Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
5.DE UITSPRAAK
woensdag 23 november 2016voor akte uitlating bewijsopdracht aan de zijde van [gedaagde];
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een geschil tussen twee voormalige partners over de verdeling van gemeenschappelijke goederen na de beëindiging van hun affectieve relatie. Partijen hadden een samenlevingscontract opgesteld op 10 augustus 2009 en zijn eind september 2014 uit elkaar gegaan. De eiser vordert een verdeling van de goederen naar redelijkheid en billijkheid, inclusief een betaling van Afl. 184.068,50 wegens overbedeling en de helft van de huurpenningen die door de gedaagde zijn geïnd. De gedaagde betwist de vordering en stelt dat er op 18 november 2015 een vaststellingsovereenkomst tot stand is gekomen, waardoor de vorderingen van de eiser afgewezen moeten worden.
De rechter heeft in de procedure vastgesteld dat de gedaagde bewijs moet leveren van haar stelling dat er op 12 november 2015 een akkoord is bereikt over de vaststellingsovereenkomst. De eiser betwist dat er algehele overeenstemming was over de te verdelen goederen. De rechter heeft de zaak verwezen naar de rol voor akte uitlating bewijsopdracht aan de zijde van de gedaagde, waarbij de gedaagde de gelegenheid krijgt om bewijs te leveren van haar stelling. De uitspraak is gedaan op 26 oktober 2016 door mr. Y.M. Vanwersch, en de zaak is aangehouden voor verdere behandeling.