ECLI:NL:OGEAA:2016:73

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 februari 2016
Publicatiedatum
15 februari 2016
Zaaknummer
EJ. nr. 317 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging gezamenlijk gezag en verlenging ondertoezichtstelling

In de zaak tussen de vader, X, en de moeder, Y, beiden wonende in Aruba, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 9 februari 2016 een beschikking gegeven in de procedure met zaaknummer EJ. nr. 317 van 2014. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. G. de Hoogd, en de moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena, hebben een verzoek ingediend tot beëindiging van het gezamenlijk gezag over hun minderjarige zoon Z, geboren in 2012. De minderjarige was eerder onder toezicht gesteld voor een periode van zes maanden, waarbij A als gezinsvoogdes was benoemd. De gezinsvoogdes heeft tijdens de zitting van 8 december 2015 aangegeven dat er ernstige communicatieproblemen tussen de ouders bestaan, wat de ontwikkeling van de minderjarige negatief beïnvloedt. De gezinsvoogdes adviseerde om het gezag voortaan alleen aan de moeder toe te kennen en de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, wat door de Voogdijraad werd ondersteund. Het gerecht heeft geoordeeld dat het gezamenlijk gezag beëindigd moet worden wegens wijziging van omstandigheden, en dat de ondertoezichtstelling met een jaar verlengd wordt. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

Beschikking van 9 februari 2016
Zaaknummer EJ. nr. 317 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
In de zaak tussen
X
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
en
Y,
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna: de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena.
Belanghebbenden:
Z, de minderjarige,
A, de gezinsvoogdes.

1.DE PROCEDURE

Het eerdere verloop van de procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 25 augustus 2015, waarbij de minderjarige voor de duur van zes maanden onder toezicht is gesteld met benoeming van A tot gezinsvoogdes. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de voortzetting van de behandeling ter zitting van 8 december 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen de vader bijgestaan door mr. D.L. Emerencia occuperende voor mr. G. de Hoogd en de moeder bijgestaan door haar gemachtigde, de gezinsvoogdes in persoon alsmede mevrouw A. Flanders namens de Voogdijraad.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Zoals het gerecht in haar vorige beschikking heeft overwogen, blijkt uit het rapport van de Voogdijraad dat in dit geval sprake is van zodanige ernstige (communicatie)problemen tussen de ouders dat de minderjarige klemt dreigt te raken tussen hen. De minderjarige is toen onder toezicht gesteld en een gezinsvoogdes is benoemd.
2.2
De gezinsvoogdes heeft ter zitting van 8 december 2015 aangegeven dat er weinig tot geen communicatie is tussen de ouders, en als die er al is, deze vrijwel altijd eindigt in discussies. De ouders hebben dit niet, althans onvoldoende weersproken. Voorts is ter zitting naar voren gekomen dat de vader geen begeleiding van de gezinsvoogdes wilde, haar aanwijzingen niet volgde en op verschillende manieren heeft getracht de moeder zwart te maken bij de gezinsvoogdes. Volgens de vader is de reden hiervoor dat de gezinsvoogdes niet onpartijdig en op de hand van de moeder is.
2.3
De gezinsvoogdes heeft geadviseerd om de moeder voortaan alleen met het gezag te belasten en om de minderjarige onder toezicht te stellen voor de duur van één jaar, omdat de minderjarige vaak ziek is en niet leeftijdsadequaat ontwikkelt, en de moeder nog begeleiding nodig heeft. De Voogdijraad heeft zich met dit advies verenigd en het tot de zijne gemaakt.
2.4
Nu partijen het er met elkaar over eens zijn dat zij het gezag over de minderjarige niet gezamenlijk kunnen uitoefenen, en zowel de gezinsvoogdes als de Voogdijraad hebben geadviseerd voortaan alleen de moeder met het gezag te belasten, is het gerecht van oordeel dat het gezamenlijk gezag wegens een wijziging van omstandigheden zoals bedoeld in artikel 1:253n BW, moet worden beëindigd en dat het gezag voortaan alleen aan de moeder zal toekomen.
2.5
Voorts is gebleken dat de redenen voor de ondertoezichtstelling nog steeds bestaan, zodat de ondertoezichtstelling zal worden verlengd met een termijn van één jaar, met handhaving van A als gezinsvoogdes.
2.6
De proceskosten zullen worden gecompenseerd.
2.7
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
beëindigt het gezamenlijk gezag van X en Y over de minderjarige Z, geboren op [datum] 2012 in Aruba,
bepaalt dat het gezag over voornoemde minderjarige voortaan alleen aan de moeder, Y, toekomt,
verlengt de duur van de ondertoezichtstelling met een termijn van één jaar, ingaande 25 februari 2016,
handhaaft A tot gezinsvoogdes over de minderjarige,
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
compenseert de kosten, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt,
wijst af het anders of meer verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag, 9 februari 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.