ECLI:NL:OGEAA:2016:606

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 september 2016
Publicatiedatum
22 september 2016
Zaaknummer
A.R. 442 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van huwelijkse goederen na echtscheiding met betrekking tot de echtelijke woning en inboedel

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om de verdeling van de huwelijkse goederen na de echtscheiding van partijen, die op 20 december 2002 in algehele goederengemeenschap zijn gehuwd. De echtscheiding werd uitgesproken op 18 november 2013 en ingeschreven op 4 maart 2014. De man vordert de verdeling van de gemeenschap, waarbij hij de echtelijke woning en de hypothecaire lening aan zich toebedeeld wil krijgen. De vrouw betwist de waarde van de woning en beroept zich op verknochtheid, aangezien de woning aan haar zou zijn toebedeeld bij een eerdere echtscheiding. De vrouw vordert in reconventie een deskundige te benoemen om de waarde van de woning vast te stellen en wenst de boedel aan te vullen met een credit card schuld en pensioenrechten van de man. Het gerecht heeft de zaak verwezen naar de rol voor bewijslevering, waarbij de vrouw de gelegenheid krijgt om bewijs te leveren van haar stelling dat de man geen aanspraak kan maken op de woning. De uitspraak houdt iedere verdere beslissing aan in afwachting van de bewijslevering.

Uitspraak

Vonnis van 7 september 2016
Behorend bij A.R. 442 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiser,
wonende te Aruba,
eiser, hierna ook te noemen: de man,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen:
Gedaagde,
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: de vrouw,
gemachtigde: mr. N.S, Gravenstijn.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens repliek in reconventie;
- akte uitlating producties in conventie, tevens conclusie van dupliek in reconventie,
- de akte uitlating producties.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen zijn op 20 december 2002 in algehele goederengemeenschap gehuwd.
2.2
Bij vonnis van 18 november 2013 is de echtscheiding uitgesproken, welk vonnis op 4 maart 2014 is ingeschreven in het register van de burgerlijke stand.
2.3 […]
heeft op 7 januari 2014 een taxatierapport opgemaakt van de echtelijke woning gelegen aan [perceel nummer]. De vrije marktwaarde is getaxeerd op
Afl. 412.000,00.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in conventie
3.1
De man vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
primair de verdeling te gelasten zoals voorgesteld in voorstel 1 van het inleidende verzoekschrift en (naar het gerecht begrijpt) een gebruikersvergoeding vast te stellen van 6% over de vrije marktwaarde, zijnde Afl. 2.060,00 per maand;
subsidiair de verdeling zelf vast te stellen en te bepalen ingeval de vrouw weigert mee te werken, dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte dan wel dat deze uitspraak in de plaats komt van eventuele noodzakelijke akten.
3.2
Aan deze vordering legt de man samengevat het volgende ten grondslag.
De huwelijkse goederen gemeenschap omvat de navolgende goederen:
Activa
A. de woning te [perceel nummer], hierna de echtelijke woning, met een vrije verkoopwaarde van Afl. 412.000,00;
B. de inboedel van de echtelijke woning pm;
C. een [merk model], bouwjaar 2010 ad Afl. 27.000,00;
D. een eventuele belastingteruggave pm.
Passiva
A. de hypothecaire lening bij […], saldo per 4 maart 2014 Afl. 278.253,18
B. de autolening […] saldo per 4 maart 2014 Afl. 50.433,78;
C. een studieschuld ad Afl. 18.228,99;
D. de credit card schuld ad Afl. 4.130,00;
E. erfpacht ad Afl. 468,00 per jaar;
F. grondbelasting ad Afl. 519,00 per jaar.
De man wil de echtelijke woning en de hypothecaire geldlening toebedeeld krijgen tegen de marktwaarde, toedeling van de auto aan de vrouw alsmede de autolening. De man is voorts bereid de lasten C. tot en met F. op zich te nemen en stelt voor de inboedel onderling te verdelen. Voor het geval dit wordt afgewezen stelt de man voor om de echtelijke woning aan de vrouw toe te bedelen evenals alle lasten.
3.3
De vrouw voert hiertegen - kort weergegeven - het volgende verweer.
De vrouw beroept zich op verknochtheid ten aanzien van de echtelijke woning en de inboedel. Deze woning is aan haar toebedeeld bij de vorige echtscheiding en de man is bij haar ingetrokken. Ook betwist zij de taxatiewaarde. Het overige verweer komt bij de beoordeling aan de orde.
in reconventie
3.4
In reconventie vordert de vrouw een deskundige te benoemen, die de waarde van de woning bindend vast stelt. Voorts wenst zij de boedel aan te vullen met een credit card schuld bij […] van Afl. 4.000,00, de pensioenrechten van de man en de waarde van de door de man verkochte pick-up [model]. Tot slot doet de vrouw bij voorbaat een beroep op het bepaalde in artikel 3:185 lid 3 BWA.
3.5
Het door de man gevoerde verweer komt zo nodig bij de beoordeling aan de orde.

