ECLI:NL:OGEAA:2016:662

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 oktober 2016
Publicatiedatum
10 oktober 2016
Zaaknummer
A.R. 994 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake schadevergoeding na bedrijfsongeval met aansprakelijkheid van Aruba Stevedoring Company N.V.

In deze zaak, die voorligt bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. G. de Hoogd, een schadevergoeding gaan vorderen van de naamloze vennootschap Aruba Stevedoring Company N.V. (Astec), vertegenwoordigd door advocaten mrs. G.M. Schwengle en C.A.P. Schröder. De vordering is het gevolg van een bedrijfsongeval dat eiser is overkomen, waarbij Astec eerder aansprakelijk was gesteld voor de schadelijke gevolgen van dit ongeval in een uitspraak van 24 april 2012. Eiser heeft diverse schadeposten opgevoerd, maar Astec heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering, onder andere door te wijzen op het ontbreken van causaal verband en eigen schuld van eiser.

Het Gerecht heeft behoefte aan verdere informatie van beide partijen en heeft besloten een comparitie te bevelen. Tijdens deze comparitie zal het Gerecht inlichtingen inwinnen over de huidige medische situatie van eiser, de omvang van de geleden schade en de noodzaak van eventueel aanvullend medisch onderzoek. Het Gerecht heeft ook aangegeven dat partijen tijdens de zitting werkafspraken kunnen maken en dat er ruimte is voor het noemen van deskundigen en het doen van voorstellen voor de vraagstelling.

De comparitie is gepland op donderdag 10 november 2016, waarbij partijen in persoon moeten verschijnen, of vertegenwoordigd door een gevolmachtigde die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is om een vaststellingsovereenkomst te sluiten. Het Gerecht houdt iedere verdere beslissing aan totdat de comparitie heeft plaatsgevonden.

Uitspraak

Vonnis van 5 oktober 2016
Behorend bij A.R. 994 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiser,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Eiser,
gemachtigde: advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
de naamloze vennootschap
ARUBA STEVEDORING COMPANY N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Astec,
gemachtigden: advocaten mrs. G.M. Schwengle en C.A.P.Schröder.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met producties;
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE BEOORDELING

2.1
Eiser is een bedrijfsongeval overkomen. Bij uitspraak van het Gerecht van 24 april 2012 (EJ nr. 593 van 2011) is Astec aansprakelijk geacht voor de daaruit voor Eiser voortvloeiende schadelijke gevolgen. Tegen deze uitspraak is geen rechtsmiddel aangewend.
2.2
Eiser vordert in onderhavig geschil de vergoeding van schade en voert daartoe diverse schadeposten op. Tegen het bestaan van causaal verband, toerekenbaarheid aan Astec en de omvang van de schade heeft Astec gemotiveerd verweer gevoerd. Voorts heeft zij nog een beroep gedaan op eigen schuld.
2.3
Het Gerecht heeft behoefte aan verdere informatie door partijen. Zo wenst hij met partijen te bespreken:
- de noodzaak van eventueel aanvullend medisch onderzoek en de aan de eventueel te benoemen deskundigen voor te leggen vragen;
- de huidige medische situatie van Eiser en die voor wat betreft zijn activiteiten en inkomsten;
- de omvang van de inmiddels geleden schade, afgezet tegen de eventueel door Astec reeds verstrekte voorschotten.
Voorts wenst het Gerecht met partijen afspraken te maken voor het verder stroomlijnen van de procedure.
2.4
Het gerecht zal een comparitie bevelen om inlichtingen over de zaak in te winnen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden. De zitting zal ook gebruikt worden voor het maken van werkafspraken. In het bijzonder wijst het Gerecht partijen erop dat ter zitting namen van eventuele deskundigen kunnen worden genoemd, alsook voorstellen worden gedaan voor de vraagstelling. Van Eiser wenst het Gerecht de recente en relevante medische informatie te ontvangen.
2.5
Het gerecht wijst erop dat hij op grond van art. 177 lid 3 Rv, uit de afgelegde verklaringen, uit het niet-verschijnen, uit een weigering om te antwoorden, dan wel uit een weigering om boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of voorwerpen over te leggen zonder dat een gewichtige reden die weigering rechtvaardigt, de gevolgtrekking kan maken, die hij geraden acht.
2.6
De partij die zich ter comparitie op bescheiden wil beroepen, dient die stukken, in afwijking van het bepaalde in artikel 12 Procesreglement, uiterlijk één week vóór de comparitie in fotokopie aan zijn wederpartij en aan de griffier van het gerecht over te leggen.
2.7
De partij die is verhinderd om op de hierna te bepalen datum en tijdstip te verschijnen, dient, in afwijking van het bepaalde in artikel 15 Procesreglement, binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis per brief aan de rechter ten overstaan van wie zal worden gecompareerd onder opgave van redenen een verzoek om uitstel in te dienen. Bij het verzoek om uitstel dienen tevens de verhinderdata te worden opgegeven van alle partijen en hun gemachtigden gedurende de drie maanden na onderstaande dagbepaling. Indien niet binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis om uitstel is verzocht, zal nog slechts uitstel worden verleend in geval van overmacht. In dat geval moet de partij die wegens overmacht is verhinderd te verschijnen, onmiddellijk na het intreden van die overmacht per brief aan ondergetekende rechter een verzoek om uitstel doen.
2.8
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE BESLISSING

Het Gerecht:
beveelt een verschijning van partijen (comparitie), bijgestaan door hun gemachtigden, voor het geven van inlichtingen en om te bespreken of het geschil op een andere manier kan worden opgelost dan door voort te procederen, op de terechtzitting van mr. J. Sap in het gerechtsgebouw aan de J.G. Emanstraat 51 te Oranjestad, Aruba op
donderdag 10 november 2016 om 14.00 uur tot (circa) 15.30 uur.
bepaalt dat de partijen dan in persoon, rechtspersonen vertegenwoordigd door een statutaire directeur of een gevolmachtigde die inhoudelijk van de zaak op de hoogte is en die volledig bevoegd is om een vaststellingsovereenkomst te sluiten, aanwezig moeten zijn,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 5 oktober 2016 in aanwezigheid van de griffier.