ECLI:NL:OGEAA:2016:661

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 oktober 2016
Publicatiedatum
10 oktober 2016
Zaaknummer
A.R. 595 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over geldlening tussen een lid en de Aruba Taekwondo Bond met betrekking tot terugbetaling en zorgvuldigheidsverplichting

In deze civiele procedure vordert Eiseres, voormalig voorzitter van de Aruba Taekwondo Bond, betaling van een bedrag van Afl. 26.211,53 van de Bond, dat zij in 2014 en 2015 heeft voorgeschoten voor activiteiten van de Bond. Eiseres stelt dat de Bond gehouden is dit bedrag terug te betalen, aangezien zij geen voorwaarden heeft gesteld aan de lening. De Bond heeft slechts een deel van het bedrag terugbetaald en voert verweer door te stellen dat Eiseres zich moet wenden tot de Subsidie Commissie voor verdere financiering en dat zij de interne procedures niet heeft nageleefd.

Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba oordeelt dat de Bond de lening zonder voorwaarden heeft geaccepteerd en dat de interne besluitvorming van de Bond niet correct is gevolgd. De Bond heeft nagelaten het geleende bedrag terug te betalen, ondanks dat er geen goedgekeurd jaarverslag is over de jaren waarin de gelden zijn voorgeschoten. Het Gerecht wijst de vordering van Eiseres toe en veroordeelt de Bond tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De Bond wordt ook veroordeeld in de proceskosten, aangezien zij in het ongelijk is gesteld.

De uitspraak benadrukt de zorgvuldigheidsverplichting van de Bond jegens haar leden en de noodzaak om interne procedures correct te volgen bij het aangaan van financiële verplichtingen. Het vonnis is uitgesproken op 5 oktober 2016.

Uitspraak

Vonnis van 5 oktober 2016
Behorend bij A.R. 595 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiseres,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Eiseres,
gemachtigde: advocaat mr. E.H.J. Martis,
tegen:
de vereniging met rechtspersoonlijkheid
ARUBA TAEKWONDO BOND,
te Aruba,
hierna ook te noemen: de Bond,
gemachtigde: de heer [gemachtigde].

