ECLI:NL:OGEAA:2016:796

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 november 2016
Publicatiedatum
16 december 2016
Zaaknummer
K.G. 2427 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiel recht: Verlenging arbeidsovereenkomst in kort geding met betrekking tot pensioengerechtigde leeftijd

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde eiser, een werknemer van de Stichting Fundacion Cas Pa Comunidad Arubano (FCCA), een veroordeling van FCCA tot wedertewerkstelling en doorbetaling van loon. Eiser was op 2 juli 1979 in dienst getreden bij FCCA en had op 12 september 2016 de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. FCCA had eiser in een brief van 24 augustus 2015 geïnformeerd dat zijn dienstverband zou eindigen op de pensioendatum. Eiser en FCCA waren in overleg getreden over een mogelijke verlenging van de arbeidsovereenkomst, waarbij eiser een concept addendum had ontvangen. Eiser stelde dat er overeenstemming was bereikt over de verlenging van zijn dienstverband, terwijl FCCA dit betwistte.

De rechter oordeelde dat eiser voldoende aannemelijk had gemaakt dat er een wilsovereenstemming bestond over de verlenging van de arbeidsovereenkomst. De rechter overwoog dat de stellingen van FCCA niet voldoende gemotiveerd waren weersproken en dat eiser een spoedeisend belang had bij doorbetaling van zijn loon. De rechter veroordeelde FCCA om het loon van eiser door te betalen vanaf 12 september 2016 tot de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze zou zijn beëindigd, met een wettelijke verhoging en rente. FCCA werd ook veroordeeld in de proceskosten van eiser. Het vonnis werd uitgesproken op 9 november 2016.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 9 november 2016
Behorend bij K.G. 2427 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[EISER],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. H.G. Figaroa,
tegen:
de stichting
STICHTING FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO (FCCA),
te Aruba,
hierna ook te noemen: FCCA,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. [eiser].
DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de pleitnota van [eiser];
- de pleitnota van FCCA;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 17 oktober 2016;
- de mededeling van 2 november 2016 dat partijen niet tot een regeling zijn gekomen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
[eiser] is op 2 juli 1979 in dienst getreden van FCCA.
2.2
Bij brief van 24 augustus 2015 heeft FCCA [eiser] ervan in kennis gesteld, dat aan het dienstverband een einde zou komen op 12 september 2016 wegens het bereiken door [eiser] van de pensioengerechtigde leeftijd.
2.3
Partijen zijn daarna in overleg getreden over een verlenging, althans vernieuwing, van de arbeidsovereenkomst daarna. Door FCCA is aan [eiser] een concept “addendum voortzetten arbeidsovereenkomst” ter hand gesteld.
2.4
Bij e-mail van 11 augustus 2015 schreef [eiser] aan FCCA:
Bon tardi […],Mi ta bai di acuerdo cu e addendum voortzetten arbeidsovereenkomst.Saludos.
2.5 [
[eiser] heeft de pensioenverzekeraar, met kopie cc aan FCCA, op 11 augustus 2016 laten weten nog geen aanspraak te maken op pensioenuitkering.
2.6
Op 17 augustus 2016 heeft een bespreking plaatsgevonden in aanwezigheid van dhr. […] en mw. […], beiden bestuurders van FCCA en mw. […], manager van de afdeling personeelszaken. Toen is [eiser] een nieuwe (uitgebreidere) concepttekst voorgelegd.
2.7 [
[eiser] heeft verzocht om toekenning van vakantiedagen die gelegen waren ná het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Daarop heeft mw. […] op 17 augustus als volgt gereageerd:
[…],Mi ta mira den InSite cu bo a manda un peticion pa vakantie 3/10-10/10/2016Mi no ta compronde,Mi no por reageer riba esaki den InSite, pasobra bo no tin un contract di trabou den e periode ey. Via e e-mail aki, mi kier recorda bo, ku si un contract di trabou worde firma ainda promer ku bo fecha di pensioen, e periode aki lo ta e comienzo di un function nobo y no ta logica of posibel pa cuminza esaki cu un vakantie.
2.8
Bij brief van 7 september 2016 heeft FCCA aan [eiser] laten weten dat het verzoek van [eiser] om tot haar 65ste te blijven werken was afgewezen en het dienstverband onverminderd zou eindigen op 12 september 2016.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
[eiser] vordert een veroordeling van FCCA tot wedertewerkstelling van [eiser] en doorbetaling van loon met nevenvorderingen.
3.2 [
[eiser] grondt de vordering erop dat tussen partijen overeenstemming bestond over de verlenging van de dienstbetrekking na 12 september 2016.
3.3
FCCA voert hiertegen verweer.

