In deze zaak, die op 26 oktober 2016 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, vorderde eiser, vertegenwoordigd door mr. D.G. Kock, dat GARDEN HORECA N.V., vertegenwoordigd door mr. M.H.J. Kock, zou worden bevolen om binnen twee dagen na de uitspraak van het vonnis bepaalde documenten aan hem te overhandigen. Deze documenten omvatten bankafschriften, omzetrapporten en andere financiële gegevens over een specifieke periode. Eiser stelde dat hij deze informatie nodig had om zijn onschuld aan te tonen in een andere procedure die door GARDEN was aangespannen tot ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst.
Het Gerecht overwoog dat eiser niet voldoende spoedeisend belang had aangetoond voor zijn vorderingen in kort geding, aangezien hij dezelfde vorderingen ook in de hoofdprocedure had kunnen indienen. Het Gerecht oordeelde dat de werkgever van eiser in die procedure de verantwoordelijkheid had om aan te tonen dat er sprake was van een gewichtige reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het Gerecht concludeerde dat de rechtsbedeling in de hoofdprocedure niet in gevaar zou komen zonder de gevraagde documenten.
Daarom werden de vorderingen van eiser afgewezen en werd hij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van GARDEN, die tot dat moment waren begroot op Afl. 1.500,--. Het Gerecht merkte op dat GARDEN had toegezegd dat eiser inzage zou krijgen in de gevraagde gegevens, wat ook in het vonnis werd vastgelegd.