Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
3.DE BESLISSING
dinsdag 26 juni 2016 om 8.30 uur, voor overlegging van de uitslag van het onderzoek.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 9 februari 2016 een beschikking gegeven in het kader van de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van een minderjarige. De verzoekster, aangeduid als de moeder, heeft verzocht om een DNA-onderzoek om vast te stellen of de man, aangeduid als de verweerder, de biologische vader is van de minderjarige Z. De bijzondere curator, die eerder door het gerecht was benoemd, heeft in een akte aangegeven dat het in het belang van de minderjarige is dat een DNA-onderzoek wordt verricht, aangezien nog niet vaststaat of de man de verwekker is van de minderjarige.
Het gerecht heeft vastgesteld dat de bijzondere curator terecht heeft opgemerkt dat de gerechtelijke vaststelling van vaderschap kan plaatsvinden op basis van het feit dat de man de verwekker is of dat hij met de daad van verwekking heeft ingestemd. Gezien het ontbreken van verweer van de man, heeft het gerecht besloten om een DNA-onderzoek te gelasten bij het Landslaboratorium of het Laboratorio Familiar. De kosten van dit onderzoek zullen door de moeder worden voorgeschoten.
De zaak is vervolgens verwezen naar een zitting op 26 juni 2016 voor de overlegging van de uitslag van het DNA-onderzoek. Het gerecht heeft verder bepaald dat iedere verdere beslissing zal worden aangehouden totdat de uitslag van het onderzoek bekend is. Deze beschikking is gegeven door rechter N.K. Engelbrecht in tegenwoordigheid van de griffier.