ECLI:NL:OGEAA:2016:789

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
11 november 2016
Publicatiedatum
8 december 2016
Zaaknummer
P-2016/03238, 361 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewapende overvallen op animeermeisjes in Aruba

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 november 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het plegen van vier gewapende overvallen op animeermeisjes. De feiten vonden plaats tussen 18 en 25 januari 2016, waarbij de verdachte telkens gebruik maakte van een vuurwapen of een op een vuurwapen gelijkend voorwerp om de slachtoffers te dwingen tot afgifte van geld. De officier van justitie had gevorderd om de verdachte vrij te spreken van twee feiten en te veroordelen voor de overige twee, maar het gerecht oordeelde dat alle vier de feiten wettelijk en overtuigend bewezen waren. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaren, waarbij rekening werd gehouden met zijn recidive en het feit dat hij geen ontoerekeningsvatbaarheid kon worden aangetoond. Het gerecht benadrukte de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de impact van de daden van de verdachte op de samenleving. De uitspraak werd gedaan na een openbare terechtzitting op 21 oktober 2016, waar de verdachte aanwezig was en bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.G. Illes. De officier van justitie, mr. Y. Pronk, was ook aanwezig en voerde het woord.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1960 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 21 oktober 2016. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.G. Illes.
De officier van justitie, mr. Y. Pronk, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van de feiten onder 1 en 2 ten laste gelegd vrij te spreken en ter zake van de feiten onder 3 en 4 ten laste gelegd te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren, met aftrek van voorarrest.
Voorts is verbeurdverklaring gevorderd van het inbeslaggenomen kapmes.
De raadsman heeft het woord tot verdediging gevoerd.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
Zaak [naam zaak 1]
1. dat hij op of omstreeks 18 januari 2016 in Aruba met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen Afl 250,=, althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander en/of anderen dan aan hem, verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of de mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk(e) geweld en/of bedreiging met geweld onder meer hieruit bestond(en) dat hij, verdachte,
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het lichaam van
die [slachtoffer 1] heeft gericht (gehouden) en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd/geschreeuwd: “Keda quieto, solo placa, solo placa”,
althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking, en/of (vervolgens)
- met dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, die [slachtoffer 1]
in bedwang heeft gehouden en/of haar heeft gedwongen om de houten deur en hekwerk
voor hem, verdachte, open te maken;
(artikel 2:291 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht)
Zaak [naam zaak 2]
2. dat hij op of omstreeks 20 januari 2016 in Aruba met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van US$ 250,=, althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander dan aan hem, verdachte, welk(e) geweld en/of bedreiging met geweld onder meer hieruit bestond(en) dat hij, verdachte,
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het (boven)lichaam
van die [slachtoffer 2] heeft gericht (gehouden) en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd/geschreeuwd: “money”, althans woorden van
soortgelijke dreigende aard en/of strekking, en/of (vervolgens)
- dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft doorgeladen en/of
(vervolgens)
- dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de achterkant
van de hals van die [slachtoffer 2] heeft gedrukt (gehouden) en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd/geschreeuwd om op haar buik op het bed te
gaan liggen zonder om te kijken, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of
strekking;
(artikel 2:294 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht)
Zaak [naam zaak 3]
3. dat hij op of omstreeks 25 januari 2016 in Aruba met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van Afl 500,=, althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander dan aan hem, verdachte, welk(e) geweld en/of bedreiging met geweld onder meer hieruit bestond(en) dat hij, verdachte,
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tevoorschijn heeft
gehaald en/of (vervolgens)
- dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het lichaam van die
[slachtoffer 3] heeft gericht (gehouden) en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd/geschreeuwd: “busca el dinero”, althans
woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
(artikel 2:294 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht)
Zaak [naam zaak 3]:
4. dat hij op of omstreeks 25 januari 2016 in Aruba met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van Afl 400,=, althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander dan aan hem, verdachte, welk(e) geweld en/of bedreiging met geweld onder meer hieruit bestond(en) dat hij, verdachte,
