ECLI:NL:OGEAA:2016:672

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 oktober 2016
Publicatiedatum
10 oktober 2016
Zaaknummer
EJ nr. 904 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.K. Engelbrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Alimentatiezaak betreffende de verwekker en de Voogdijraad in Aruba

In deze alimentatiezaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de Voogdijraad als verzoeker opgetreden tegen Y, de man, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 19 april 2016 is ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 augustus 2016 waren de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. Y. Maduro en mevrouw A. Flanders, en de moeder van de minderjarigen aanwezig. De man heeft geen verweerschrift ingediend en is niet verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping.

De feiten van de zaak zijn als volgt: de moeder heeft twee minderjarigen, geboren in Nederland in 2007 en 2008, die niet zijn erkend door de man. Het verzoek van de Voogdijraad is gericht op het veroordelen van de man tot betaling van Afl. 400,- per kind per maand, ingaande op 1 mei 2016, ter dekking van de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen. De man wordt als verwekker aangemerkt en heeft voldoende inkomen uit arbeid.

Het gerecht heeft geoordeeld dat de man geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om zich te verweren, waardoor hij als verwekker moet worden aangemerkt. De wettelijke verplichting om bij te dragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van zijn kinderen is van toepassing. Het verzoek is toegewezen, met de bepaling dat de alimentatieverplichting ingaat op 1 juni 2016, omdat de man geacht wordt niet eerder van het verzoek op de hoogte te zijn geweest.

De beslissing van het gerecht houdt in dat Y wordt veroordeeld om met ingang van 1 juni 2016, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling, Afl. 400,- per kind per maand te betalen aan de Voogdijraad. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het anders of meer verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 4 oktober 2016
behorend bij EJ nr. 904 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de alimentatiezaak tussen
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd,
en
Y,
wonende in Aruba, [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen de man,
niet verschenen.
Belanghebbenden:
X, de moeder,
allen wonende in Aruba.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 19 april 2016;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 23 augustus 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoeker bij mr. Y. Maduro en mevrouw A. Flanders en de moeder in persoon. De man heeft geen verweerschrift ingediend en is, ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

Uit de moeder zijn geboren de thans nog minderjarige:
- [ minderjarige 1], op [geboortedatum] 2007 in Nederland en
- [ minderjarige 2], op [geboortedatum] 2008 in Nederland (hierna: de minderjarigen). De minderjarigen zijn niet erkend.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot het veroordelen van de man tot betaling van een maandelijkse bijdrage van Afl. 400,- per kind per maand ingaande 1 mei 2016 als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen. Daartoe wordt gesteld dat hij de verwekker is van de minderjarigen en dat hij voldoende inkomen uit arbeid geniet.

4.DE BEOORDELING

De man heeft geen gebruik gemaakt van de aan hem geboden gelegenheid zich te verweren en dient daarom als verwekker te worden aangemerkt. De verwekker is wettelijk verplicht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van zijn kinderen. Het verzoek zal, gelet op het gestelde en het ontbreken van enig verweer, worden toegewezen, zij het dat de alimentatieverplichting een maand later dan verzocht ingaat, omdat de man geacht kan worden niet eerder van het verzoek te hebben kennisgenomen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
veroordeelt Y om met ingang van 1 juni 2016, en in de toekomst telkens bij vooruitbetaling, aan de Voogdijraad te betalen een bedrag van Afl. 400,- per kind per maand als voorziening in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2007 in Nederland en [minderjarige 2], geboren [geboortedatum] 2008 in Nederland, uit de vrouw X,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het anders of meer verzochte.
Aldus gegeven door mr. N.K. Engelbrecht, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 4 oktober 2016 in aanwezigheid van de griffier.