Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
Afl. 45.096,61 minder is gestort dan er volgens de cash-rekeningen is afgeleverd bij de klanten.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde de naamloze vennootschap Lovers Industrial Corp Aruba N.V. (hierna: Lovers) betaling van een bedrag van Afl. 45.096,61 van de gedaagde, die van 1 december 2014 tot 25 juni 2015 in dienst was als 'Head of Operations'. Lovers beschuldigde de gedaagde van het opzettelijk verduisteren van gelden die tijdens haar dienstverband zouden zijn ontvangen. De zaak volgde op een eerder kort geding waarin de voorzieningenrechter had geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, maar dat er voldoende aanwijzingen waren dat de gedaagde interne regels had overtreden.
De feiten wezen uit dat er een audit was uitgevoerd die een tekort van Afl. 45.096,61 aan het licht bracht. Lovers had de gedaagde op staande voet ontslagen, maar de voorzieningenrechter had in een kort geding geoordeeld dat het ontslag niet onverwijld was. In de procedure die volgde, vorderde Lovers betaling van het tekort, stellende dat de gedaagde toerekenbaar tekort was geschoten in haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst.
De rechter oordeelde dat de gedaagde, door geen inhoudelijk verweer te voeren, aansprakelijk was voor de schade die Lovers had geleden. De rechter baseerde zijn oordeel op artikel 7A:1615da BWA, dat bepaalt dat een werknemer niet aansprakelijk is voor schade aan de werkgever, tenzij deze schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid. Aangezien de gedaagde geen afdoende verklaring had gegeven voor haar handelen, werd zij veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en de kosten van de procedure.