ECLI:NL:OGEAA:2016:670

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 oktober 2016
Publicatiedatum
10 oktober 2016
Zaaknummer
bij K.G. 2162 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende huurovereenkomst en ontruiming

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een huurovereenkomst tussen de naamloze vennootschap AVR Hospitality Management & Real Estate N.V. en de gedaagde, die in persoon procedeerde. De huurovereenkomst betrof een woning in Oranjestad, met een huurprijs van Afl. 1.800,00 per maand, en is ingegaan op 6 mei 2016. De gedaagde heeft het gehuurde betrokken, maar heeft geen huurtermijnen voldaan en ook de waarborgsommen niet betaald. De gedaagde verklaarde dat zij sinds december 2015 zonder salaris zit en leeft van bijdragen van familie en vrienden. Ondanks de schrijnende situatie van de gedaagde, oordeelde het Gerecht dat dit niet kon leiden tot afwijzing van de vordering van AVR.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat de ontruiming van de woning toegewezen moest worden, omdat te verwachten was dat in een bodemprocedure de vordering en de ontbinding van de huurovereenkomst ook zouden worden toegewezen. De ontruiming werd bepaald op zeven dagen na betekening van het vonnis. De vordering tot betaling van de huurtermijnen over de maanden van mei tot en met september 2016 werd eveneens toegewezen, met een totaalbedrag van Afl. 8.652,00. De gedaagde werd ook veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de kant van AVR werden begroot op Afl. 750,00 aan griffierecht, Afl. 230,80 aan explootkosten en Afl. 1.000,00 aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis werd uitgesproken op 5 oktober 2016, en de veroordelingen werden uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 5 oktober 2016
Behorend bij K.G. 2162 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
AVR HOSPITALITY MANAGEMENT & REAL ESTATE N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: AVR,
gemachtigde: advocaat mr. M.G.A. Baiz,
tegen:
Gedaagde,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Gedaagde,
procederend in persoon, bijgestaan door haar werkgever, de [werkgever].

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 2 september 2016;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 22 september 2016.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.HET GESCHIL EN DE BEOORDELING DAARVAN

2.1
Tussen partijen bestaat een huurovereenkomst met betrekking tot de woning aan de [adres] te Oranjestad, vanaf 6 mei 2016 tegen een huurprijs van Afl. 1.800,00 per maand.
2.2
Gedaagde heeft het gehuurde daadwerkelijk betrokken, maar heeft geen van de verschuldigde huurtermijnen voldaan en evenmin de overeengekomen waarborgsommen betaald.
2.3
Gedaagde heeft het bestaan van de huurovereenkomst en de huurachterstand niet betwist. Zij voert als verklaring aan dat zij sedert december 2015 zonder salaris zit. Zij leeft van bijdragen van familie en vrienden.
2.4
Hoewel het Gerecht begrijpt dat de situatie van Gedaagde schrijnend is, kan dit niet leiden tot afwijzing van de vordering. In de maanden voorafgaande aan de zitting heeft Gedaagde meermalen de gelegenheid gehad om met AVR een regeling te treffen, maar zij is daartoe kennelijk niet in staat gebleken. Van AVR kan niet gevergd worden het risico van betalingsonmacht op zich te nemen.
2.5
De gevorderde ontruiming zal worden toegewezen omdat te verwachten is dat in een bodemprocedure deze vordering en de ontbinding van de huurovereenkomst zal worden toegewezen. De ontruiming zal worden bepaald op 7 dagen na betekening van het vonnis. De gevorderde dwangsom wordt afgewezen, nu AVR zelf de ontruiming met behulp van de deurwaarder kan doen bewerkstelligen.
2.6
De verschuldigde huurtermijnen over de maanden 6 mei 2016 tot en met september 2016 zijn eveneens toewijsbaar. Het Gerecht zal, in verband met de ingangsdatum van de huur (6 mei 2016) de maand mei voorlopig vaststellen op Afl. 1.452,00. Het toe te wijzen bedrag komt hiermee op Afl. 8.652,00. De vordering tot betaling van de borgsommen wordt afgewezen, nu de verschuldigdheid daarvan niet voldoende vaststaat.
2.7
Gedaagde zal in de kosten van het geding worden veroordeeld.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
veroordeelt Gedaagde om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te Oranjestad te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken tenzij deze zaken van AVR zijn, en de sleutels af te geven aan AVR.
veroordeelt Gedaagde tot betaling aan AVR van een bedrag van Afl. 8.652,00 te vermeerderen met de wettelijke rente berekend vanaf de datum van opeisbaarheid van de huurtermijnen, steeds over het saldo van de dan openstaande hoofdsom tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt Gedaagde in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van AVR worden begroot op Afl. 750,00 aan griffierecht, Afl. 230,80 aan explootkosten en Afl. 1.000,00 aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 5 oktober 2016 in aanwezigheid van de griffier.