ECLI:NL:OGEAA:2016:649
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij verkeersongeval met gedeelde schuld en schadevergoeding
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een verkeersongeval waarbij zowel de eiser als de gedaagden fouten hebben gemaakt. De eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Duijneveld, heeft schadevergoeding geëist van de naamloze vennootschap Fatum de Nederlanden van 1845 Schadeverzekering N.V. en een tweede gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.E. Offringa. De procedure heeft een lange voorgeschiedenis, met eerdere vonnissen en een comparitie van partijen die plaatsvond op 19 oktober 2015. De eiser is echter niet verschenen, wat leidde tot een verwijzing naar de rol voor vonnis. De uitspraak is meermaals uitgesteld vanwege schikkingsonderhandelingen, maar uiteindelijk hebben partijen verzocht om vonnis.
In de beoordeling van de zaak heeft de rechter zich verenigd met eerdere overwegingen uit een tussenvonnis van 11 februari 2015, waarin bewijsopdrachten met betrekking tot alcoholgebruik en het rijden zonder rijbewijs door de eiser zijn herzien. De rechter heeft geconcludeerd dat de gedaagden niet zijn geslaagd in het bewijs dat de eiser harder dan de toegestane snelheid heeft gereden. De getuigenverklaringen hebben geen nieuwe inzichten opgeleverd, en de rechter acht de verklaring van de eiser dat hij niet harder reed dan 55 km/u onwaarschijnlijk.
Daarnaast is er een percentage eigen schuld vastgesteld voor de eiser, omdat hij ten tijde van het ongeval geen helm droeg. De gedaagden zijn aansprakelijk voor de schade die de eiser heeft geleden, maar de rechter heeft bepaald dat de schadevergoeding rekening moet houden met de eigen schuld van de eiser. Uiteindelijk heeft de rechter de vordering van de eiser afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 14 september 2016 door mr. P.A.H. Lemaire.