In deze zaak heeft de Voogdijraad verzocht om ontheffing van de moeder uit het ouderlijk gezag over haar twee minderjarige kinderen, geboren in 2012 en 2013. De ouders zijn gescheiden en oefenen gezamenlijk ouderlijk gezag uit. De procedure begon met een verzoekschrift op 3 juni 2016, gevolgd door een mondelinge behandeling op 13 september 2016, waarbij de Voogdijraad, de moeder en de vader aanwezig waren. De gezinsvoogdes, mevrouw A. Nicolaas-Lucas, was ook aanwezig en heeft een rapport opgesteld over de situatie van de kinderen.
In het rapport werd beschreven dat de kinderen goed verzorgd zijn en zich goed ontwikkelen. De ouders hebben echter klachten over elkaars opvoedmethoden en de communicatie tussen hen is slecht. De vader heeft verzocht om eenhoofdig gezag, terwijl de moeder aangeeft moe te zijn van de situatie. De gezinsvoogdes adviseerde om de moeder uit het gezag te ontheffen, maar met behoud van de omgangsregeling.
Het gerecht heeft de zaak beoordeeld aan de hand van het rapport en de verhandelingen ter zitting. Het gerecht oordeelde dat niet is aangetoond dat de moeder ongeschikt of onmachtig is om haar zorgplicht te vervullen. Slechte communicatie tussen de ouders en de indruk dat de moeder minder verantwoordelijk is, zijn onvoldoende redenen voor ontheffing. Het verzoek van de Voogdijraad is afgewezen, en de bestaande omgangsregeling blijft gehandhaafd.