ECLI:NL:OGEAA:2016:718

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 oktober 2016
Publicatiedatum
9 november 2016
Zaaknummer
A.R. 2163 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van schoolgelden door de Stichting International School of Aruba

In deze zaak vordert de Stichting International School of Aruba (ISA) betaling van schoolgelden van G*, de vader van een leerling die van 2013 tot en met 2015 ingeschreven was bij de ISA. G* heeft geen schoolgelden betaald en ISA vordert een bedrag van Afl. 19.123,64, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. De procedure begon met een inleidend verzoekschrift op 29 september 2015, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. G* refereert zich aan het oordeel van het gerecht over de hoofdsom, maar betwist de gevorderde rente en incassokosten.

De rechter oordeelt dat G* het gevorderde bedrag van Afl. 19.123,64 niet heeft betwist en dat de vordering van ISA gegrond is op de wet. De rechter wijst het deel van de vordering toe dat betrekking heeft op de hoofdsom. Wat betreft de rente en de buitengerechtelijke incassokosten, stelt de rechter vast dat ISA voldoende bewijs heeft geleverd van de gemaakte kosten en dat G* de algemene voorwaarden heeft aanvaard door het inschrijvingsformulier te ondertekenen. De rechter oordeelt dat G* in de kosten van de procedure moet worden veroordeeld, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Het vonnis is uitgesproken op 19 oktober 2016 door mr. P.W. van Schendel en mr. J. Sap, waarbij G* wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten.

Uitspraak

Vonnis van 19 oktober 2016
Behorend bij A.R. 2163 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
DE STICHTING INTERNATIONAL SCHOOL OF ARUBA,
te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: ISA,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
[naam],
wonende te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: G*,
gemachtigde de advocaat mr. M. Bemer.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift dat op 29 september 2015 is ingediend;
- de conclusie van antwoord, genomen op de rolzitting van 17 februari 2016;
- de conclusie van repliek, genomen op de rolzitting van 11 mei 2016,
- de conclusie van dupliek, genomen op de rolzitting van 24 augustus 2016.
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
De zoon van G* stond in de schooljaren 2013 tot en met 2015 als leerling ingeschreven bij de ISA.
2.2
G* heeft geen schoolgelden ten behoeve van zijn zoon aan ISA betaald.

3.DE VORDERING EN HET VERWEER

3.1
ISA vordert dat het gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, G* veroordeelt om aan ISA, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te voldoen het bedrag van Afl. 19.123,64, vermeerderd met 1,5 % overeengekomen rente per maand vanaf 15 juli 2015, alsmede vermeerderd met 15 % buitengerechtelijke incassokosten ad Afl. 2.972,59, met veroordeling van G* in de kosten van het geding.
3.2
ISA baseert haar vordering op de in punt 2.1 en 2.2 opgesomde feiten.
3.3
G* refereert zich aan het oordeel van het gerecht terzake de gevorderde hoofdsom maar concludeert tot afwijzing van de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Nu G* het gevorderde bedrag ad Afl. 19.123,64 niet heeft betwist en de vordering van ISA op de wet is gegrond, zal dit deel van de vordering worden toegewezen.
4.2.1
Bij conclusie van repliek heeft ISA, gelet op het verweer van G*, haar vordering terzake de rente nader toegelicht. ISA verwijst naar het inschrijvingsformulier voor het schooljaar 2013-2014 dat door G* is ondertekend. Op de derde pagina onder het kopje “Parent Information and Signature” worden enkele punten uit het beleid van ISA aangegeven. In de tweede alinea wordt het volgende vermeld:

Delinquent balances are subject to Administrative Late Charges or in more serious cases of a student being withheld from classes as described in the Policy Manual and Student/Parent Handbook”.
4.2.2
In de vierde alinea van die pagina staat het volgende vermeld.
“In signing this form and in consideration of the acceptance of the Student for enrollment, it is acknowledged that the Student/Parent Handbook for current year has been read and each parent agrees to be jointly and severally bound by the terms set out in the Student/Parent Handbook and Policy Manual”.
4.2.3
In artikel 8.311 van de ISA Policies is het volgende opgenomen:
“Delinquent balances are automatically subject to a 1,5 % interest and handling charge for each month in arrears”.
4.3
Ingevolge artikel 6:231 BWA dienen de schriftelijke bedingen, die zijn opgesteld ten einde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, als algemene voorwaarden te gelden. Bij conclusie van dupliek heeft G* aangevoerd dat de algemene voorwaarden, waaronder de in het “Student/Parent Handbook” opgenomen boetebeding, hem niet voor of bij de ondertekening van het inschrijvingsformulier ter hand zijn gesteld noch is hem bekendgemaakt dat deze ter inzage lagen. Aangezien de algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard, vernietigt G*, onder verwijzing naar artikel 6:233 jo 6:234 BWA, de algemene voorwaarden waarin geregeld is dat 1,5 % rente over achterstallige betalingen verschuldigd is, zie punt 4.2.3. Dit verweer faalt. G* heeft blijkens het door hem ondertekende inschrijvingsformulier onder meer verklaard het “Student/Parent Handbook” te hebben gelezen en de gelding van de daarin opgenomen voorwaarden te hebben aanvaard. Op grond hiervan wordt G* geacht het “Student/Parent Handbook” te hebben ontvangen, hetgeen er op duidt dat ISA G* een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de inhoud van de algemene voorwaarden, waaronder de in het “Student/Parent Handbook” opgenomen boetebeding, kennis te nemen. Een vernietigingsgrond, zoals bepaald in artikel 6:233 jo 6:234 BWA, doet zich derhalve niet voor.
4.4
Gelet op het in 4.3 overwogene behoeft het beroep van ISA op de “Payment Procedure” (productie 3 van de conclusie van repliek) geen bespreking meer.
4.5
G* betwist dat er buitengerechtelijke incassokosten zijn gemaakt. G* stelt zich op het standpunt dat slechts sprake is geweest van werkzaamheden ex artikel 63a RV, zodat de kosten geacht worden te zijn verdisconteerd in een eventuele toewijzing van de proceskosten. Dit verweer faalt. Dat ISA daadwerkelijk kosten heeft gemaakt om betaling buiten rechte te verkrijgen, heeft zij aannemelijk gemaakt met de door haar overgelegde producties. ISA heeft in het onderhavige geval diverse inspanningen verricht die meer inhouden dan het (mogelijk) herhaaldelijk verzenden van een eenvoudige brief waarin tot nakoming wordt aangemaand, voor welke werkzaamheden een proceskostenveroordeling een vergoeding voor pleegt in te houden. De vordering tot betaling van die kosten kan dus, als op de wet gegrond, worden toegewezen, met dien verstande dat de buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen conform het nieuwe procesreglement (naar rato van 1,5 punt van het liquidatietarief).
4.6
G* zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, welke kosten worden begroot op Afl. 750,-- aan griffierecht, Afl. 200,79 aan explootkosten en Afl. 2000,-- (2 punten bij tarief 4) aan salaris van de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht,
veroordeelt G* om aan ISA tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen Afl. 19.123,64, te vermeerderen met 1,5 % overeengekomen rente per maand vanaf 15 juli 2015, voorts vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten ad Afl. 1.500,--;
veroordeelt G* in de kosten van deze procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van ISA worden begroot op Afl. 2.950,79;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. P.W. van Schendel, rechter, en werd uitgesproken door mr. J. Sap, ter openbare terechtzitting van woensdag 19 oktober 2016 in aanwezigheid van de griffier.