ECLI:NL:OGEAA:2016:702
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Civiel recht: Bewijswaardering en woekerrente in persoonlijke lening
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, stond de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. tegenover een gedaagde, vertegenwoordigd door hun respectieve advocaten. De procedure volgde op een tussenvonnis van 18 februari 2015, waarin Island Finance was toegelaten tot bewijs door getuigen. Het gerecht oordeelde dat Island Finance voldoende bewijs had geleverd dat de gedaagde binnen vijf jaar voor 23 augustus 2013 betalingen had gedaan, waardoor de verjaring was gestuit. De gedaagde kon deze betalingen niet ontkennen, ondanks zijn claim dat hij depressief was en behandeld werd. Het gerecht concludeerde dat de gedaagde zich niet kon beroepen op het ontbreken van zijn wil om te betalen.
Daarnaast werd het beroep van de gedaagde op de nietigheid van het rentebeding in de geldleningsovereenkomst afgewezen. Het gerecht stelde vast dat de lening een persoonlijke lening betrof, waarbij de rentevergoeding vooraf werd vastgesteld en opgeteld bij de hoofdsom. Het Arubaanse recht biedt geen bijzondere bescherming tegen hoge rentevergoedingen, en partijen zijn vrij om hun kredietvoorwaarden te bepalen. De effectieve kredietvergoeding op de lening was hoger dan de nominale rente die in een eerder vonnis was vastgesteld, maar het gerecht oordeelde dat de gedaagde duidelijk was geïnformeerd over de voorwaarden van de lening.
Uiteindelijk werd het verzet van de gedaagde ongegrond verklaard, en werd hij veroordeeld in de proceskosten van Island Finance. De rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis werd uitgesproken op 28 september 2016 door rechter W.J. Noordhuizen.