ECLI:NL:OGEAA:2016:740

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 oktober 2016
Publicatiedatum
25 november 2016
Zaaknummer
A.R. 1605 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Y. M. Vanwersch
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over ontruiming en nalatenschap met betrekking tot een woning

In deze civiele procedure, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben eisers in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Kock, een ontruimingsvordering ingediend tegen gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.S. Gravenstijn. De zaak betreft een woning waar gedaagde in conventie al meer dan 25 jaar woont zonder huur te betalen. Eisers in conventie zijn rechtsopvolgers van wijlen Y, die in 1986 is overleden. De woning maakt deel uit van de nalatenschap van wijlen Y, en eisers vorderen ontruiming van gedaagde, die zonder titel in de woning verblijft.

Gedaagde in conventie heeft verweer gevoerd en vordert in reconventie dat eisers de woning aan de erven X leveren of de koopsom van Afl. 15.000,00 restitueren. Gedaagde stelt dat de woning in 1976 door wijlen Y aan wijlen X is verkocht, maar nooit notarieel is geleverd. De rechter heeft de procedure gevolgd en de feiten vastgesteld, waarbij de verweren van beide partijen zijn besproken.

De rechter heeft overwogen dat gedaagde in conventie zich beroept op verkrijgende verjaring en dat de verjaringstermijn is gaan lopen op het moment dat eisers bekend waren met de nalatenschap. De rechter heeft vastgesteld dat de verjaringstermijn op 1 januari 1987 is gaan lopen en op 1 januari 2007 is geëindigd. De zaak is aangehouden voor verdere uitlatingen van partijen over de verjaring en de mogelijkheid van heropening van de comparitie. De uitspraak is gedaan op 23 november 2016 door mr. Y. M. Vanwersch.

Uitspraak

Vonnis van 26 oktober 2016
Behorend bij A.R. 1605 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eisers,
wonenden te [woonplaats],
eisers in conventie, gedaagden in reconventie,
hierna ook te noemen: [eisers in conventie, gedaagden in reconventie],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
Gedaagde,
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
hierna ook te noemen: [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
- de aantekeningen van de comparitie na antwoord op 1 februari 2016.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

in conventie en reconventie
2.1 [
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] woont meer dan 25 jaar in de woning gelegen te [adres] te [woonplaats], waarvoor zij geen huur betaalt.
2.2
Wijlen X is de opa van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]. X heeft gedurende 39 jaar gewoond in de woning [adres].

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in conventie
3.1. [
eisers in conventie, gedaagden in reconventie] vorderen - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad- [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te bevelen de woning te [adres] te ontruimen met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van dit geding.
3.2
Aan deze vordering leggen [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] het volgende ten grondslag.
[eisers in conventie, gedaagden in reconventie] zijn rechtsopvolgers onder algemene titel van Y die op [datum] 1986 in [woonplaats] is overleden. Tot de nalatenschap behoort onder andere het perceel domeingrond kadastraal bekend als [kadastrale aanduiding], met daarop de woning, bekend als [adres]. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] woont zonder titel in deze woning, betaalt geen huur en weigert de woning te ontruimen.
3.3 [
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert gemotiveerd verweer dat bij de beoordeling aan de orde komt.
in reconventie
3.3 [
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert in reconventie [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] te bevelen de woning gelegen te [adres] te leveren aan de erven X dan wel de koopsom ad Afl. 15.000,00 te restitueren alsmede [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] te veroordelen tot betaling van door wijlen X en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gedane investeringen in de woning, te vermeerderen met de wettelijke rente en aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een redelijke termijn te gunnen van 26 maanden na de uitspraak om de woning te ontruimen.
3.4
Aan deze vordering legt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] - samengevat - het volgende ten grondslag.
Wijlen Y heeft het betreffende huis op [datum] 1976 verkocht aan de heer X, die ook is overleden. De woning is echter nooit notarieel geleverd aan wijlen X.

