ECLI:NL:OGEAA:2016:747

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 oktober 2016
Publicatiedatum
28 november 2016
Zaaknummer
K.G. 2530 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Contact- en straatverbod in kort geding tussen verzoekster en verweerder

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G.L. Griffith, een kort geding aangespannen tegen verweerder. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 11 oktober 2016 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 20 oktober 2016. De partijen hebben een affectieve relatie gehad, waaruit in 2012 een minderjarige is geboren. De relatie eindigde in maart 2013, waarna er onenigheid ontstond over de opvoeding en omgang met het kind. Verzoekster deed op 30 augustus 2016 aangifte van stalking door verweerder, die haar zou achtervolgen en haar zou bedreigen. Verzoekster vorderde een contactverbod en een straatverbod van 500 meter rondom haar woonplaats, alsook een dwangsom bij overtreding van dit verbod.

Het gerecht oordeelde dat de verhouding tussen partijen ernstig verstoord was en dat verzoekster zich onveilig voelde door het gedrag van verweerder. Ondanks de ontkenning van verweerder, concludeerde het gerecht dat hij geen inzicht had in zijn dominante gedrag en dat er geen kans was op een onderlinge regeling. Het contactverbod werd toegewezen, met de bepaling dat dit eindigt zodra er een omgangsregeling is getroffen. Verweerder werd ook veroordeeld in de kosten van de procedure. Het vonnis werd uitgesproken op 26 oktober 2016 door rechter Y.M. Vanwersch.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 26 oktober 2016
Behorend bij K.G. 2530 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[Verzoekster]
wonende te Aruba,
verzoekster, hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith,
tegen:
[verweerder]
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: [verweerder],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 11 oktober 2016;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 20 oktober 2016.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen hebben een affectieve relatie gehad, waaruit op [geboortedatum] 2012 de minderjarige [naam minderjarige] is geboren.
2.2
Rond maart 2013 is aan deze relatie een einde gekomen.
2.3
Vanaf 6 maart 2014 heeft de politie meerdere malen bemiddeld tussen partijen, omdat zij onenigheid hadden over onder meer de opvoeding van en omgang met het minderjarige kind.
2.4
Op 30 augustus 2016 heeft [verzoekster] aangifte gedaan van stalking. Uit het proces-verbaal volgt samengevat het volgende. [verzoekster] is van mening dat [verweerder]
haar achtervolgt omdat zij hem steeds tegen komt op plaatsen waar zij ook is. Voorts zou [verweerder] aan collega’s op haar werk een foto van haar hebben laten zien om te vragen of zij [verzoekster] naar hem toe konden sturen, zou hij bij het voorbij lopen haar borsten en billen aanraken, dreigt hij met het beschieten van de nieuwe partner van [verzoekster] en dwingt hij [verzoekster] om met hem te trouwen en weer met hem samen te gaan wonen. [verzoekster] voelt zich mentaal en fysiek door [verweerder] mishandeld. Voorts klaagt [verzoekster] erover dat zij zich niet veilig meer voelt op straat. Dit alles aldus [verzoekster].

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
verzoekster] vordert
a. toestemming om gratis te mogen procederen;
en voorts bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
a. [verweerder] te verbieden zich te bevinden binnen een straal van 500m van de woonplaats van [verzoekster], althans binnen een straal van 500m van [verzoekster], alsmede;
b. [verweerder] te verbieden om direct of indirect contact met [verzoekster] op te nemen op welke wijze dan ook;
c. zulks op straffe van een dwangsom van Afl. 500,00 per keer dat gedaagde in overtreding is met een van de verboden;
d. met veroordeling van [verweerder] in de kosten van het geding.
3.2 [
verzoekster] grondt de vordering erop dat zij zich door toedoen van [verweerder] nergens meer veilig en voortdurend gestrest voelt. Zij wenst rust in haar leven. [verweerder] blijft haar achtervolgen, terwijl hij niet om kijkt naar hun zoon.
3.3 [
verweerder] voert hiertegen gemotiveerd verweer, dat bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan de orde is de vraag of een contactverbod tussen partijen geboden is.
4.2
Uit de overgelegde mutatierapporten van de politie blijkt dat de verhouding tussen partijen ernstig verstoord is geraakt en de onderlinge communicatie te wensen over laat. Uit de mutaties van het KPA leidt het gerecht af dat [verweerder] graag omgang met de minderjarige zoon van partijen wenst en dat hij dit zonder contractuele of wettelijke basis probeert af te dwingen. Hierbij respecteert hij het eenhoofdige ouderlijk gezag van [verzoekster] niet en schuwt hij het dreigen met verbaal en/of fysiek geweld evenmin.
4.3
Hoewel [verweerder] ter zitting de verwijten die [verzoekster] maakt in alle toonaarden ontkent, is het gerecht van oordeel dat de houding van [verweerder] ter zitting benadrukt dat hij geen inzicht heeft in zijn eigen dominante gedrag cq handelen. Evenmin geeft [verweerder] er blijk van te begrijpen dat het contact met [verzoekster] verbeterd dient te worden omwille van de minderjarige. [verweerder] heeft ter zitting niets dan verwijten geuit richting [verzoekster] en getracht zichzelf vrij te pleiten. Hij geeft er geen blijk van de-escalerend te kunnen optreden, teneinde de communicatie tussen partijen te bevorderen in het belang van het minderjarige kind. De opstelling van [verweerder] is dermate destructief dat het gerecht de kans te verwaarlozen acht dat partijen in onderling overleg tot een omgangsregeling zullen komen. Desalniettemin komt het gerecht geraden voor dat partijen gezamenlijk de Voogdijraad benaderen, teneinde een afspraak te maken voor bemiddeling bij de tot stand koming van een omgangsregeling.
4.4 [
verzoekster] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij zich door toedoen van [verweerder] onveilig en gestrest voelt. Zij heeft er recht op en belang bij dat [verweerder] haar met rust laat, zolang tussen partijen geen omgangsregeling met betrekking tot [naam minderjarige] tot stand is gekomen. Om deze reden zal het verzochte contactverbod worden toegewezen met dien verstande dat dit eindigt op de dag dat tussen partijen een omgangsregeling tot stand is gekomen. Aangezien het gerecht het niet uitgesloten acht dat [verweerder] zich niet vrijwillig aan het contactverbod zal houden, zal hieraan de navolgende dwangsom worden verbonden.
4.5
Nu [verweerder] in het ongelijk is gesteld wordt hij in de kosten van de procedure veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
verleent [verzoekster] gratis admissie;
5.2
verbiedt [verweerder] om zich binnen een straal van 500m van [verzoekster] te bevinden en om direct dan wel indirect contact met haar te zoeken, tot aan de dag dat tussen partijen een omgangsregeling met betrekking tot [naam minderjarige] tot stand is gekomen;
5.3
verbindt aan de verboden als bedoeld in r.o. 5.2 een dwangsom van Afl. 500,00 per overtreding, ingaande op de dag volgend op die van de betekening van dit vonnis en met een maximum van Afl. 50.000,00;
5.4
veroordeelt [verweerder] in de kosten van de procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [verzoekster] begroot op Afl. 676,67 (aan de griffier van dit gerecht te betalen verschotten), alsmede (niet aan de griffier te betalen) salaris gemachtigde ad Afl. 1.800,00;
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af;
5.6
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 26 oktober 2016 in aanwezigheid van de griffier.