4.DE BEOORDELING

4.1
Voor de vraag of tussen partijen wilsovereenstemming bestond, dan wel daarvan in rechte moet worden uitgegaan, komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden aan elkaars mededelingen en gedragingen redelijkerwijs mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De stelplicht met betrekking tot het bestaan van de overeenkomst rust op [eiser]. In kort geding rust op haar dienovereenkomstig de plicht voldoende aannemelijk te maken, dat partijen tot overeenstemming kwamen, mede in het licht van de in kort geding te maken belangenafweging.
4.2
Volgens [eiser] is aan alle tien werknemers die binnen afzienbare tijd de pensioengerechtigde leeftijd zouden bereiken op 15 juni 2016 bekend gemaakt dat hen een verlenging van de arbeidsovereenkomst zou worden aangeboden. Op 14 juli 2016 is dat nog eens aan de orde geweest waarbij [eiser], samen met twee andere werknemers waaronder dhr. [naam] [1] die ter zitting aanwezig was, is verteld dat al besloten was om hun arbeidsovereenkomst te verlengen. Dat deze drie werknemers anders behandeld werden dan de andere zeven hield verband met het feit dat zij al snel de pensioengerechtigde leeftijd zouden bereiken. [eiser] ontving, net als dhr. [naam], een concept “addendum voortzetten arbeidsovereenkomst” en wel op 10 augustus 2016. De dag daarop heeft [eiser] laten weten daarmee akkoord te zijn en de pensioenverzekeraar bericht nog geen aanspraak op pensioen te willen maken. Zij heeft, in lijn met haar standpunt, vakantie gevraagd voor data gelegen ná haar (officiële) pensioendatum.
4.3
Dhr. [naam], ter zitting gehoord, bevestigt in grote lijnen het verhaal van [eiser]. In het bijzonder vertelt dhr. [naam] ter zitting nog dat hem gevraagd werd waarom hij zich nog zorgen maakte over de verlenging. Die was toch al toegezegd. Dat een en ander nog niet op papier stond moest geen bron van zorg zijn, zo werd hem door dhr. […] verteld.
Zowel [eiser] als dhr. [naam] hechtten heel erg aan verlenging van de arbeidsovereenkomst in verband met de resterende looptijd van hun bij de FCCA gesloten hypotheeklening.
4.4
Deze stellingen zijn door FCCA ter zitting [2] niet voldoende gemotiveerd weersproken. Niet voldoende gemotiveerd aangegeven is dat zijdens FCCA slechts sprake zou zijn geweest van een voorbeeld van een schriftelijke vastlegging van de verlenging van de arbeidsovereenkomst om [eiser] te informeren hoe zo’n overeenkomst eruit zou zien als FCCA positief zou reageren op verzoek tot verlenging. Ook is niet duidelijk gemaakt hoe FCCA het voorbehoud zou hebben gemaakt van goedkeuring voor verlenging door de Raad van Toezicht.
De reactie van mw. […] op het verzoek om toekenning van vakantie is niet voldoende duidelijk om te concluderen dat dús in de kern nog geen overeenstemming over verlenging bestond. Mw. […] geeft aan niet binnen het verlofregistratiesysteem InSite te kunnen reageren nu nog geen formeel contract is getekend. Zij geeft aan dat als het contract wordt getekend formeel sprake is van een nieuwe functie die niet met een verlof kan aanvangen. Er staat niet dat er geen overeenstemming is over verlenging. Uit de mail hoefde [eiser] niet te concluderen, dat over verlenging helemaal nog geen overeenstemming was bereikt.
4.5
In kort geding wordt er daarom vanuit gegaan dat de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk conform het door [eiser] goedgekeurde concept van 17 augustus 2016 (productie 1 bij pleitnota zijdens FCCA, daarmee, althans met de daarin opgenomen nadere voorwaarden, is [eiser] immers naar haar zeggen uiteindelijk uit loyaliteit toch maar akkoord gegaan, ook al was het niet van harte; zij wilde niet dat het bestuur problemen zou krijgen met de Raad van Toezicht en was bang dat anders een geschil zou ontstaan) werd verlengd.
Dat aan een vormvoorschrift ex artikel 7A:1613x BW nog niet zou zijn voldaan staat in kort geding niet aan toewijzing van de vordering in de weg, nog los van de vraag of FCCA als werkgever zich op het ontbreken van een schriftelijke overeenkomst in dit geval kan beroepen.
4.6 [
[eiser] heeft voldoende spoedeisend belang bij doorbetaling van haar loon. Niet gemotiveerd aangegeven is welk belang [eiser] heeft bij wedertewerkstelling. Dat deel van de vordering zal worden afgewezen.
4.7
Als de in overwegende mate in het ongelijk te stellen partij zal FCCA de proceskosten van [eiser] moeten vergoeden. Er is geen aanleiding tot het opleggen van een dwangsom. De wettelijke verhoging zal conform vaste rechtspraak van het Gemeenschappelijk Hof worden beperkt tot 15%.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt FCCA om het loon van [eiser] door te betalen vanaf 12 september 2016 tot de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze zal zijn beëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging gematigd tot 15% en de wettelijke rente vanaf de dag waarop de desbetreffende salaristermijn opeisbaar is geworden tot het moment waarop is betaald;
veroordeelt FCCA in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [eiser] worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht, Afl. 247,37 aan explootkosten en Afl. 1.500, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 9 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.
Inhoudsindicatie:
Civiel. Verlenging arbeidsovereenkomst.

Voetnoten

1.Dhr [naam] heeft de pensioengerechtigde leeftijd bereikt op 30 september 2016.
2.Namens FCCA was ter zitting alleen de raadsman verschenen.