ECLI:NL:OGEAA:2016:700

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 september 2016
Publicatiedatum
19 oktober 2016
Zaaknummer
A.R. 149 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over de ontbinding van een koopovereenkomst betreffende een zeewaardige boot

In deze civiele procedure, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, stond de ontbinding van een koopovereenkomst centraal. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J. Coutinho, had in september 2015 een overeenkomst gesloten met de gedaagde voor de aankoop van een boot voor Afl. 11.000,00. De betaling vond deels plaats in contanten en deels door het in eigendom overdragen van een andere boot. Na de levering van de boot door de gedaagde, bleek deze niet zeewaardig te zijn, wat door een deskundige was vastgesteld. De eiser heeft de overeenkomst opgezegd en vorderde terugbetaling van de koopsom en schadevergoeding.

De gedaagde had de overeenkomst echter buitengerechtelijk ontbonden, maar de rechter oordeelde dat hij daartoe niet bevoegd was, aangezien de nakoming van de overeenkomst niet onmogelijk was en de eiser niet in verzuim was. De rechter concludeerde dat de vordering van de eiser prematuur was, omdat er geen sprake was van verzuim aan de zijde van de gedaagde. De rechter wees de vordering van de eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten, die op nihil werden gesteld.

Dit vonnis werd uitgesproken op 28 september 2016 door mr. Y.M. Vanwersch in aanwezigheid van de griffier, na een procedure die bestond uit een verzoekschrift, conclusies van antwoord, repliek en dupliek.

Uitspraak

Vonnis van 28 september 2016
Behorend bij A.R. 149 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[eiser],
wonende te Aruba,
EISER, hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. J.J.Coutinho,
tegen:
[gedaagde],
wonende te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen hebben in september 2015 een overeenkomst gesloten waarbij [eiser] de boot […] van [gedaagde] zou kopen voor de prijs van Afl. 11.000,00. Betaling heeft plaats gevonden deels in contanten (Afl. 8000,00) en deels door het in eigendom overdragen van een boot van [gedaagde] aan [eiser], waarvan de waarde is bepaald op Afl. 3.000,00.
2.2
In opdracht van [gedaagde] heeft […] de door [eiser] aan [gedaagde] geleverde boot […] op 14 november 2015 onderzocht en geconstateerd dat deze niet zeewaardig is en dat het aangebrachte fiber glass verwijderd en vernieuwd moet worden. De hiermee gepaard gaande kosten worden geschat op Afl. 5.600,00.
2.3 [
gedaagde] heeft zijn boot geleverd aan [eiser] en na uitoefening van zijn retentierecht op de motoren door [eiser] de volledig afgesproken koopprijs voldaan.
2.4
Bij brief van 16 december 2015 heeft [gedaagde] de mondelinge overeenkomst opgezegd.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
eiser] vordert - na wijziging van eis - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad veroordeling van [gedaagde] tot betaling van Afl. 12.850,00 met terugneming van zijn boot […] en aan [eiser] terug te geven zijn boot ter waarde van Afl. 3.000,00 en met betaling van Afl. 9.850,00, met veroordeling van [eiser] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Aan deze vordering legt [eiser] kort weergegeven het volgende ten grondslag.
De boot lekte als een mandje en was niet zeewaardig. Om deze reden heeft [eiser] de overeenkomst opgezegd. Hij wenst zijn koopsom alsmede zijn boot terug en een bedrag ad Afl. 1.850,00 wegens gemaakte kosten.
3.3 [
gedaagde] voert verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
De kern van het geschil betreft de vraag of de door [gedaagde] geleverde boot voldeed aan de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst en zo nee, welk rechtsgevolg hieraan verbonden dient te worden.
4.2
Tussen partijen is niet in geschil dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen met betrekking tot de boot, genaamd “[…]”. Bij het aangaan van de koopovereenkomst handelde [eiser] niet in de uitoefening van een beroep op bedrijf, waardoor sprake is van een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 BWA. Ingevolge het bepaalde in artikel 7:17 BWA beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst indien zij niet die eigenschappen bezit, die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te twijfelen, alsmede die eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik indien dat bij de overeenkomst is voorzien.
4.3
Hoewel partijen summier zijn in hun toelichting op hetgeen zij concreet met elkaar besproken hebben ten aanzien van de functionaliteit van de boot, wordt ervan uitgegaan dat [gedaagde] een zeewaardige boot wilde kopen. Op Aruba is het immers slechts mogelijk om op zee te varen. Nu uit het overgelegde deskundigenrapport dat verder niet is betwist volgt dat de boot niet zeewaardig is, beantwoordt deze niet aan de overeenkomst.
4.4
Ingevolge het bepaalde in artikel 7:21 sub b BWA kan de koper in het geval van non-conformiteit herstel eisen, mits de verkoper hieraan redelijkerwijs kan voldoen. [gedaagde] heeft echter nimmer een beroep op herstel gedaan. Hij heeft bij brief van 16 december 2015 de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden. [gedaagde] was evenwel niet bevoegd de overeenkomst te ontbinden, aangezien de nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk was en [eiser] niet in verzuim was (artikel 6:265 lid 2 BWA). Dit heeft tot gevolg dat de overeenkomst tussen partijen nog immer in stand is en [eiser] alsnog herstel kan vorderen.
4.5
Voor zover [eiser] meent aanspraak te kunnen maken op schadevergoeding geldt dat ook dit op grond van het bepaalde in artikel 6:74 BWA eerst mogelijk is, nadat [gedaagde] in verzuim is. Hiervan is evenwel geen sprake, nu gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] [eiser] schriftelijk in gebreke heeft gesteld en een termijn heeft gesteld om alsnog correct na te komen door een zeewaardige boot te leveren.
4.6
Uit het voorgaande volgt dat de vordering van [eiser] als zijnde prematuur afgewezen wordt.
4.7 [
eiser] wordt in de kosten veroordeeld, welke op nihil worden gesteld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
wijst het gevorderde af;
5.2
veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure en bepaalt dat deze de zijde van [gedaagde] op nihil worden gesteld.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 september 2016 in aanwezigheid van de griffier.