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de rechterzijde
van de ribben van die [slachtoffer 4] heeft gedrukt (gehouden) en/of (vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 4] heeft gezegd/geschreeuwd: “busca el dinero busca el dinero”,
althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking, en/of (vervolgens)
- dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het lichaam van die
[slachtoffer 4] heeft gericht (gehouden);
(artikel 2:294 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht)

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

Bewezenverklaring
Het gerecht heeft, anders dan de officier van justitie en de raadsman, uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte alle tenlastegelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
Zaak [naam zaak 1]
1. dat hij op
of omstreeks18 januari 2016 in Aruba met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen Afl 250,=,
althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1],
in elk geval aan een ander en/of anderen dan aan hem, verdachte,welke diefstal werd
voorafgegaan en/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk
erte maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of de mededader(s), hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
(e
)geweld en
/ofbedreiging met geweld onder meer hieruit bestond
(en
)dat hij, verdachte,
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het lichaam van
die [slachtoffer 1] heeft gericht (gehouden) en
/of(vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd
/geschreeuwd: “Keda quieto, solo placa, solo placa”,
althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking,en
/of(vervolgens)
- met dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, die [slachtoffer 1]
in bedwang heeft gehouden en
/ofhaar heeft gedwongen om de houten deur en hekwerk voor hem, verdachte, open te maken;
Zaak [naam zaak 2]
2. dat hij op
of omstreeks20 januari 2016 in Aruba met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door
geweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van US$ 250,=,
althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die [slachtoffer 2],
in elk geval aan een ander dan aan hem, verdachte,welk
(e
) geweld en/ofbedreiging met geweld onder meer hieruit bestond
(en)dat hij, verdachte,
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het (boven)lichaam
van die [slachtoffer 2] heeft gericht (gehouden) en
/of(vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd
/geschreeuwd: “money”
, althans woorden van
soortgelijke dreigende aard en/of strekking, en
/of(vervolgens)
- dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft doorgeladen en
/of
(vervolgens)
- dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de achterkant
van de hals van die [slachtoffer 2] heeft gedrukt (gehouden) en
/of(vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd
/geschreeuwdom op haar buik op het bed te
gaan liggen zonder om te kijken
, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of
strekking;
Zaak [naam zaak 3]
3. dat hij op
of omstreeks25 januari 2016 in Aruba met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door
geweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van Afl 500,=,
althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die [slachtoffer 3],
in elk geval aan een ander dan aan hem, verdachte,welk
(e
) geweld en/ofbedreiging met geweld onder meer hieruit bestond
(en)dat hij, verdachte,
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tevoorschijn heeft
gehaald en
/of(vervolgens)
- dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het lichaam van die
[slachtoffer 3] heeft gericht (gehouden) en
/of(vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd
/geschreeuwd: “busca el dinero
”, althans
woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
Zaak [naam zaak 3]:
4. dat hij op
of omstreeks25 januari 2016 in Aruba met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door
geweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van Afl 400,=,
althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die [slachtoffer 4],
in elk geval aan een ander dan aan hem, verdachte,welk
(e
) geweld en/ofbedreiging met geweld onder meer hieruit bestond
(en)dat hij, verdachte,
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen de rechterzijde
van de ribben van die [slachtoffer 4] heeft gedrukt (gehouden) en
/of(vervolgens)
- tegen die [slachtoffer 4] heeft gezegd
/geschreeuwd: “busca el dinero busca el dinero”,
althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking,en
/of(vervolgens)
- dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het lichaam van die
[slachtoffer 4] heeft gericht (gehouden);
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Voor zover in de telastlegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als ‘bijlage’, betreft het bijlagen bij het proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Algemene Recherche, team Bijzondere Projecten, administratienummer [nummer], in de wettelijke vorm opgemaakt en op 23 mei 2016 gesloten en ondertekend door [verbalisant], hoofdagent bij voormeld korps.
1.