1.HET VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 8 juni 2016;
- de producties die door Eiseres, respectievelijk de Bond zijn overgelegd ter zitting van 25 augustus 2016;
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen op 25 augustus 2016.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Eiseres is in het jaar 2014 voorzitter geweest van de Bond. In de jaren 2014 en 2015 heeft zij voor activiteiten van de Bond uit eigen middelen geld voorgeschoten om deze activiteiten doorgang te laten vinden. Deze gelden zijn ook door de Bond gebruikt.
2.2
Uit het financiële jaarverslag over 2014 blijkt dat Eiseres over dat jaar een bedrag van Afl. 41.208,00 ten behoeve van de Bond beschikbaar heeft gesteld. Blijkens haar, door de Bond niet betwiste, opgave over 2015 ging het over dat jaar om een bedrag van
Afl. 1.253,53.
2.3
De Bond kan voor haar activiteiten een subsidie aanvragen bij de Subsidie Commissie van Aruba. Deze subsidie-aanvraag moet aan een aantal voorwaarden voldoen om te kunnen worden toegewezen. Ten aanzien van een aantal activiteiten is de subsidie-aanvraag van de Bond door de Commissie afgewezen.
2.4
De Bond heeft van het openstaande bedrag de somma van Afl. 16.250,00 aan Eiseres betaald.
2.5
Volgens de statuten van de Bond, dient het bestuur van de Bond jaarlijks een financieel jaarverslag op te maken en dat voor te leggen aan de Algemene Ledenvergadering. Er is niet ieder jaar een jaarverslag opgemaakt, dan wel is dat niet telkens aan de ledenvergadering aangeboden. Over het jaar 2014 is dit verslag er wel en dat is aangeboden aan de ledenvergadering.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiseres vordert – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van de Bond tot betaling van Afl. 26.211,53 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2015, en vermeerderd met 15% buitengerechtelijke kosten en met veroordeling van de Bond tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Eiseres grondt de vordering erop dat zij geld heeft geleend aan de Bond en dat die gehouden is haar terug te betalen.
3.3
De Bond voert hiertegen gemotiveerd verweer, met vordering – uitvoerbaar bij voorraad – tot veroordeling van Eiseres in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Vaststaat dat Eiseres gelden ter beschikking van de Bond heeft gesteld om te waarborgen dat de activiteiten van de Bond konden doorgaan. Op geen enkel moment heeft de Bond aan haar laten weten dat terugbetaling van het geld aan voorwaarden zou zijn gebonden. De Bond heeft slechts die gelden terugbetaald, waarvoor zij (nadien) een subsidie heeft gekregen. Voor zover die subsidie niet is ontvangen c.q. is geweigerd of niet aangevraagd, heeft de Bond nagelaten het door Eiseres geleende geld terug te betalen.
4.2
Als verweer tegen de vordering van Eiseres heeft de Bond aangevoerd dat:
- zij zich moet wenden tot de Subsidie Commissie, nu deze uiteindelijk beslist over de toe te kennen gelden;
- Eiseres de regeling in de statuten en het Huishoudelijk Reglement niet heeft nageleefd, door onder meer niet vooraf toestemming te vragen aan de ALV;
- er geen sprake is van een goedgekeurd jaarverslag
4.3
Deze verweren treffen geen doel. Hiertoe overweegt het Gerecht het volgende.
Allereerst moet een onderscheid worden gemaakt tussen de interne besluitvorming bij de Bond en het door haar (bestuur) aangaan van verplichtingen en de mogelijkheid van de Bond om voor bepaalde activiteiten een subsidie te verkrijgen. In dat laatste geval moet worden voldaan aan eisen van de subsidieverstrekker. Dat wil echter niet zeggen dat de Bond niet ook andere verplichtingen kan aangaan. Daarvan is hier sprake geweest.
4.4
Ten tweede stelt het Gerecht vast dat het bestuur - als rechtsgeldig vertegenwoordiger van de Bond de lening van Eiseres zonder voorwaarden heeft geaccepteerd. In de statuten is niet opgenomen dat hiervoor vooraf toestemming moet worden gevraagd aan de ALV, noch dat voor iedere uitgave die toestemming er moet zijn. Dat zou de Bond ook vleugellam maken. Wel dient het bestuur tegenover de ALV rekening en verantwoording af te leggen. Ter zitting is gebleken dat de interne procedures in de loop der jaren zeer matig worden gevolgd. Het volgens de Bond slechts ter informatie aangeboden jaarverslag over 2014 is nadien nooit ter goedkeuring aan de ALV aangeboden en hetzelfde geldt voor andere jaarverslagen. Het gaat onder deze omstandigheden niet aan om een lid - dat bereid is om activiteiten te bekostigen in het vertrouwen dat dat zal worden terugbetaald - met het incassorisico op te zadelen. Bovendien heeft de Bond de schuld als zodanig niet betwist. Zij beroept zich op louter formele argumenten, maar die had zij - zeker ten opzichte van een eigen lid - moeten hanteren bij het aangaan van de verplichting en niet pas bij het moment van terugbetaling. In zoverre rustte op de Bond een zorgvuldigheidsverplichting.
4.5
Het Gerecht zal dan ook het bedrag aan hoofdsom toewijzen zoals gevraagd. Ten aanzien van de buitengerechtelijke kosten zal het Gerecht thans aansluiten bij het sedert 1 augustus geldende Procesreglement en het bedrag voor deze wekzaamheden begroten op 1,5 punt van het liquidatietarief. Nu niet is gesteld of gebleken dat de buitengerechtelijke kosten reeds door Eiseres aan haar gemachtigde zijn betaald, zal de wettelijke rente over dat deel van de vordering worden afgewezen.
4.6
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt de Bond in de kosten veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
veroordeelt de Bond tot betaling aan Eiseres van een bedrag van Afl. 26.211,53, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2015 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt de Bond tot betaling van de buitengerechtelijke kosten die aan de zijde van Eiseres zijn gemaakt tot een bedrag van Afl. 1.875,00;
veroordeelt de Bond in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Eiseres worden begroot op Afl. 750,00 aan griffierecht, Afl. 193,09 aan explootkosten en Afl. 2.500,00 aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 5 oktober 2016 in aanwezigheid van de griffier.