ECLI:NL:OGEAA:2016:726

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 oktober 2016
Publicatiedatum
16 november 2016
Zaaknummer
EJ nr. 383 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot herbevestiging van ouderlijk gezag door meerderjarige moeder na eerdere voogdij

In deze zaak heeft de moeder, [Y], een verzoek ingediend om het ouderlijk gezag over haar dochter, [M], te herbevestigen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 26 februari 2016 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 september 2016 waren de verzoeksters, [X] (de voogdes) en [Y] (de moeder), aanwezig. De Voogdijraad was vertegenwoordigd door mevrouw A. Flanders. De uitspraak werd gedaan op 18 oktober 2016.

De feiten van de zaak zijn als volgt: [M] is geboren op 5 november 2008. Vanwege de onbevoegdheid van de moeder om het gezag uit te oefenen, werd [X] op 18 juni 2009 benoemd tot voogdes. De moeder heeft de afgelopen jaren bij [Y] gewoond en is door haar verzorgd en opgevoed.

Het verzoek van de moeder is gegrond op artikel 1:253b, leden 3 en 5 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat bepaalt dat een moeder die ten tijde van haar bevalling onbevoegd was, de rechter kan verzoeken om haar met het gezag over haar kind te belasten zodra zij daartoe bevoegd is. De rechter kan het verzoek alleen afwijzen als er gegronde vrees bestaat dat de belangen van het kind verwaarloosd worden.

In deze zaak is vastgesteld dat de moeder nu bevoegd is om het gezag uit te oefenen en dat zij feitelijk het gezag over de minderjarige uitoefent. Aangezien de voogd instemt met het verzoek, heeft het gerecht geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat de moeder met het gezag wordt belast. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 18 oktober 2016
behorend bij EJ nr. 383 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[X], hierna te noemen: de voogdes,
[Y], hierna te noemen: de moeder,
in Aruba,
VERZOEKSTERS,
in persoon,
Belanghebbenden:
[Z], de vader,
[M], de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 26 februari 2016;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 6 september 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoeksters in persoon. Namens de Voogdijraad was aanwezig mevrouw A. Flanders.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Op 5 november 2008 is uit de moeder geboren [M] (hierna te noemen: de minderjarige).
2.2
Vanwege onbevoegdheid van de destijds minderjarige moeder om het gezag uit te oefenen, is bij beschikking van dit gerecht van 18 juni 2009 [X] benoemd tot voogdes over de minderjarige.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek strekt ertoe de inmiddels meerderjarige moeder met het ouderlijk gezag te belasten. Daartoe is aangevoerd dat de minderjarige de afgelopen jaren bij de moeder heeft gewoond en door haar is verzorgd en opgevoed.
3.2
Het verzoek is gegrond op artikel 1:253b, leden 3 en 5 van get Burgerlijk Wetboek van Aruba. Ingevolge die bepalingen kan een moeder, die ten tijde van haar bevalling onbevoegd tot het gezag was, op een tijdstip waarop zij daartoe bevoegd wordt de rechter verzoeken haar met het gezag over haar kind te belasten. Indien een voogd het gezag over het kind uitoefent, wijst de rechter het verzoek slechts af, indien gegronde vrees bestaat dat bij inwilliging de belangen van het kind zouden worden verwaarloosd.
3.3
In dit geval is de moeder thans bevoegd het gezag uit te oefenen. Niet in geschil is dat de moeder feitelijk het gezag over de minderjarige uitoefent. Nu ook de voogd instemt met het verzoek, is het gerecht van oordeel dat het in het belang van de minderjarige is dat de moeder thans wordt belast met het gezag over haar.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
belast de moeder [Y] met het ouderlijk gezag over haar dochter [M], geboren op [datum] 2008 in Aruba,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 18 oktober 2016 door de rechter mr. N.K. Engelbrecht in tegenwoordigheid van de griffier.