ECLI:NL:OGEAA:2016:737

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
26 oktober 2016
Publicatiedatum
25 november 2016
Zaaknummer
A.R. no. 518 van 2013
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van onroerende zaak in civiele procedure

In deze civiele zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, ging het om de verdeling van een onroerende zaak tussen twee partijen. De eiseres in conventie, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.M. Malmberg, en de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door mr. N.S. Gravenstijn, waren betrokken in een geschil over de eigendom en waarde van de woning. De procedure kende een verloop dat tot en met 10 februari 2016 werd vastgelegd in een tussenvonnis. In dit tussenvonnis werd een taxateur benoemd om de waarde van het onroerend goed vast te stellen, waarbij beide partijen de kosten dienden te delen. Echter, slechts de eiseres voldeed aan de betalingsverplichting voor het taxatierapport.

De gedaagde in conventie stelde dat hij door een misverstand de betaling nog niet had verricht, maar het gerecht achtte dit niet geloofwaardig. Het gerecht benadrukte het belang van een actuele taxatie, aangezien beide partijen de woning toebedeeld wilden krijgen. De gedaagde werd nogmaals in de gelegenheid gesteld om het voorschot voor de taxatie te betalen, met de waarschuwing dat bij uitblijven van betaling het gerecht zou uitgaan van een verouderde taxatiewaarde van Afl. 99.000,00.

Het vonnis bevatte ook bepalingen over de verdere procedure, waaronder de verplichting voor de gedaagde om binnen 14 dagen het voorschot te voldoen en de rol van de zaak op 11 januari 2016 voor het indienen van akten door beide partijen. Het gerecht hield verdere beslissingen aan in afwachting van de betaling van het voorschot. Dit vonnis werd uitgesproken op 26 oktober 2016 door mr. M. Schoemaker, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 26 oktober 2016
Behorend bij A.R. no. 518 van 2013
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[Eiseres],
wonende in Aruba,
eiseres in conventie,
tevens gedaagde in reconventie,
nader te noemen: [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie],
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen:
[Gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde in conventie,
tevens eiser in reconventie,
nader te noemen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
gemachtigden: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot en met 10 februari 2016 blijkt uit het tussenvonnis van die datum. Partijen hebben nadien akten gewisseld.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1 [
gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft alsnog een bewijs van onvermogen in het geding gebracht, zodat ook aan hem bij eindvonnis toestemming zal worden verleend om kosteloos te procederen.
2.2
Het gerecht heeft bij tussenvonnis dhr. [naam] van [bedrijf] benoemd tot taxateur om een taxatierapport van het onroerend goed op te stellen en bepaald dat partijen ieder de helft van de kosten van het rapport dienen te dragen en ieder een bedrag van Afl. 200,00 (dus in totaal Afl. 400,00) als voorschot vooraf bij de griffie van dit gerecht dienden te storten. Alleen [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft daaraan voldaan.
2.3 [
gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft bij akte gesteld dat hij wegens een misverstand het door hem te betalen bedrag nog niet heeft voldaan. Hij ging er volgens eigen zeggen vanuit dat partijen na ontvangst van het rapport pas de kosten dienden te betalen. Het gerecht acht dit betoog niet erg geloofwaardig aangezien het tussenvonnis niets aan duidelijkheid te wensen overliet en het gerecht bovendien na het uitblijven van tijdige betaling, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] middels zijn gemachtigde meerdere malen heeft verzocht om voor betaling zorg te dragen. Echter, is het voor afdoening van de zaak van belang dat de waarde van de woning wordt vastgesteld. Dit temeer, daar beide partijen de woning toebedeeld wensen te krijgen. Het is niet realistisch om uit te gaan van de taxatiewaarde uit 2006 (Afl. 99,000,00), terwijl de verzekeringswaarde onvoldoende houvast biedt om de waarde te bepalen. Aangezien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangegeven alsnog bereid te zijn het voorschot te betalen, zal het gerecht [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nog eenmaal in de gelegenheid stellen om het voorschot binnen twee weken na het uitspreken van dit vonnis ter griffie te storten. Indien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dit nalaat, zal het gerecht daaraan de consequenties verbinden die het geraden acht. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient er in dat geval rekening mee te houden dat het gerecht alsnog zal uitgaan van een waarde van Afl. 99.000,00. De meest gerede partij (die in staat zal blijken te zijn de andere partij uit te kopen) zal de woning tegen die waarde toebedeeld krijgen.
2.4.
Partijen dienen er rekening mee te houden dat gelet op het tijdsverloop sinds het vorige tussenvonnis, de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te betalen vergoeding voor de door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] gemaakte onderhoudskosten en investeringskosten (zie r.o. 4.15 tussenvonnis) per saldo steeds kleiner wordt en nihil kan worden op het moment dat eindvonnis zal worden gewezen, daar [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] nog steeds huurinkomsten ontvangt die in mindering strekken op die te betalen vergoeding.
2.5
Het gerecht zal de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in sustenu 5 van zijn antwoordakte ingenomen stellingen die zich richten tegen het tussenvonnis, buiten beschouwing laten.
2.6
In afwachting van het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te betalen deelvoorschot, zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
3.1
stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nog eenmaal in de gelegenheid om uiterlijk binnen 14 dagen na het uitspreken van dit vonnis Afl. 200,00 te voldoen ter griffie van dit gerecht, onder vermelding van het zaaknummer (AR 518 van 2013) en de datum van dit vonnis, ter dekking van het voorschot van de deskundige;
3.2 (
toevoeging)bepaalt dat de deskundige in afwijking van hetgeen in r.o. 5.9 van het tussenvonnis van 10 februari 2006 werd bepaald, indien het onder 5.1 genoemde bedrag alsnog tijdig ter griffie wordt betaald, uiterlijk op 7 december 2016
(in overleg met deskundige(n) te bepalen periode, maar in beginsel niet later dan drie maanden)een schriftelijk gemotiveerd en door hem ondertekend rapport ter griffie van dit gerecht (door verzending naar het gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, J.G. Emanstraat no. 51, Oranjestad, Aruba) in drievoud dient neer te leggen, onder vermelding van het zaaknummer (AR 518 van 2013), tezamen met zijn einddeclaratie;
3.3
verwijst de zaak naar de rol van 11 januari 2016 voor indiening van akten zijdens beide partijen gelijktijdig, zoals in r.o. 4.16 van voornoemd tussenvonnis bedoeld, waarna partijen nog gelijktijdig een antwoordakte zullen mogen nemen;
3.4
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 26 oktober 2016 in aanwezigheid van de griffier.