Bijlage 5
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 27 januari 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier eerste klasse bij voormeld korps, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aangifte van de aangeefster [slachtoffer 1], -zakelijk weergegeven-:
Ik werk als animeermeisje bij de [naam zaak 1] (het gerecht begrijpt: in Aruba). Op maandag 18 januari 2016 omstreeks 05:00 uur zat ik op mijn bed in mijn slaapkamer. De deur van mijn slaapkamer was open en het hekwerk voor de houtendeur stond op slot. Via het hekwerk had een voor mij onbekende donkerhuidkleurige oude man mij in het Spaans gevraagd hoeveel het koste om met hem te seksen. Ik had aan hem de prijs gezegd en hij ging daarmee akkoord. Nadat ik het hekwerk had opengedaan liep de man naar binnen. Ik had hierna het hekwerk en de houtendeur dicht en op slot gedaan. Hierna ging ik weer op mijn bed zitten terwijl de man naast het bed met zijn rug gekeerd voor mij stond. Op een gegeven moment had de man zich omgedraaid en ik zag dat hij een nikkelkleurig vuurwapen in zijn rechterhand vasthield. De man richtte het vuurwapen richting mijn lichaam en hij zei tegen mij in een bedreigende toon en in een slecht Spaans: “keda quieto, solo placa, solo placa”. Toen ik het vuurwapen zag en zijn bedreigende toon hoorde was ik zeer bang geworden en ik vreesde voor mijn leven en veiligheid. De man had het bedrag van tweehonderdvijftig (250) Arubaanse Florins vanuit mijn klerenkast weggenomen. Nadat hij het geld had weggenomen had hij mij met zijn vuurwapen in bedwang gehouden en mij gedwongen om de houten deur en het hekwerk voor hem open te maken. Ik stond op en deed dezen voor hem open. Hierna liep de man vanuit mijn slaapkamer weg. De man die mij heeft beroofd heeft een donkerbruine huidskleur, hij heeft een normaal postuur, hij is baard dragend, hij heeft opvallend dikke lippen en hij heeft een lichaamslengte van ongeveer 1.65 meter. Als ik deze man terugzie zal ik hem met zekerheid herkennen.
2.
Bijlage 11
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 februari 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van bevindingen, -zakelijk weergegeven-:
Op 12 februari 2016 werd aangeefster [slachtoffer 1] aan een fotoconfrontatie onderworpen. Aan de aangeefster werd een fotoblad getoond. Op dit fotoblad staan zes verschillende foto’s van op elkaar gelijkende mannen afgedrukt. Gedurende deze fotoconfrontatie herkende de aangeefster op het fotoblad de man afgedrukt op foto nummer 3. De aangeefster verklaarde hierna dat zij deze man met zekerheid herkent als degene die op 18 januari 2016 in de nachtelijke uren de gewapende overval op haar heeft gepleegd en dat zij deze man herkent aan zijn baard, zijn dikke lippen en aan de vorm van zijn gezicht. Op foto nummer 3 staat de foto afgedrukt van de verdachte [verdachte].
3.
Bijlage 1
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 20 januari 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aangifte van de aangeefster [slachtoffer 2],-zakelijk weergegeven-:
Heden omstreeks 04:00 uur zat ik voor de ingang van de [naam zaak 2]. Omstreeks 04:20 uur werd ik door een langslopende voor mij onbekende man aangesproken. Hij zei tegen mij in het Spaans maar met een Arubaans accent dat hij veertig Arubaanse Florins in zijn bezit had en of ik hem voor dit bedrag een service kon geven. Ik antwoordde hem hierop ontkennend. Na een poosje vroeg hij mij of ik wel bereid was om voor het bedrag van vijftig Florins met hem te seksen. Ik ging hiermee akkoord en zei tegen hem om samen met mij naar de eerste verdieping van de [naam zaak 2] te gaan waar mijn slaapkamer was. Ik deed het hekwerk open en liet de man naar binnen. Hij liep samen met mij naar mijn slaapkamer. Eenmaal binnen plaatste ik mijn mobiele telefoon en de sleutels op mijn nachtkastje. Toen ik mij omkeerde om met de man te gaan seksen zag ik dat hij een zilverkleurig vuurwapen in één van zijn handen vasthield en dat hij deze op mijn bovenlichaam aan het richten was. Toen ik het vuurwapen zag werd ik zeer bang, ik raakte in paniek en ik dacht dat de man mij zonder enige reden daartoe zou doodschieten. Ik vroeg aan de gewapende man waarom hij een vuurwapen op mij aan het richten was en wat hij van mij wilde. De man