ECLI:NL:OGEAA:2016:745

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 oktober 2016
Publicatiedatum
25 november 2016
Zaaknummer
A.R. 2001 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling onroerende zaak in het kader van huwelijksgoederengemeenschap

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een geschil tussen twee ex-echtgenoten over de verdeling van onroerend goed dat behoort tot hun ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. De procedure begon met een tussenvonnis op 30 maart 2016, waarin een deskundigenbericht werd gelast en beide partijen werd opgedragen om een voorschot te betalen voor de deskundige. Echter, op de rolzitting van 29 juni 2016 bleek dat geen van beide partijen hun helft van het voorschot had betaald, wat leidde tot de conclusie dat de vordering als onvoldoende weersproken voor toewijzing in aanmerking kwam.

De rechter oordeelde dat de verdeling van de onroerende zaak, die al bevolen was in een eerdere beschikking van 12 februari 2002, nu kon worden uitgevoerd. De uitspraak hield in dat [gedaagde] het perceel eigendomsgrond met daarop een opstal van 588 m2 toegewezen kreeg, onder de verplichting om aan [eiser] een bedrag van Afl. 90.000,- te betalen wegens overbedeling. Tevens werd bepaald dat, indien [gedaagde] niet meewerkt aan de verdeling, dit vonnis in de plaats treedt van een wettige akte tot verdeling.

Daarnaast werd [gedaagde] veroordeeld om aan [eiser] een gebruiksvergoeding van Afl. 375,- per maand te betalen, vanaf de datum van het inleidend verzoek tot de dag waarop de woning kadastraal ten name van [gedaagde] is gesteld. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis werd uitgesproken op 26 oktober 2016 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 26 oktober 2016
Behorend bij A.R. 2001 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiser],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. M.M.M.C. Ecury,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. P.M.E. Mohamed.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 30 maart 2016;
- de mededeling zijdens [eiser] op de rolzitting van 14 september 2016 dat zij verder wil procederen en de akte niet dienen zijdens [gedaagde].
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Op de rolzitting van 11 november 2015 werd akte niet-dienen door [gedaagde] verleend aan [eiser].
2.2
Op de (desondanks) gelaste comparitie werd afgesproken dat een deskundige een taxatierapport zou opmaken met betrekking tot de woning die tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap behoort.
2.3
Bij vonnis van 30 maart 2016 werd een deskundigenbericht gelast en werd aan beide partijen opgedragen om de helft van het voorschot te betalen.
2.4
Blijkens de aantekening van de (parkeer)rolzitting van 29 juni 2016 werd door geen van partijen hun helft van het voorschot voor de deskundige betaald.
2.5
Het gerecht verbindt daaraan het gevolg dat de vordering als onvoldoende weersproken voor toewijzing in aanmerking komt, althans voor zover het gevorderde enigszins duidelijk en voor tenuitvoerlegging vatbaar is. De verdeling is in de beschikking van 12 februari 2002 al bevolen. [eiser] heeft geen belang bij herhaalde toewijzing. De gebruiksvergoeding wordt, bij gebrek aan duidelijkheid over de beoogde ingangsdatum, toegewezen vanaf de datum van het inleidend verzoek.
2.6
Nu partijen ex-echtelieden zijn zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
deelt aan [gedaagde] toe het perceel eigendomsgrond met daarop staande opstal groot 588 m2, kadastraal bekend als [kadastrale aanduidingen], plaatselijk bekend als [adres] onder de verplichting aan [eiser] wegens overbedeling uit te keren de som van Afl. 90.000,;
bepaalt, voor het geval dat [gedaagde] niet meewerkt aan de verdeling, dat dit vonnis op voet van het bepaalde in artikel 3:300 BW in de plaats treedt van een in wettige vorm opgemaakte akte tot verdeling van de ontbonden gemeenschap en toedeling van de in dit vonnis genoemde goederen;
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een gebruiksvergoeding van Afl. 375, per maand vanaf datum inleidend verzoek tot de dag waarop de woning kadastraal ten name van [gedaagde] is gesteld;
compenseert de kosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 26 oktober 2016 in aanwezigheid van de griffier.