ECLI:NL:OGEAA:2016:707

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 september 2016
Publicatiedatum
19 oktober 2016
Zaaknummer
A.R. no. 2928 van 2013
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van huwelijksgoederengemeenschap en verkoop van onroerend goed in civiele procedure

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, ging het om de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen de vrouw en de man na hun scheiding. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.M. Malmberg, had een verzoek ingediend om de voormalige echtelijke woning en een terrein te verkopen. De man had geen verweer gevoerd tegen de stellingen van de vrouw en had geen akte ingediend, ondanks dat hij daartoe in de gelegenheid was gesteld. Het gerecht heeft de vrouw de mogelijkheid gegeven om een minimale verkoopprijs voor de woning en het terrein voor te stellen, welke bedragen door het gerecht als redelijk werden beschouwd.

Het vonnis, uitgesproken op 28 september 2016, bepaalde dat de woning en het terrein te koop zouden worden gezet voor de door de vrouw voorgestelde bedragen. Tevens werd er een makelaar aangewezen om de verkoop te begeleiden. Het gerecht heeft ook bepaald dat de man aan de vrouw een bedrag van Afl. 9.280,56 moest vergoeden wegens overbedeling, en dat dit bedrag binnen drie maanden na het vonnis aan de vrouw moest worden betaald. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.

Het vonnis bevatte verder bepalingen over de aflossing van de hypotheeklening bij verkoop van de woning en de verdeling van de opbrengsten van de verkoop van zowel de woning als het terrein. De man diende ook een deel van de door de vrouw betaalde hypotheekaflossingen te vergoeden, evenals de helft van de erfpachtscanon die door de man was betaald. Het gerecht heeft de verdeling van de overige boedelbestanddelen bepaald op basis van eerdere tussenvonnissen.