antwoordde mij in het Engels: “money”. Ik antwoordde dat ik geen geld in mijn bezit had omdat ik gisteren mijn geld naar mijn familie die in Colombia woont had opgestuurd. Ik vermoed dat de man door mijn gegeven antwoord kwaad werd omdat hij de achterkant van zijn vuurwapen naar achteren had getrokken en ik hoorde een hard geluid. Ik vermoed dat hij zijn vuurwapen had doorgeladen en dat dit dan ook een pistool was. Ik zei tegen de gewapende man: “ok, ok” en ik zei hierna tegen hem dat ik alleen tweehonderdvijftig (250) Amerikaanse Dollars in mijn bezit had. Ik deed de klerenkast open en ik haalde de 250 Amerikaanse Dollars vanuit mijn bagage en ik overhandigde de gewapende overvaller het aan mij toebehorende geldbedrag. Nadat ik dit had gedaan drukte de gewapende overvaller het vuurwapen tegen de achterkant van mijn hals en zei tegen mij om op mijn buik op het bed te gaan liggen zonder om te kijken. Ik voelde het koud metaal van zijn vuurwapen toen hij dit tegen de achterkant van mijn hals had gedrukt en ik vermoed hierdoor dat het een echt vuurwapen is en geen speelgoedvuurwapen. Ik was zo bang en ik vreesde voor mijn leven en veiligheid en ik deed precies wat de gewapende overvaller tegen mij had gezegd. Hierna vroeg de man mij voor de sleutels van het portierhekwerk van de begane grond. Ik wees hem meteen waar ik dezen had neergelegd. Ik zag dat de gewapende man hierna de sleutels vanaf het nachtkastje waar ze lagen opnam en hierna mijn slaapkamer uitliep. Hij liep hierna enkele keren in en uit mijn slaapkamer. Plotseling hoorde ik dat het portierhekwerk van de begane grond dicht ging. Ik ging controleren of de gewapende overvaller vertrokken was. Ik zag dat hij de sleutels in het slot van het portierhekwerk had achtergelaten.
Het signalement van de gewapende overvaller is als volgt:
  • Hij is een Arubaan of iemand die hier langdurig heeft gewoond;
  • Hij heeft een donkere huidskleur;
  • Hij heeft een slank postuur;
  • Hij is ongeveer 1.68 meter lang;
  • Hij is ongeveer 47 jaar oud;
  • Hij heeft grijs haar aan beide kanten van zijn hoofd;
  • Hij droeg een zwart T-shirt met letters erop afgedrukt en
  • Hij droeg een blauwe jeans.
Als ik deze gewapende overvaller terugzie zal ik hem met zekerheid herkennen.
4
Bijlage 2
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 25 januari 2016 gesloten en getekend door [verbalisant] voornoemd, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aangifte van de aangeefster [slachtoffer 3], -zakelijk weergegeven-:
Vandaag omstreeks 00:00 uur, zat ik buiten voor de ingang die naar onze kamers leidt. Onze kamers zijn gelegen op de eerste verdieping van de [naam zaak 3]. Omstreeks 00:20 uur werd ik door een voor mij onbekende langslopende man aangesproken. Hij zei tegen mij in het Spaans maar met een Papiamento accent of ik hem voor vijftig (50) Arubaanse florin een service kon geven. Ik antwoordde hem hierop bevestigend. Hij liep hierna samen met mij de trap op naar mijn slaapkamer. Eenmaal binnen plaatste ik mijn mobiele telefoon en de sleutels op de wasbak gelegen in mijn kamer en liep naar mijn klerenkast. Toen ik mij omkeerde om met de man te gaan seksen zag ik dat hij zijn T-shirt omhoog deed en dat hij zijn rechterhand op zijn heup plaatste. Ik zag dat de man een zilverkleurig vuurwapen vanuit zijn broekzak haalde en dat hij deze in mijn richting richtte. Hij deed de andere klerenkastdeur open en zei tegen mij in het Spaans: “busca el dinero”. Toen ik het vuurwapen zag werd ik zeer bang en zenuwachtig en ik raakte in paniek. Ik dacht dat de onbekende man mij zonder enige reden daartoe zou doodschieten. Ik had een kleine rode portemonnee vanuit mijn bagage gehaald en ik had vijfhonderd (500) Arubaanse Florins van daaruit gehaald en ik had deze aan de overvaller overhandigd. Hierna liep de overvaller vanuit mijn slaapkamer.
Het signalement van de gewapende overvaller is als volgt:
  • Hij is een Arubaan of iemand die hier langdurig heeft gewoond;
  • Hij heeft een donkerbruine huidskleur;
  • Hij heeft een slank postuur;
  • Hij is ongeveer 1.68 meter lang;
  • Hij is ongeveer 47 jaar oud;
  • Hij droeg een zwarte pet op zijn hoofd;
  • Hij droeg een blauw T-shirt met een tekening erop afgedrukt en
  • Hij droeg een blauwe of een zwarte jeans.
