ECLI:NL:OGEAA:2016:745
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Verdeling onroerende zaak in het kader van huwelijksgoederengemeenschap
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een geschil tussen twee ex-echtgenoten over de verdeling van onroerend goed dat behoort tot hun ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. De procedure begon met een tussenvonnis op 30 maart 2016, waarin een deskundigenbericht werd gelast en beide partijen werd opgedragen om een voorschot te betalen voor de deskundige. Echter, op de rolzitting van 29 juni 2016 bleek dat geen van beide partijen hun helft van het voorschot had betaald, wat leidde tot de conclusie dat de vordering als onvoldoende weersproken voor toewijzing in aanmerking kwam.
De rechter oordeelde dat de verdeling van de onroerende zaak, die al bevolen was in een eerdere beschikking van 12 februari 2002, nu kon worden uitgevoerd. De uitspraak hield in dat [gedaagde] het perceel eigendomsgrond met daarop een opstal van 588 m2 toegewezen kreeg, onder de verplichting om aan [eiser] een bedrag van Afl. 90.000,- te betalen wegens overbedeling. Tevens werd bepaald dat, indien [gedaagde] niet meewerkt aan de verdeling, dit vonnis in de plaats treedt van een wettige akte tot verdeling.
Daarnaast werd [gedaagde] veroordeeld om aan [eiser] een gebruiksvergoeding van Afl. 375,- per maand te betalen, vanaf de datum van het inleidend verzoek tot de dag waarop de woning kadastraal ten name van [gedaagde] is gesteld. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis werd uitgesproken op 26 oktober 2016 in aanwezigheid van de griffier.