ECLI:NL:OGEAA:2016:751

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
25 oktober 2016
Publicatiedatum
28 november 2016
Zaaknummer
EJ nr. 2822 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontkenning vaderschap en verzoek tot vaststelling biologische afstamming

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 25 oktober 2016, wordt het verzoek van de man tot ontkenning van het vaderschap behandeld. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.F.M. Zara, heeft verzocht om de ontkenning van het vaderschap van de minderjarige, die geboren is uit de moeder, hierna aangeduid als de verweerster. De procedure is voortgevloeid uit een eerdere beschikking van 13 januari 2015, waarin de Voogdijraad werd benoemd tot bijzondere curator van de minderjarige en een verwantschapsonderzoek werd gelast om de biologische afstamming vast te stellen.

Het gerecht heeft de procedure voortgezet op basis van het rapport van Verilabs van 3 december 2015, dat op 15 juni 2016 is ingediend. Dit rapport concludeert dat het uitgesloten is dat de man de biologische vader is van de minderjarige. Tijdens de zitting op 13 september 2016 waren de man, de moeder en de bijzondere curator, mr. M. Ras-Pieternella, aanwezig. De bijzondere curator heeft verzocht om de ontkenning van het vaderschap gegrond te verklaren, wat binnen de wettelijke termijn is gedaan.

Het gerecht heeft geoordeeld dat het verzoek van de man niet-ontvankelijk is, omdat het na de wettelijke termijn is ingediend. Echter, het verzoek van de bijzondere curator om de ontkenning van het vaderschap gegrond te verklaren, is ontvankelijk. Gezien de resultaten van het verwantschapsonderzoek en de afwezigheid van redenen om aan deze resultaten te twijfelen, heeft het gerecht besloten om het verzoek van de minderjarige toe te wijzen. De man wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek, en de ontkenning van het vaderschap wordt gegrond verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 25 oktober 2015
behorend bij EJ nr. 2822 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna te noemen: de man,
gemachtigde: de advocaat mr. J.F.M. Zara,
tegen
[Verweerster],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna te noemen: de moeder,
procederend in persoon.
Belanghebbenden:
[naam minderjarige], de minderjarige,
vertegenwoordigd door
de bijzondere curator.

1.DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 13 januari 2015, waarbij onder andere de Voogdijraad is benoemd tot bijzondere curator van de minderjarige voornoemd, en waarbij een onderzoek is gelast naar de vraag met welke mate van waarschijnlijkheid de man de biologische vader is van de minderjarige.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het rapport van Verilabs van 3 december 2015 inhoudende het resultaat van het verrichtte verwantschapsonderzoek, ingediend op 15 juni 2016;
  • de griffiersaantekeningen van de behandeling van 13 september 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de man bij zijn gemachtigde, de moeder in persoon, en namens de bijzonder curator, mr. M. Ras-Pieternella.
De uitspraak is vervolgens bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Zoals bij de tussenbeschikking is overwogen, is het onderhavige verzoek van de man ingediend na het verstrijken van de wettelijke termijn, die van openbare orde is. Hij zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek.
2.2
Ter zitting heeft de bijzondere curator namens de minderjarige verzocht de ontkenning van het door het huwelijk ontstane vaderschap van de man, gegrond te verklaren. Dit verzoek is gedaan binnen de in artikel 1:200, zesde lid, BWA gestelde termijn, zodat het ontvankelijk is.
2.3
In het rapport van Verilabs van 3 december 2015 wordt naar aanleiding van het verwantschapsonderzoek geconcludeerd dat het uitgesloten is dat de man, de biologische vader is van de minderjarige. Nu biologisch vaderschap nagenoeg met zekerheid kan worden bewezen door middel van een verwantschapsonderzoek, en er ook overigens geen reden is om aan de resultaten van dit onderzoek te twijfelen, is hiermee aan de wettelijke eis voldaan. Het gerecht zal het verzoek van de minderjarige daarom toewijzen.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn verzoek,
verklaart gegrond de ontkenning van het vaderschap van [verzoeker], geboren op [geboortedatum] 1975 in [geboorteplaats], van de op [geboortedatum] 2012 in [geboorteplaats] uit [verweerster] geboren, thans nog minderjarige [naam minderjarige].
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag, 25 oktober 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.