Als ik deze gewapende overvaller terugzie zal ik hem met zekerheid herkennen.
5.
Bijlage 13
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 februari 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van bevindingen, -zakelijk weergegeven-:
Op 12 februari 2016 werd aangeefster [slachtoffer 3] aan een fotoconfrontatie onderworpen. Aan de aangeefster werd een fotoblad getoond. Op dit fotoblad staan zes verschillende foto’s van op elkaar gelijkende mannen afgedrukt. Gedurende deze fotoconfrontatie herkende de aangeefster op het fotoblad de man afgedrukt op foto nummer 1. De aangeefster verklaarde hierna dat zij deze man met zekerheid herkent als degene die op 25 januari 2016 in de nachtelijke uren de gewapende overval op haar heeft gepleegd, dat zij deze man herkent aan zijn baard, zijn dikke lippen en aan de vorm van zijn wang en dat zij het gezicht van deze man goed herinnert. Op foto nummer 1 staat de foto afgedrukt van de verdachte [verdachte].
6.
Bijlage 4
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 26 januari 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van aangifte van de aangeefster [slachtoffer 4], -zakelijk weergegeven-:
Ik werk als animeermeisje bij het [naam zaak 3]. Vandaag, 25 januari 2016 omstreeks 00:20 uur liep ik naar de badkamer. Ik verblijf in een slaapkamer gelegen op de eerste verdieping van de [naam zaak 3]. Een ander animeermeisje verblijft ook op dezelfde verdieping maar in een andere slaapkamer gelegen naast de mijne. Ik merkte dat het andere meisje bezig zou zijn met een klant. Ik ging in de badkamer. Toen ik klaar was had ik de badkamerdeur opengemaakt en ik zag dat een donkerhuidkleurige man in de eetzaal stond. Ik zag dat deze man een zwarte pet op zijn hoofd droeg en dat hij een nikkelkleurig vuurwapen in zijn rechterhand vasthield.
Toen hij mij zag kwam hij abrupt op mij af en had zijn vuurwapen tegen de rechterzijde van mijn ribben gedrukt. Op dat moment was ik zeer bang geworden en ik vreesde voor mijn leven en veiligheid. Ik dacht dat de gewapende man mij zonder enig reden daartoe zou doodschieten. De man zei tegen mij in een bedreigende toon in het Spaans: “Busca el dinero busca el dinero”. De man bleef het vuurwapen op mij richten terwijl ik naar mijn slaapkamer liep om geld voor hem te halen. Ik deed dit omdat ik erg bang was en hij liep samen met mij mijn slaapkamer binnen. Ik zei tegen hem dat ik mijn geld in de klerenkast voor hem zal halen. Op dat moment had hij zijn vuurwapen vanaf de richting van mijn lichaam weggehaald en hij gaf mij de kans om het geld voor hem in de klerenkast te halen. Ik had de aan mij toebehorende vierhonderd Arubaanse Florins vanuit mijn portemonnee genomen en ik had dit aan de gewapende man overhandigd. Ik zag dat de man een bossleutels in zijn bezit had. Ik vermoed dat hij deze bossleutels van het andere animeermeisje had afgepakt zodat hij de tweede deur die naar de straat leidt kan openen. Ik werd door het andere animeermeisje in kennis gesteld dat dezelfde man ook een gewapende overval op haar had gepleegd en haar geld had weggenomen.
De man die mij heeft beroofd heeft een donkerbruine huidskleur, hij heeft een normaal postuur, hij is baard dragend en hij heeft een lichaamslengte van ongeveer 1.65 meter lang. Hij droeg een zwarte pet op zijn hoofd en hij droeg een blauw poloshirt met een lange blauwe jeans. Ik moet opmerken dat de man de Spaanse taal slecht sprak. Als ik deze man terugzie zal ik hem zeker herkennen.
7.
