ECLI:NL:OGEAA:2016:795

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 november 2016
Publicatiedatum
15 december 2016
Zaaknummer
B.B.964 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van verstekvonnis en herbeoordeling van wettelijke rente in verzetzaak

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, heeft de opposante op 27 januari 2016 een verzoek tot betaling ingediend. De geopposeerde, die niet op de zitting verscheen, werd op 30 maart 2016 door het Gerecht veroordeeld tot betaling. De geopposeerde heeft echter tijdig verzet aangetekend, waarbij zij aanvoerde dat zij op een verkeerd adres was opgeroepen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de geopposeerde inderdaad niet correct was opgeroepen, wat leidde tot de ontvankelijkheid van haar verzet.

In de beoordeling van het verzet heeft het Gerecht geconstateerd dat de geopposeerde geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen de hoofdsom, maar wel bezwaar maakte tegen de ingangsdatum van de wettelijke rente, die in het oorspronkelijke vonnis op 27 januari 2015 was vastgesteld. Het Gerecht heeft geoordeeld dat dit bezwaar gegrond is, aangezien de ingangsdatum van de wettelijke rente in het verzoek niet was opgenomen. De juiste ingangsdatum is vastgesteld op 27 januari 2016, de datum waarop het verzoek tot betaling is ingediend.

Het Gerecht heeft het eerdere verstekvonnis vernietigd voor zover het de ingangsdatum van de wettelijke rente betreft en heeft het vonnis voor het overige bekrachtigd. De opposante, die grotendeels in het ongelijk is gesteld, is veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J. Sap op 9 november 2016.

Uitspraak

Vonnis van 9 november 2016
Behorend bij B.B.964 van 2016
Oorspronkelijk nummer: B.B. 173 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[OPPOSANTE],
te Aruba,
oorspronkelijk eiser, verweerder in verzet
hierna ook te noemen: [opposante],
gemachtigde: advocaat mr. M.O. Lopez,
tegen:
[GEOPPOSEERDE],
te Aruba,
oorspronkelijk gedaagde, eiseres in verzet,
hierna ook te noemen: [geopposeerde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzetschrift;
- de mondelinge conclusie van antwoord in oppositie.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE BEOORDELING VAN HET VERZET

2.1
Bij verzoek van 27 januari 2016 (abusievelijk gedateerd op 27 januari 2015), bij het Gerecht binnengekomen op 27 januari 2016 heeft [opposante] een verzoek tot betaling ingediend. Het Gerecht heeft [geopposeerde] opgeroepen. Zij is niet verschenen. Op 30 maart 2016 heeft het Gerecht het bevel tot betaling gegeven.
2.2
[geopposeerde] heeft gesteld tijdig in verzet te zijn gekomen. [opposante] heeft slechts mondeling bij zijn vordering volhard, zodat het Gerecht het niet betwiste standpunt van [geopposeerde] zal volgen en haar ontvankelijk zal verklaren.
2.3
[geopposeerde] heeft gesteld dat zij op onjuiste wijze is opgeroepen, namelijk op een verkeerd adres. Uit de door haar overgelegde stukken en bij gebrek aan tegenspraak blijkt dat dit inderdaad het geval is. De met het instellen van verzet gemoeide kosten behoeven dan ook niet voor haar rekening te blijven.
2.4
Inhoudelijk heeft [geopposeerde] geen verweer gevoerd tegen de hoofdsom. Wel heeft zij bezwaar tegen de ingangsdatum van de wettelijke rente, die in het vonnis op 27 januari 2015 is gesteld. Dat verweer slaagt. In het verzoek is geen ingangsdatum voor de wettelijke rente opgenomen, zodat de datum van het verzoek moet worden gehanteerd. Dat is, zoals hierboven is overwogen, 27 januari 2016. In zoverre slaagt het verzet, nu ook tegen dit standpunt door [opposante] niet is geageerd.
2.5
Het vonnis waartegen het verzet zich richt zal dan ook worden vernietigd voor zover het de ingangsdatum van de wettelijke rente betreft. Voor het overige zal dit vonnis op de daarin genoemde gronden worden bekrachtigd. [opposante] zal als de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de verzetprocedure worden verwezen. De kosten van het betekenen van het verstekvonnis zullen op grond van het bepaalde in art. 89 Rv voor rekening van [opposante] komen, omdat deze kosten een gevolg zijn van het feit dat [geopposeerde] in eerste instantie niet is verschenen en zij niet goed, namelijk op een door [opposante] verkeerd opgegeven adres, was opgeroepen.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
vernietigt het door dit Gerecht op 30 maart 2016 onder rolnummer B.B. 173 van 2016 gewezen verstekvonnis, voor zover [geopposeerde] daarbij is veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente vanaf 27 januari 2015;
en opnieuw beslissend:
veroordeelt [geopposeerde] tot betaling van de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 27 januari 2016,
bekrachtigt het verstekvonnis voor het overige,
veroordeelt [opposante] in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van [geopposeerde] tot op heden bepaald op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 9 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.