In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 19 september 2016 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die beiden in Aruba wonen. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G.L. Griffith, verzocht om alleen belast te worden met het gezag over hun twee minderjarige kinderen, terwijl de man, vertegenwoordigd door mr. E.C.P.M. Kok, verzocht om gezamenlijk gezag te behouden. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 29 februari 2016, waarin de echtscheiding was uitgesproken en de Voogdijraad was verzocht om onderzoek te doen naar de sociale omstandigheden van de partijen en de kinderen.
De Voogdijraad concludeerde dat er geen risico was dat de kinderen klem of verloren zouden raken tussen de ouders en adviseerde om het gezamenlijk gezag te handhaven. Het gerecht oordeelde dat er onvoldoende feiten waren om het verzoek van de vrouw voor eenhoofdig gezag te honoreren. De kinderen zouden bij de vrouw blijven wonen, en de omgangsregeling met de man werd vastgesteld conform het voorstel van de Voogdijraad.
Daarnaast werd de kinderalimentatie vastgesteld op Afl. 475,- per kind per maand, en het verzoek van de vrouw om partneralimentatie werd afgewezen, omdat haar inkomen voldoende werd geacht om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. De beschikking werd gegeven door rechter mr. N.K. Engelbrecht.