ECLI:NL:OGEAA:2016:673

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 oktober 2016
Publicatiedatum
10 oktober 2016
Zaaknummer
EJ. nr. 911 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verklaring inzake gezag over minderjarige in het kader van verblijfsvergunning

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een verzoek van de moeder, X, om een verklaring als bedoeld in artikel 1:26 van het Burgerlijk Wetboek. Dit verzoek is ingediend op 21 april 2016 en heeft betrekking op de minderjarige, geboren op [geboortedatum] 1999 in de Dominicaanse Republiek. De minderjarige woont sinds 2013 bij zijn moeder in Aruba en is daar ingeschreven op school, maar staat niet ingeschreven in het Bevolkingsregister.

De vader, Y, woont in de Dominicaanse Republiek en heeft bij uitspraak van 3 september 2015 de voogdij over de minderjarige aan de moeder overgedragen, zodat zij samen in Aruba kunnen wonen. De moeder heeft een beschikking van het gerecht nodig om aan te tonen dat zij het gezag over de minderjarige heeft, wat noodzakelijk is voor de aanvraag van een verblijfsvergunning voor de minderjarige.

Het gerecht heeft de procedure gevolgd en vastgesteld dat de uitspraak van 3 september 2015 niet vatbaar is voor opneming in het register van de burgerlijke stand, aangezien deze registers geen informatie over gezag over minderjarigen bevatten. Uiteindelijk heeft het gerecht het verzoek van de moeder afgewezen, en deze beschikking is uitgesproken op 4 oktober 2016 door mr. N.K. Engelbrecht in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 4 oktober 2016
behorend bij EJ. nr. 911 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
X,
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER, de moeder,
procederend in persoon.
Belanghebbende:
Y, de vader,
wonende in de Dominicaanse Republiek.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 21 april 2016;
- het advies van de ambtenaar van de burgerlijke stand, gefaxt naar de griffie van dit gerecht op 22 augustus 2016;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van het verzoek ter zitting van 23 augustus 2016, waaruit blijkt dat verzoekster in persoon is verschenen.
Hierna is de uitspraak bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit de geboorteakte van de op [geboortedatum] 1999 in de Dominicaanse Republiek geboren [naam minderjarige] (hierna: de minderjarige), blijkt dat zijn moeder is [X] en zijn vader, [Y].
2.2
De minderjarige woont sinds 2013 bij de moeder in Aruba en gaat alhier naar school. Hij staat niet ingeschreven in het Bevolkingsregister.
2.3
Voor zover hier van belang heeft de Dominicaanse rechter, bij uitspraak van de
Sala Civil del Tribunal de Niños, Niñas y Adolescentes del Distrito Nacionalvan 3 september 2015, goedgekeurd de overeenkomst van 26 augustus 2015 tussen de moeder en de vader, waarbij de vader de voogdij over en zorg (
la guarda y custodia) voor de minderjarige heeft overgedragen aan de moeder, opdat de minderjarige en de moeder samen in Aruba kunnen wonen.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek strekt - naar het gerecht begrijpt - tot afgifte van een verklaring als bedoeld in artikel 1:26 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) ter zake van voornoemde uitspraak van 3 september 2015. Ter zitting heeft de moeder aangevoerd dat zij een beschikking van dit gerecht nodig heeft waaruit blijkt dat zij het gezag over de minderjarige heeft, in verband met de aanvraag voor een verblijfsvergunning ten behoeve van de minderjarige.
3.2
Op grond van artikel 1:26 BW kan het gerecht een verklaring voor recht afgeven dat een buiten Aruba gedane uitspraak overeenkomstig plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of gedaan, en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een register van de burgerlijke stand.
3.3
Voornoemde uitspraak van 3 september 2015 is naar zijn aard niet vatbaar voor opneming in een register van de burgerlijke stand, aangezien die registers geen informatie omtrent gezag over minderjarigen bevatten.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van dinsdag 4 oktober 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.