4.DE BEOORDELING

in conventie en reconventie
4.1
Met betrekking tot het meest verstrekkende verweer van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], inhoudende dat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] niet ontvankelijk dienen te worden verklaard, wordt als volgt overwogen.
4.2
Ingevolge het bepaalde in artikel 3:171 BWA kan
een deelgenooteen rechtsvordering in stellen. Het onderhavige verzoek is ingediend door een collectiviteit met onbekende deelgenoten. Tijdens de comparitie na antwoord zijn verschenen [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] [naam] en [naam]. Aldus wordt aangenomen dat zij de deelgenoten zijn die het verzoek hebben ingediend. Het niet-ontvankelijkheidsverweer van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wordt dan ook verworpen.
4.3 [
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] beroept zich op het bestaan van een koopovereenkomst tussen wijlen Y en wijlen X (haar opa) met betrekking tot de woning gelegen aan [adres] te [woonplaats]. Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft wijlen Y de woning te [adres] op 20 juli 1976 verkocht aan wijlen X voor een bedrag van Afl. 15.000,00. De woning is echter nimmer geleverd. Aangezien [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van mening is dat zij deelgenoot is in de nalatenschap van wijlen X vordert zij alsnog de levering van deze woning. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
4.4
Bij conclusie van repliek tevens antwoord in reconventie hebben [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] onweersproken gesteld dat het gerecht in eerste aanleg reeds op 3 mei 2000 heeft geoordeeld dat wijlen X nimmer eigenaar is geworden van de woning te [adres] te [woonplaats]. Nu gesteld noch gebleken is dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] uit andere hoofde de eigendom heeft verworven van deze woning, wordt haar vordering tot levering afgewezen. Ten overvloede wordt in dit kader nog overwogen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] haar stelling dat zij deelgenoot is in de nalatenschap van X op geen enkele wijze heeft onderbouwd. Zelfs indien de woning wel tot de nalatenschap van de erven X zou behoren, is haar vordering tot levering om deze reden niet toewijsbaar.
4.5 [
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft voorts onweersproken gesteld dat zij inmiddels meer dan 25 jaar in de woning te [adres] woont en dat zij ‘eigenaarsrechten’ uitoefent. Wat hier verder ook van zij, het gerecht begrijpt deze stelling aldus dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zich beroept op verkrijgende verjaring ex artikel 3:105 BW. Bij een beroep op verjaring en in verband daarmee de bezitspretentie komt het aan op uiterlijke omstandigheden waaruit naar verkeersopvattingen een wilsuiting kan worden afgeleid om als rechthebbende op te treden. Er moet in dit verband sprake zijn van “niet dubbelzinnig bezit”. Dit houdt in dat de bezitter zich zodanig moet gedragen dat de eigenaar tegen wie de verjaring loopt daaruit niet anders kan afleiden dan dat de bezitter pretendeert eigenaar te zijn. Van deze vorm van verjaring kan immers pas sprake zijn ingeval de rechthebbende tegen wie de verjaring is gericht, uit de gedragingen van degene die zich op verjaring wil beroepen, duidelijk kan opmaken dat deze pretendeert rechthebbende (eigenaar) te zijn zodat hij tijdig maatregelen kan nemen om de inbreuk op zijn recht te beëindigen.
4.6
Uit hetgeen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] naar voren heeft gebracht leidt het gerecht af dat zij zich altijd heeft gedragen als rechthebbende op de woning, nu zij ervan uit gaat dat de woning tot de nalatenschap behoort van wijlen X, die haar opa was. Ook voor [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] was het duidelijk dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de veronderstelling verkeerde dat de woning tot de nalatenschap van wijlen X behoorde en dat zij deelgenoot en dus rechthebbende is op de woning. Om deze reden weigerde [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de woning te ontruimen. Aangenomen wordt dan ook dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] jegens [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] altijd over de woning heeft beschikt als ware zij (partieel) eigenaar.
4.7
Verkrijging door verjaring in de zin van artikel 3:105 BW treedt van rechtswege in op het moment dat de bevrijdende verjaring van de rechtsvordering tot de beëindiging van het bezit wordt voltooid. De rechtsvordering van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] strekkende tot het beëindigen van het bezit van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verjaart door verloop van 20 jaar (3:306 BWA). Ingevolge het bepaalde in artikel 3:314 BWA is de verjaringstermijn gaan lopen op de dag dat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] bekend werden met het feit dat de woning te [adres] onderdeel vormde van de nalatenschap van wijlen Y.
4.8
Vast staat dat wijlen Y op [datum] 1986 is overleden. Aangezien de afwikkeling van een nalatenschap in de regel enige tijd in beslag neemt, wordt er vooralsnog van de uitgegaan dat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] op of omstreeks [datum] 1987 bekend waren met de omvang van de nalatenschap van wijlen Y en dat de woning te [adres] hiervan onderdeel uitmaakte. Dit heeft tot gevolg dat er ook vanuit wordt gegaan dat de verjaring van de rechtsvordering van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] tot beëindiging van het bezit door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op 1 januari 1987 is gaan lopen en derhalve is geëindigd op 1 januari 2007. Afgezien van de brief van 15 mei 2015 (productie 3 bij verzoekschrift) zijn geen andere stukken in het geding gebracht waaruit blijkt dat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] reeds eerder aanspraak hebben gemaakt op de woning. Nu het voorgaande tussen partijen niet eerder in debat is geweest zullen zij in de gelegenheid worden gesteld om zich uit te laten over de vraag wanneer de verjaringstermijn ter zake de rechtsvordering van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] exact is gaan lopen, teneinde te kunnen beoordelen of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op grond van verkrijgende verjaring eigenaar is geworden van de woning te [adres].
4.9
Dit vonnis is gewezen door een andere rechter dan de rechter die de comparitie heeft geleid. Dit heeft tot gevolg dat partijen zich tevens mogen uit laten over de vraag of zij heropening van de comparitie na antwoord wensen.
4.1
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
in conventie en reconventie
5.1
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 23 november 2016 voor akte uitlating aan de zijde van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] als bedoeld in r.o. 4.8 en 4.9;
5.2
bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aansluitend in staat wordt gesteld een contra-akte te nemen;
5.3
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y. M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 23 november 2016 in aanwezigheid van de griffier.