ECLI:NL:OGEAA:2016:795
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van verstekvonnis en herbeoordeling van wettelijke rente in verzetzaak
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, heeft de opposante op 27 januari 2016 een verzoek tot betaling ingediend. De geopposeerde, die niet op de zitting verscheen, werd op 30 maart 2016 door het Gerecht veroordeeld tot betaling. De geopposeerde heeft echter tijdig verzet aangetekend, waarbij zij aanvoerde dat zij op een verkeerd adres was opgeroepen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de geopposeerde inderdaad niet correct was opgeroepen, wat leidde tot de ontvankelijkheid van haar verzet.
In de beoordeling van het verzet heeft het Gerecht geconstateerd dat de geopposeerde geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen de hoofdsom, maar wel bezwaar maakte tegen de ingangsdatum van de wettelijke rente, die in het oorspronkelijke vonnis op 27 januari 2015 was vastgesteld. Het Gerecht heeft geoordeeld dat dit bezwaar gegrond is, aangezien de ingangsdatum van de wettelijke rente in het verzoek niet was opgenomen. De juiste ingangsdatum is vastgesteld op 27 januari 2016, de datum waarop het verzoek tot betaling is ingediend.
Het Gerecht heeft het eerdere verstekvonnis vernietigd voor zover het de ingangsdatum van de wettelijke rente betreft en heeft het vonnis voor het overige bekrachtigd. De opposante, die grotendeels in het ongelijk is gesteld, is veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J. Sap op 9 november 2016.