Bijlage 12
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 februari 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van bevindingen, -zakelijk weergegeven-:
Op 12 februari 2016 werd aangeefster [slachtoffer 4] aan een fotoconfrontatie onderworpen. Aan de aangeefster werd een fotoblad getoond. Op dit fotoblad staan zes verschillende foto’s van op elkaar gelijkende mannen afgedrukt. Gedurende deze fotoconfrontatie herkende de aangeefster op het fotoblad de man afgedrukt op foto nummer 5. De aangeefster verklaarde hierna dat zij deze man met zekerheid herkent als degene die op 25 januari 2016 in de nachtelijke uren de gewapende overval op haar heeft gepleegd en dat zij deze man herkent aan zijn baard, zijn dikke lippen en aan de vorm van zijn wang. Op foto nummer 5 staat de foto afgedrukt van de verdachte [verdachte].
8.
Bijlage 9
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 29 januari 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], onderinspecteur bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van bevindingen, -zakelijk weergegeven-:
Op 28 januari 2016 werd ik, verbalisant, uitgenodigd om bij het recherchebureau videobeelden te bekijken van de gewapende overvaller die op 25 januari 2016 in de nachtelijke uren twee animeerdames bij de [naam zaak 3] had beroofd.
Tijdens het bekijken van de videobeelden herkende ik op de videobeelden van camera 03 tijdstippen 00:22:04 uur en 00:23:06 uur en van camera 04 tijdstip 00:22:42 uur, direct de pleger van deze gewapende overvallen als de mij bekende man genaamd: [verdachte] bijgenaamd “[bijnaam verdachte]”. Ik herkende hem door zijn lichaamsbouw, zijn manier van lopen en de bewegingen die hij met zijn handen maakt door dezen op zijn heup te plaatsen. Bedoelde overvaller droeg ook een pet op zijn hoofd en op dezelfde manier dat ik hem ken dat hij zijn petten draagt. Bedoelde overvaller bedekte zijn gezicht telkens door naar de grond te kijken met het opzet zodat de klep van zijn pet zijn gezicht kon bedekken.
Ik kon door zijn handelingen om zijn gezicht te bedekken, bedoelde dader toch direct goed herkennen als [verdachte] voornoemd, die door mij [verdachte] wordt genoemd. Ik heb de man [verdachte] ook al in het verleden als verdacht van autodiefstal en auto-inbraak aangehouden. Hij is een drugsgebruiker en vertoeft in de buurt van [naam straat] en in de binnenstad van [naam district].
9.
Bijlage 10
Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 11 februari 2016 gesloten en getekend door [verbalisant], hoofdagent bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van bevindingen, -zakelijk weergegeven-:
Op 25 januari 2016 ontvingen leden van het Team Bijzondere Projecten uit handen van de bedrijfsleider van de [naam zaak 3] de digitale videobeelden die door de beveiligingscamera’s van de gewapende overval die op 25 januari 2016 in de nachtelijke uren op twee animeerdames had plaatsgevonden, werd opgenomen.
Tijdens het bekijken van de videobeelden herkende ik op de videobeelden van camera 03 tijdstippen 00:22:04 uur en 00:23:06 uur en van camera 04 tijdstip 00:22:42 uur, direct de pleger van deze gewapende overvallen als de mij bekende man genaamd: [verdachte] bijgenaamd “[bijnaam verdachte]”. Ik herkende hem aan zijn lichaamsbouw, zijn manier van lopen en de bewegingen die hij met zijn handen maakt door dezen op zijn heup te plaatsen. Hoewel de overvaller zijn gezicht door middel van een pet op zijn hoofd te dragen trachtte te bedekken, herkende ik hem door zijn handelingen.
Ik ken [verdachte] bijgenaamd [bijnaam verdachte] vanaf de tijd dat ik bij de Sectie Surveillance Dienst [district] werkzaam was. Hij werd toendertijd verschillende keren door de surveillance eenheden voor het plegen van autodiefstal aangehouden. Hij werd ook op 2 juni 2008 door het personeel van het Team Bijzondere Projecten aangehouden als verdacht van het plegen van verschillende overvallen in [district].
Bewijsoverwegingen
Het gerecht acht alle vier ten laste gelegde gewapende overvallen wettig en overtuigend bewezen. De aangiftes van de verschillende gewapende overvallen samen met de herkenningen via fotoconfrontaties en de videobeelden geven in hun onderlinge samenhang voldoende steun aan elkaar. Ter toelichting dient het volgende.
