ECLI:NL:OGEAA:2016:787

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 november 2016
Publicatiedatum
5 december 2016
Zaaknummer
LAR nr. 2890 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake bezwaar tegen afwijzing vergunningaanvraag

In deze zaak heeft appellant, wonende in Aruba, op 31 juli 2015 bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de Minister van Infrastructuur, Ruimtelijke Ontwikkeling en Integratie, waarbij zijn aanvraag voor een vergunning voor onbepaalde tijd is afgewezen. Aangezien er geen beslissing op het bezwaar was genomen, heeft appellant op 18 december 2015 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend, waardoor de uitspraak op de zaak is bepaald op heden.

Het gerecht heeft overwogen dat appellant tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift. Op basis van artikel 32, onder c, van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak (LAR) kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing kennelijk niet in stand kan blijven. Het gerecht heeft vastgesteld dat er ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen en dat verweerder geen verweer heeft gevoerd. Hierdoor kon de afwijzende beschikking niet in stand blijven, en is het beroep gegrond verklaard.

De rechter heeft verweerder opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellant. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris, en is het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 7 november 2016. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dagtekening van de beslissing moet worden ingesteld.

Uitspraak

Uitspraak van 7 november 2016
LAR nr. 2890 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellant],
wonende in Aruba,
APPELLANT,
gemachtigde: de advocaat mr. C.B.A. Coffie,
gericht tegen:
De Minister van Infrastructuur, Ruimtelijke Ontwikkeling en Integratie,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER.

1.PROCESVERLOOP

Appellant heeft op 31 juli 2015 bezwaar gemaakt tegen de beschikking met kenmerk CRV-[kenmerknummer] van (16 juli 2015? van) verweerder, waarbij zijn aanvraag voor een vergunning voor onbepaalde tijd is afgewezen.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellant op 18 december 2015 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.
Uitspraak is nader bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellant tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, onder c, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien de beslissing waartegen het beroep is gericht, kennelijk niet in stand kan blijven. 2.3 De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen en de omstandigheid dat geen verweer door verweerder is gevoerd, maken dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.4
Nu appellant met recht in beroep is gekomen en zich bij gemachtigde heeft laten vertegenwoordigen, is aannemelijk geworden dat appellant hiertoe noodzakelijke kosten heeft gemaakt. Verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van appellant;
bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellant;
veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellant voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-;
gelast dat het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem wordt terugbetaald.
Aldus gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 7 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 53a LAR).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het beroep is gedagtekend. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening bij de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 53b LAR).