ECLI:NL:OGEAA:2016:781

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 oktober 2016
Publicatiedatum
1 december 2016
Zaaknummer
LAR nr. 987 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar inzake landsbesluit

In deze zaak heeft appellant op 22 december 2015 bezwaar gemaakt tegen een landsbesluit van 10 november 2015. Het bezwaar betreft beschikkingen die in dat besluit zijn vervat. Aangezien er geen beslissing op het bezwaar is genomen, heeft appellant op 4 mei 2016 beroep ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. De verweerder, de Minister van Financiën en Overheidsorganisatie, heeft geen verweerschrift ingediend. Het gerecht heeft vastgesteld dat appellant tijdig in beroep is gekomen en dat er geen reële beslissing op het bezwaar is genomen. Op basis van artikel 32, onder e, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen. Het gerecht heeft geoordeeld dat de ongemotiveerde, als afwijzend geldende beschikking niet in stand kan blijven en heeft het beroep gegrond verklaard. Verweerder is veroordeeld om binnen drie maanden na de uitspraak een reële beslissing te nemen op het bezwaar van appellant. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van de kosten van het geding, begroot op Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris, en is het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem terugbetaald. Deze uitspraak is gedaan door mr. N.K. Engelbrecht op 24 oktober 2016.

Uitspraak

Uitspraak van 24 oktober 2016
LAR nr. 987 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellant],
gevestigd in Aruba,
APPELLANT,
gemachtigde: de advocaten mrs. D.M. Passchier en A.J. Swaen,
gericht tegen:
de Minister van Financiën en Overheidsorganisatie,
zetelende in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde mr. V.M. Emerencia.

1.PROCESVERLOOP

Appellant heeft op 22 december 2015 bezwaar gemaakt tegen de in het landsbesluit d.d. 10 november 2015, no.1, DRH/41geh vervatte beschikkingen.
Tegen het uitblijven van een beslissing op het bezwaar heeft appellant op 4 mei 2016 beroep ingesteld bij dit gerecht.
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.
Uitspraak is nader bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het gerecht overweegt dat appellant tijdig in beroep is gekomen tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift.
2.2
Ingevolge artikel 32, onder e, van de Lar kan het gerecht onmiddellijk uitspraak doen indien het bestuursorgaan binnen de gestelde termijn geen verweerschrift heeft ingediend.
2.3
De vaststelling dat ten tijde van het sluiten van het onderzoek nog geen reële beslissing op het bezwaar is genomen en de omstandigheid dat geen verweer door verweerder is gevoerd, maken dat de ongemotiveerde, als afwijzende beslissing op het bezwaar geldende, beschikking kennelijk niet in stand kan blijven. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Verweerder dient binnen drie maanden na deze uitspraak een reële beslissing te nemen.
2.4
Verweerder zal worden veroordeeld in de kosten van dit geding, begroot op een bedrag van Afl. 500,- aan gemachtigdensalaris.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van appellant;
- bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een reële beslissing dient te nemen op het bezwaar van appellant;
- veroordeelt verweerder tot betaling van de door appellant voor dit geding gemaakte kosten aan rechtskundige bijstand, begroot op Afl. 500,-;
- gelast dat het door appellant gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan hem wordt terugbetaald.
Deze beslissing werd gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 24 oktober 2016 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 53a LAR).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het beroep is gedagtekend. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening bij de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 53b LAR).