar ministerie de minderjarige aan het gezag van de moeder onttrokken en voorlopig aan de Voogdijraad toevertrouwd.

3.DE BEOORDELING

3.1
Op grond van feiten die tot ontzetting of ontheffing van een ouder kunnen leiden, kan het openbaar ministerie, indien het dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, het kind aan het gezag van de ouder(s) onttrekken en alsdan voorlopig aan de voogdijraad toevertrouwen. De toevertrouwing vervalt indien het openbaar ministerie niet binnen veertien dagen van de rechter haar bekrachtiging heeft gevorderd.
3.2
De bekrachtiging is tijdig gevorderd, zodat de toevertrouwing nog van kracht is.
3.3
Ingevolge artikel 1:272, lid 3 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BW) kan de rechter, indien de bekrachtiging tijdig is gevorderd, hetzij de teruggave van het kind aan zijn ouders bevelen, hetzij een van de beschikkingen geven, bedoeld in artikel 1:271 BW.
3.4
In dit geval zijn de door de wet aangegeven gronden voor voorlopige toevertrouwing aannemelijk geworden en het is in het belang van de minderjarige dat de moeder voorlopig, geheel in de uitoefening van het gezag over haar wordt geschorst.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
bekrachtigt de voorlopige toevertrouwing aan de Voogdijraad van
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2001 in [geboorteplaats],
schorst de moeder gedurende deze toevertrouwing uit het gezag welke zij over deze minderjarige heeft,
bepaalt dat de minderjarige toevertrouwd zal worden aan de Voogdijraad,
bepaalt dat deze toevertrouwing van kracht zal blijven tot 8 februari 2016,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 8 november 2016 door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.