In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, een werknemer, een verzoek ingediend tot loondoorbetaling door haar werkgever, [naam bedrijf]. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 11 april 2016 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift op 28 juni 2016. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 augustus 2016 waren zowel eiseres als haar gemachtigde aanwezig, evenals de directeur van [naam bedrijf] en diens gemachtigde.
Eiseres was vanaf 30 september 2015 in dienst van [naam bedrijf] voor schilderwerkzaamheden in hotel [naam hotel], met een afgesproken uurloon van Afl. 12,00. Er was een schriftelijke overeenkomst ondertekend, maar eiseres heeft haar werkzaamheden neergelegd op 12 december 2015, omdat haar loon niet was doorbetaald. Eiseres beroept zich op een opschortingsrecht en stelt dat het dienstverband niet is geëindigd, waardoor zij aanspraak maakt op loondoorbetaling tot het einde van het dienstverband.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat er een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd was, die eindigde op de dag dat het project in hotel [naam hotel] eindigde, namelijk op 12 december 2015. [naam bedrijf] heeft erkend dat zij loon verschuldigd was over de periode van 25 oktober 2015 tot 12 december 2015, wat resulteerde in een bedrag van Afl. 4.586,20 bruto. Het Gerecht heeft dit bedrag toegewezen en de proceskosten gecompenseerd. De beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch op 20 september 2016.