ECLI:NL:OGEAA:2016:775

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 november 2016
Publicatiedatum
1 december 2016
Zaaknummer
A.R. 2751 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in het incident tot tussenkomst in civiele procedure tussen A*, B* en C*

In deze civiele procedure, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft A*, een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, verzocht om in de hoofdzaak tussen te komen. De zaak betreft een vordering die B* op C* heeft, welke door B* aan A* is gecedeerd. A* heeft de incidentele vordering tot tussenkomst ingediend, waarop C* zich refereert aan het oordeel van het gerecht. De procedure is gestart met de mondelinge conclusie van antwoord van C*, die zich aan het oordeel van het gerecht refereert. Het Gerecht heeft vastgesteld dat A* belang heeft bij de tussenkomst, aangezien de cessie van de vordering op C* aan A* is medegedeeld en C* zich niet verzet tegen de eis van A*.

Het Gerecht heeft vervolgens geoordeeld dat A* in de hoofdzaak kan tussenkomen. De beslissing over de proceskosten van het incident wordt aangehouden tot de hoofdzaak. Het Gerecht heeft bepaald dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zal worden in de stand waarin deze zich bevond vóór het incident. A* heeft ook een eis ingediend tegen C* voor betaling van een bedrag van US$ 100.000,00 en Afl. 20.000,00, vermeerderd met wettelijke rente. Dit vonnis is uitgesproken door rechter mr. J. Sap op 2 november 2016, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 2 november 2016
Behorend bij A.R. 2751 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot tussenkomst
zijdens
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
A*,
te Aruba,
hierna ook te noemen: A*,
gemachtigde: advocaat mr. Chris F.K.J. Lejuez,
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
B*,
te Aruba,
hierna ook te noemen: B*,
gemachtigde: advocaat mr. Chris F.K.J. Lejuez,
tegen:
C*,
te Aruba,
hierna ook te noemen: C*,
gemachtigde: advocaat mr. D.C.A. Crouch.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de incidentele vordering tot tussenkomst van A*;
- de mondelinge conclusie van antwoord in het incident van C*, strekkende tot referte;
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE VORDERING

2.1
A* vordert dat haar wordt toegestaan in de hoofdzaak tussen te komen. A* voert daartoe aan dat B* de vordering op C* aan haar heeft gecedeerd.
2.2
B* heeft blijkens de conclusie van A* ingestemd met de tussenkomst.
2.3
C* refereert zich aan het oordeel van het gerecht.

3.DE BEOORDELING

3.1.
Op voet van artikel 214 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) is een ieder die belang heeft bij een rechtsgeding, hangende tussen andere partijen, bevoegd om daarin tussen te komen. Ingevolge artikel 215 wordt het incident aangebracht ter terechtzitting op de dienende dag vóór of op die waarop de behandeling van het aanhangige rechtsgeding eindigt.
3.2
A* heeft stukken overgelegd waaruit de cessie blijkt. Aan C* is daarvan mededeling gedaan. A* heeft daarmee belang om tussen te komen, nu niet meer aan B* bevrijdend kan worden betaald. A* heeft ook belang bij zijn in de conclusie opgenomen eis, waartegen C* zich evenmin heeft verzet.
3.3
De beslissing over de proceskosten van dit incident wordt aangehouden tot in de hoofdzaak wordt beslist.
3.4
A* heeft gesteld dat de
procedure in de hoofdzaakkan worden voortgezet in de stand waarin die zich bevindt, nu C* zijn verweer tegen B* ook tegen A* zal kunnen richten. Het Gerecht zal A* dan ook niet (nogmaals) in de gelegenheid stellen een conclusie te nemen in de hoofdzaak, maar doorgaan waar die gebleven was, te weten het bepalen van een datum voor het horen van getuigen. Op basis van de reeds opgegeven verhinderdata zal het Gerecht thans een datum voor getuigenverhoor bepalen.

4.DE UITSPRAAK:

Het Gerecht:
in het incident:
staat A* toe in de hoofdzaak tussen te komen,
in de hoofdzaak:
verstaat dat nadien in de hoofdzaak, met in achtneming van de positie van de tussenkomende partij voort geprocedeerd wordt in de stand waarin de zaak zich vóór het wijzen van het vonnis op het incident bevond en met inachtneming van de in de vorige alinea bedoeld proceshandelingen. In de hoofdzaak zal heden een rolbeschikking worden gegeven,
voegt in de hoofdzaak toe de eis van A* dat C* wordt veroordeeld om aan haar tegen kwijting te betalen de somma van US$ 100.000,00 en Afl. 20.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 november 2015 tot de dag der voldoening en onder veroordeling van C* in de kosten van het geding.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 2 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.