Uitspraak

Vonnis van 28 september 2016
Behorend bij A.R. no. 2928 van 2013
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[eiseres],
wonende in Aruba,
eiseres,
nader te noemen: “de vrouw”,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen:
[gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
nader te noemen “de man”,
thans zonder gemachtigde.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot en met 6 april 2016 blijkt uit het tussenvonnis van die datum. De vrouw heeft daarna een akte ingediend. De man heeft, ondanks dat hij daartoe in de gelegenheid is gesteld, geen akte en contra-akte ingediend.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Het gerecht heeft ten aanzien van de voormalige echtelijke woning en het terrein te [buurt] aan partijen de gelegenheid gegeven zich uit te laten over een minimale verkoopprijs. De man heeft zich niet uitgelaten en de stellingen van de vrouw in haar akte niet heeft weersproken. De vrouw heeft gesteld dat de restant hypotheekschuld per maart 2016 Afl. 336.923,26 bedroeg en heeft verzocht om als minimale verkoopprijs Afl. 400.000,00 respectievelijk US$70.000,00 te hanteren. Nu de man zich niet heeft uitgelaten en de door de vrouw genomende bedragen het gerecht niet onredelijk voorkomen, zal het gerecht bepalen dat de woning en het terrein voor de door de vrouw genoemde bedragen te koop gezet zullen worden bij de door de vrouw voorgestelde makelaar, te weten [naam] van [naam realtor], zodat het benoemen van een taxateur achterwege gelaten kan worden. Het gerecht zal voorts bepalen dat de makelaar de woning en het terrein zal mogen verkopen voor niet minder dan 90% van de vraagprijs, indien en zodra een der partijen zulks wenst. Het gerecht zal ook een onzijdig persoon benoemen voor het geval een der partijen weigert zijn of haar medewerking te verlenen aan de notariële levering(en).
2.2
Zoals reeds bij tussenvonnis van 6 april 2016 werd bepaald, zal bij verkoop van de woning de hyptheeklening worden afgelost, waarna een eventuele overwaarde na aftrek van de notariskosten aan partijen ieder bij helfte kan worden uitgekeerd, rekening houdende met het volgende. De man dient uiterlijk bij de notariële levering van de woning, evenwel pas na deugdelijk onderbouwde opgave van de hypotheekaflossingen door de vrouw, aan de vrouw te vergoeden de helft van de door de vrouw sinds de peildatum betaalde hypotheekaflossingen verminderd met de ontvangen huurpennningen (12 maanden x Afl. 750,00 = Afl. 9.000,00).
2.3
Bij verkoop van het terrein kan de verkoopsom na aftrek van de notariskosten aan partijen ieder bij helfte worden uitgekeerd, rekening houdende met het volgende. Uiterlijk bij de notariële levering van het terrein te [buurt] dient de vrouw, evenwel pas na deugdelijk onderbouwde opgave van de betaalde erfpachtscanon door de man, de helft van de door de man betaalde erfpachtscanon vanaf de peildatum tot aan de levering aan de man te vergoeden.
2.4
In het tussenvonnis van 6 april 2016 werd voorts al bepaald dat de man aan de vrouw dient te vergoeden wegens overbedeling:
Afl. 425,00 (rekening Elmar),
Afl. 11,50 (kosten hypotheekkantoor),
Afl. 708,96 (credit card schuld),
Afl. 5.863,00 (lening Arubabank).
2.5
De vrouw heeft bij akte een overzicht verstrekt van alle betalingen op de credit card schuld sinds de peildatum. De man heeft hiertegen geen verweer gevoerd. Tot en met maart 2016 heeft de vrouw Afl. 2.425,62 betaald. Tot aan de datum van dit vonnis dient daar nog 6 maanden x Afl. 100,00 = Afl. 600,00 bij opgeteld te worden. De man dient de helft van deze kosten, zijnde Afl. 1.512,81 aan de vrouw te vergoeden.
2.6
De vrouw heeft bij akte onderbouwd met stukken gesteld dat het saldo van de gezamenlijke rekening per de peildatum Afl. 1.518,58 bedraagt. De man heeft hiertegen geen verweer gevoerd. De man dient de helft daarvan, zijnde Afl. 759,29 aan de vrouw te vergoeden.
2.7
In totaal dient de man ter zake de in r.o. 2.4, 2.5 en 2.6 bedoelde boedelbestanddelen Afl. 9.280,56 aan de vrouw te vergoeden. Het gerecht zal bepalen dat de man dit bedrag binnen drie maanden na het uitspreken van dit vonnis aan de vrouw dient te betalen.
2.8
De overige boedelbestanddelen zullen worden verdeeld op de in het tussenvonnis van 6 april 2016 bepaalde wijze.
2.9
De proceskosten zullen worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
3.1
verdeelt de tussen partijen bestaand hebbende en inmiddels ontbonden huwelijksgoederengemeenschap op de bij tussenvonnis van 6 april 2016 en op de hiervoor bepaalde wijze;
3.2
bepaalt dat de woning gelegen te [buurt] en het terrein gelegen te [buurt] voor een vraagprijs van Afl. 400.000,00 respectievelijk US$ 70.000,00 via makelaar [naam] van [naam realtor] op verzoek van (een der) partijen verkocht zal kunnen worden en dat de makelaar de woning en het terrein zal mogen verkopen voor niet minder dan 90% van de vraagprijs, indien en zodra (een der) partijen zulks wens(t)(en);
3.3
benoemt tot onzijdig persoon deurwaarder [naam deurwaarder] om de partij die na ingebrekestelling door de andere partij weigert mee te werken aan de notariële levering(en) van de woning en/of het perceel in geval deze voor de onder 3.2 genoemde vraagprijzen, althans niet minder dan 90% daarvan, verkocht kan/kunnen worden te vertegenwoordigen;
3.4
bepaalt dat bij verkoop van de woning de lopende hypotheeklening zal worden afgelost, waarna een eventuele overwaarde na aftrek van de notariskosten aan partijen ieder bij helfte kan worden uitgekeerd, rekening houdende met het in 3.5 genoemde door de man te betalen bedrag;
3.5
bepaalt dat de man uiterlijk bij de notariële levering van de woning, evenwel pas na deugdelijk onderbouwde opgave van de hypotheekaflossingen door de vrouw, aan de vrouw dient te vergoeden de helft van de door de vrouw sinds de peildatum betaalde hypotheekaflossingen verminderd met de ontvangen huurpennningen (12 maanden x Afl. 750,00 = Afl. 9.000,00).
3.6
bepaalt dat bij verkoop van het terrein de verkoopsom na aftrek van notariskosten aan partijen ieder bij helfte kan worden uitgekeerd, rekening houdende met het in 3.7 genoemde door de vrouw te betalen bedrag;
3.7
bepaalt dat de vrouw uiterlijk bij de notariële levering van het terrein te Noord, evenwel pas na deugdelijk onderbouwde opgave van de betaalde erfpachtscanon door de man, aan de man dient te vergoeden de helft van de door de man betaalde erfpachtscanon vanaf de peildatum tot aan de levering.
3.8
veroordeelt de man om wegens overbedeling binnen drie maanden na het uitspreken van dit vonnis tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de vrouw te voldoen een bedrag van Afl. 9.280,56;
3.9
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.1
compenseert de proceskosten in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;
3.11
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Schoemaker, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 september 2016 in aanwezigheid van de griffier.