ECLI:NL:OGEAA:2016:724

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 oktober 2016
Publicatiedatum
11 november 2016
Zaaknummer
K.G. nr. 2185 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende ontruiming van gehuurd appartement

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.J.M. Cafarzuza, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die een appartement huurde op basis van een schriftelijke huurovereenkomst. Gedaagde heeft vanaf mei 2016 geen huur meer betaald, wat heeft geleid tot een buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst door eiseres. Eiseres heeft gedaagde gesommeerd om het appartement uiterlijk op 30 september 2016 te verlaten. Aangezien gedaagde niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling, is verstek verleend.

De rechter heeft geoordeeld dat de vordering van eiseres toewijsbaar is, nu deze niet door gedaagde is weersproken. Eiseres heeft recht op ontruiming van het appartement en betaling van de achterstallige huur. De rechter heeft gedaagde een termijn van één maand gegeven om het appartement te ontruimen, met de mogelijkheid voor eiseres om een deurwaarder in te schakelen indien gedaagde niet vrijwillig meewerkt. De rechter heeft ook bepaald dat gedaagde de proceskosten moet vergoeden aan eiseres.

Het vonnis is uitgesproken op 19 oktober 2016, waarbij de rechter heeft bepaald dat gedaagde binnen een maand na betekening van het vonnis het appartement moet ontruimen en de achterstallige huur moet betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat eiseres direct actie kan ondernemen om de ontruiming te laten uitvoeren.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 19 oktober 2016
Behorend bij K.G. nr. 2185 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[naam],
wonende te Aruba,
EISERES,
gemachtigde: de advocaat mr. E.J.M. Cafarzuza,
tegen:
[naam],
wonende te Aruba,
GEDAAGDE.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 6 september 2016;
  • de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 23 september 2016, waaruit blijkt dat alleen eiseres bijgestaan door haar gemachtigde is verschenen;
  • het deurwaardersexploot van 27 september 2016;
  • de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de voortzetting van de behandeling op 6 oktober 2016, waaruit blijkt dat alleen eiseres bijgestaan door haar gemachtigde is verschenen. Tegen de behoorlijk opgeroepen, doch niet verschenen, gedaagde is verstek verleend.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Gedaagde heeft van eiseres op basis van een schriftelijke huurovereenkomst het appartement gelegen te [adres], appartement 3 gehuurd. De verschuldigde huurprijs bedraagt Afl. 850,- per maand.
2.2
Gedaagde heeft vanaf mei 2016 geen huur meer aan eiseres betaald.
2.3
Bij aangetekende brief van 20 juli 2016 heeft eiseres aan gedaagde meegedeeld dat zij de huurovereenkomst met gedaagde buitengerechtelijk ontbindt wegens een huurachterstand van drie maanden en heeft eiseres gedaagde gesommeerd om het gehuurde uiterlijk op 30 september 2016 te verlaten.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

Eiseres vordert - samengevat – dat het gerecht in kort geding bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, gedaagde te veroordeelt het gehuurde uiterlijk op 30 september 2016 te ontruimen, dan wel op een door het gerecht te bepalen datum, met machtiging aan eiseres deze zelf te bewerkstelligen en tot betaling aan eiseres van een maandelijks bedrag van Afl. 850,- ingaande 1 mei 2016 tot aan de dag van de ontruiming, met veroordeling van gedaagde in de kosten van het geding.

4.DE BEOORDELING

4.1
Van spoedeisend belang is genoegzaam gebleken.
4.2
De vordering is, nu deze niet door gedaagde is weersproken en het gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, toewijsbaar in na te noemen zin, met dien verstande dat gedaagde een termijn van één (1) maand na betekening van dit vonnis zal worden gegund om het appartement te ontruimen.
4.3
Uit het eerste lid van artikel 556 Rv. volgt dat eiseres de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. Eiseres heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen als gedaagde niet vrijwillig tot nakoming van de uit dit vonnis voortvloeiende verplichting tot ontruiming overgaat. In het licht daarvan heeft eiseres dus geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder aan gedaagde wordt betekend, en dat aan gedaagde overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv. bevel wordt gedaan om binnen drie dagen te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien gedaagde medewerking aan de ontruiming weigert. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv., waarin artikel 444 Rv. van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de deurwaarder problemen, dan kan hij op voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening - zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is - bijstand van de politie inroepen. In het licht van voorgaande heeft eiseres geen belang bij de verzochte machtiging.
4.4
Gedaagde dient als de in het ongelijk gestelde partij, de (in redelijkheid gemaakte) proceskosten die zijn gevallen aan de zijde van eiseres te dragen.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht, recht doende in kort geding:
5.1
beveelt gedaagde om binnen een (1) maand na betekening van dit vonnis het appartement te [adres], appartement nr. 3, te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken voor zover deze laatste het eigendom van eiseres niet zijn, en de sleutels af te geven aan eiseres;
5.2
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van een maandelijks bedrag van Afl. 850,- ingaande 1 mei 2016 tot aan de dag van de ontruiming;
5.3
veroordeelt gedaagde in de kosten van de procedure, aan de zijde van eiseres begroot op Afl. 450, aan griffierechten, Afl. 190,44 aan explootkosten en Afl. 1.000, aan salaris van de gemachtigde;
5.4
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 oktober 2016 in aanwezigheid van de griffier.