De verdachte heeft bij de overvallen gebruik gemaakt van dezelfde modus operandi. Hij heeft de aangeefsters, allen animeermeisjes, in een tijdsbestek van enkele dagen steeds in de nachtelijke uren op dezelfde wijze benaderd en bedreigd. Bij alle overvallen heeft de verdachte gebruik gemaakt van een nikkel/zilverkleurig vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en heeft hij op dezelfde wijze afgifte van het geld bewerkstelligd, met dien verstande dat bij de eerste overval de aangeefster de verdachte het geld door de bedreiging zelf uit de kast heeft laten pakken. Alle aangeefsters hebben verklaard dat de overvaller Spaans sprak, waarbij twee hebben opgemerkt dat de overvaller met een Arubaans/Papiamento accent sprak en de andere twee hebben opgemerkt dat de overvaller slecht Spaans sprak. De door de aangeefsters gegeven signalementen sluiten op verschillende punten op elkaar aan. De verdachte is zowel bij de eerste (de [naam zaak 1]) als bij de laatste twee (de [naam zaak 3]) overvallen door de aangeefsters via fotoconfrontaties herkend. Deze drie aangeefsters hebben daarbij verklaard de verdachte te herkennen aan baard, (opvallende) dikke lippen en vorm van het gelaat. Bovendien zijn er twee verbalisanten die de verdachte op de beelden van de [naam zaak 3] (feiten 3 en 4) hebben herkend. Het gerecht gaat niet mee in het betoog van de verdediging dat één van de verbalisanten geen goede relatie heeft met de verdachte en daarom tegen hem zou hebben verklaard. Deze verbalisant heeft op ambtseed verklaard en bovendien staat deze herkenning niet op zichzelf, maar wordt deze in voldoende mate ondersteund door de andere gebezigde bewijsmiddelen.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Zaak [naam zaak 1]
1. Diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijker te maken,
strafbaar gesteld bij artikel 2:291 van het Wetboek van Strafrecht.
Zaak [naam zaak 2]
2. Afpersing,
strafbaar gesteld bij artikel 2:294 van het Wetboek van Strafrecht.
Zaak [naam zaak 3]
3. Afpersing,
strafbaar gesteld bij artikel 2:294 van het Wetboek van Strafrecht.
Zaak [naam zaak 3]
4. Afpersing,
strafbaar gesteld bij artikel 2:294 van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.
De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft een viertal vrouwen beroofd, dan wel gedwongen tot afgifte van geld. Het gaat hier om kwetsbare slachtoffers die onder risicovolle omstandigheden hun werk doen. Verdachte heeft ernstig misbruik gemaakt van deze kwetsbaarheid door hen in de beslotenheid van hun slaapkamer onder bedreiging van een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te beroven, althans te dwingen tot afgifte van hun geld. Uit de verklaringen van de slachtoffers kan worden afgeleid dat zij door de handelwijze van verdachte in grote angst hebben verkeerd en dat zij gevreesd hebben voor hun leven. Het handelen van verdachte heeft, gelet ook op het korte tijdsbestek waarin de handelingen plaatsvonden, gevoelens van onrust en angst teweeg gebracht in de samenleving en de reeds aanwezige gevoelens van onveiligheid verstrekt.
Uit de houding van verdachte blijkt dat de verdachte weigert verantwoordelijkheid te nemen voor zijn daden.
De verdachte is onderzocht door een forensisch orthopedagoog. Deze heeft geconcludeerd dat de verdachte lijkt te functioneren binnen een antisociale persoonlijkheidsstructuur en dat er sprake is van een gebrekkige ontwikkeling gelet op zijn beperkte verstandelijke, cognitieve capaciteiten. De verdachte functioneert op moeilijk lerend tot licht zwakzinnig niveau, waardoor hij in verminderde mate zijn gedrag kan overzien, maar hij zou wel in staat moeten zijn om het goede van het kwade te scheiden. De forensisch orthopedagoog heeft evenwel geen indicatie gevonden voor ontoerekeningsvatbaarheid.
Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Ten nadele van verdachte geldt dat hij vele malen voor soortgelijke feiten, diefstallen (met en zonder geweld) en afpersingen, is veroordeeld.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

9.Inbeslaggenomen voorwerp

De teruggave zal worden gelast van het in beslag genomen kapmes aan de verdachte, nu dit niet vatbaar is voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 1:13, 1:62 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

Het gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
ZEVEN (7) jaren;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave aan de verdachte van het in rubriek 9 genoemde voorwerp;
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. M. Schoemaker en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 11 november 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.