In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 25 oktober 2016, wordt de ontkenning van het vaderschap door de man, verweerder, behandeld. De verzoekster, de moeder van de minderjarige, heeft een verzoek ingediend tot gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap. De procedure is gestart na een eerdere beschikking van 5 april 2016, waarin de Voogdijraad werd benoemd tot bijzondere curator van de minderjarige. De bijzondere curator heeft op 29 juni 2016 verzocht om de ontkenning van het vaderschap gegrond te verklaren, gebaseerd op een DNA-test uitgevoerd door I.L. Laboratorio Familiar NV, waaruit blijkt dat de man niet de biologische vader is van de minderjarige.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 september 2016 was de moeder aanwezig, bijgestaan door haar advocaat, en ook de biologische vader was aanwezig. De man, verweerder, is niet verschenen, ondanks dat hij daartoe was opgeroepen. De bijzondere curator heeft geen bezwaar gemaakt tegen de gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap. De rechter heeft vastgesteld dat de wettelijke eisen voor de ontkenning van het vaderschap zijn voldaan, en dat er geen bezwaren zijn tegen de gegrondverklaring.
De beslissing van het gerecht is dat de ontkenning van het vaderschap door de man gegrond wordt verklaard. Dit betekent dat de man niet de biologische vader is van de minderjarige, die op [geboortedatum] 2015 is geboren uit de verzoekster. Deze beschikking is gegeven door rechter N.K. Engelbrecht ter terechtzitting op 25 oktober 2016, in aanwezigheid van de griffier.