ECLI:NL:OGEAA:2016:681

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 juni 2016
Publicatiedatum
11 oktober 2016
Zaaknummer
L.A.R. nr. 485 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 6 juni 2016 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. De appellant, die in Aruba woont, had eerder een verzoek ingediend om zijn in Colombia voltrokken huwelijk in het bevolkingsregister in te schrijven. Dit verzoek werd op 3 juni 2014 afgewezen. Na het indienen van een bezwaarschrift op 20 juni 2014, werd dit bezwaar op 11 december 2014 ongegrond verklaard. Appellant heeft vervolgens op 10 maart 2015 beroep ingesteld tegen deze beslissing. Echter, het beroepschrift werd pas na afloop van de wettelijke termijn van zes weken ingediend, wat leidde tot de vraag of deze termijnoverschrijding verschoonbaar was.

Het Gerecht overwoog dat de termijn voor het indienen van het beroepschrift op 12 december 2014 begon en op 22 januari 2015 eindigde. Aangezien het beroepschrift pas na deze datum was ingediend, was het te laat. Appellant voerde aan dat hij de bestreden beslissing pas op 27 januari 2015 had ontvangen en dacht dat de termijn pas na ontvangst begon te lopen. Het Gerecht oordeelde echter dat deze interpretatie van de wet niet correct was en dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij het beroepschrift tijdig had ingediend. De omstandigheden die appellant aanvoerde, zoals ziekte en het zoeken naar juridisch advies, werden niet als verschoonbaar beschouwd.

Uiteindelijk concludeerde het Gerecht dat er geen gronden waren om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten en verklaarde het beroep van appellant niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door rechter N.K. Engelbrecht en is openbaar uitgesproken op 6 juni 2016. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dag van de uitspraak moet worden ingesteld.

Uitspraak

Uitspraak van 27 juni 2016
L.A.R. nr. 485 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
UITSPRAAK
op het beroep in de zin van de
Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar) van:
[appellant],
wondende in Aruba,
APPELLANT,
procederend in persoon,
gericht tegen:
Het Hoofd van de Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister,
gevestigd in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. J.M.A.M. Ponsioen.

1.PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 3 juni 2014 is het verzoek van appellant om het in Colombia voltrokken huwelijk in het bevolkingsregister in te schrijven, afgewezen.
Op 20 juni 2014 heeft appellant daartegen bezwaar gemaakt bij verweerster.
Bij beslissing van 11 december 2014 (hierna: de bestreden beslissing) is het bezwaarschrift van appellant d.d. 20 juni 2014 ongegrond verklaard.
Tegen deze beslissing heeft appellant op 10 maart 2015 beroep ingesteld bij dit gerecht. Bij akte van 3 juli 2015 heeft appellant zich uitgelaten over de overschrijding van de beroepstermijn bij het indienen van het beroepschrift.
Op 1 september 2015 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
De zaak is behandeld ter zitting van 19 oktober 2015, alwaar verweerder bij zijn gemachtigde voornoemd is verschenen. Appellant is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
Hierna is uitspraak nader bepaald op heden.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Het beroep strekt ertoe de bestreden beslissing te vernietigen en om - zo begrijpt het gerecht - verweerder op te dragen het in Colombia voltrokken huwelijk tussen appellant en [X] alsnog in het bevolkingsregister in te schrijven, met veroordeling van verweerder in de kosten van deze procedure.
2.2
Verweerder stelt zich (primair) op het standpunt dat appellant niet-ontvankelijk is in zijn beroep omdat hij niet tijdig beroep heeft ingesteld tegen de bestreden beslissing.
2.3
Het gerecht overweegt als volgt.
Ingevolge artikel 27 lid 1 van de Lar bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken en gaat deze termijn in op de dag na die waarop de beslissing op het bezwaarschrift is gedagtekend.
De beslissing op het bezwaarschrift is gedagtekend op 11 december 2014. De beroepstermijn is dan ook op 12 december 2014 aangevangen en op 22 januari 2015 geëindigd. Het beroepschrift van appellant is ingediend na afloop van deze termijn en is derhalve te laat.
2.4
Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediende beroepschrift blijft blijkens artikel 28 lid 3 van de LAR niet-ontvankelijkverklaring achterwege, indien de indiener aannemelijk maakt dat hij het geschrift heeft ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs kan worden verlangd en het tegendeel daarvan niet blijkt.
Het betoog van appellant dat hij de bestreden beslissing pas op 27 januari 2015 heeft ontvangen en dat hij in de veronderstelling was dat de termijn van zes weken pas na ontvangst van de bestreden beslissing begint te lopen, kan niet tot verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding leiden in de zin van artikel 28, derde lid, van de LAR. Dat appellant de wettelijke bepalingen over de beroepstermijn verkeerd heeft geïnterpreteerd, is immers een omstandigheid die voor zijn rekening dient te blijven.
Nu appellant het beroepschrift pas zes weken nadat hij de bestreden beslissing had ontvangen heeft ingediend, is voorts geen grond voor het oordeel dat hij dit zo spoedig als redelijkerwijs verlangd kon worden heeft gedaan. De door appellant genoemde omstandigheden, dat hij ziek was en daarna juridisch advies en bijstand heeft gezocht, hadden hem er niet van hoeven te weerhouden om tijdig beroep in te stellen desnoods op nader aan te voeren gronden.
2.5
Dit brengt met zich mee dat het gerecht geen gronden ziet om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
2.6
Het beroep van appellant zal derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen grondslag.
2.7
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

3.BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing werd gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag, 6 juni 2016 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof (art. 53a LAR).
Het hoger beroep wordt ingesteld binnen zes weken na de dag waarop de beslissing op het beroep is gedagtekend. De instelling van het hoger beroep geschiedt door indiening bij de griffie van het Gerecht van een aan het Hof gericht beroepschrift (art. 53b LAR).