4.DE BEOORDELING

in conventie en reconventie
4.1
Voorop wordt gesteld dat de peildatum van
de omvangvan de te verdelen gemeenschap de datum van ontbinding van de gemeenschap is, zijnde 4 maart 2014. Dit betekent dat inkomsten, aflossingen en stortingen gedaan vóór deze datum worden geacht te zijn ontvangen ten bate of te zijn gedaan ten laste van de gemeenschap. Bij het vaststellen van de peildatum voor
de waardevan de tot de huwelijksgemeenschap behorende goederen geldt als hoofdregel de waarde ten tijde van de (feitelijke) verdeling. Dit is slechts anders indien partijen een andere datum zijn overeengekomen of als op grond van de redelijkheid en billijkheid een andere datum moet gelden. Indien niet is gesteld of gebleken dat partijen een andere datum zijn overeengekomen, dan wel dat op grond van de redelijkheid en billijkheid een andere datum moet gelden, zal het gerecht de waarde op het tijdstip van de (feitelijke) verdeling hanteren.
4.2
Beide partijen hebben er belang bij om niet langer in een onverdeelde huwelijkse goederengemeenschap te blijven. In het onderstaande worden de te verdelen activa en passiva separaat beoordeeld.
4.3.
De echtelijke woning, de hypothecaire schuld, de eigenaarslasten en de gebruikersvergoeding.
4.3.1
Zowel de man als de vrouw wensen toedeling van de echtelijke woning.
De vrouw beroept zich ten aanzien van de echtelijke woning primair op verknochtheid. De vrouw stelt dat deze woning aan haar is toebedeeld bij haar vorige echtscheiding en de man is later bij haar ingetrokken. Wat hier verder ook van zij, dit enkele feit leidt niet tot de conclusie dat er sprake is van verknochtheid. Indien de vrouw had gewild dat de woning buiten de gemeenschap diende te blijven, had zij huwelijkse voorwaarden kunnen laten opmaken.
4.3.2
De vrouw stelt voorts dat partijen afgesproken hebben dat bij een mogelijke breuk tussen haar en de man, de man nimmer enige aanspraak op de woning zou doen gelden. De redenatie hierbij was - aldus de vrouw - dat, indien de man elders een woning gehuurd zou hebben, hij die woning ook nimmer in eigendom had kunnen verwerven, zodat hij de woning waar de vrouw en haar kinderen in woonden, evenmin tot zijn eigendom zou kunnen beschouwen. Nu de man deze overeenkomst betwist en de vrouw bewijs heeft aangeboden, zal zij worden toegelaten dit bij te brengen. Indien de vrouw slaagt in het bewijs van deze stelling, zal de woning zonder verrekening van de overwaarde aan haar worden toebedeeld.
In het geval de vrouw niet slaagt in het bewijs van haar stelling, wordt de woning ook aan de vrouw toebedeeld, nu zij na de echtscheiding met haar eigen kinderen alsmede hun beider zoon in deze woning is blijven wonen en de man erin is geslaagd passende huisvesting te vinden. In dit geval zal een deskundige benoemd moeten worden die de echtelijke woning zal dienen te taxeren, nu het door de man overgelegde taxatierapport gedateerd en door de vrouw betwist is. Partijen krijgen zo nodig gelegenheid om zich uit te laten over de persoon van de deskundige en de te stellen vragen. De zaak wordt eerst verwezen naar de rol voor akte uitlating bewijsopdracht.
4.3.3
De hypothecaire geldlening zal - ongeacht de uitkomst van de bewijsopdracht - aan de vrouw worden toebedeeld. Indien de vrouw niet slaagt in de bewijsopdracht, zal zij een actueel overzicht van de resterende hypothecaire geldlening dienen over te leggen, teneinde de (eventuele) overwaarde te kunnen berekenen. Tevens dient de vrouw schriftelijke bewijsstukken (bijvoorbeeld bankafschriften) van de door haar gedane aflossingen sedert de peildatum 4 maart 2014 over te leggen. Het door haar zelf opgestelde overzicht (productie 3 bij conclusie van dupliek in conventie/repliek in reconventie) kan niet aangemerkt worden als een deugdelijk bewijs van betaling. De man heeft daarentegen onweersproken gesteld dat hij in de periode 4 maart 2014 tot en met september 2015 een bedrag ad Afl. 51.131,93 heeft betaald. Voorts dienen partijen afschriften over te leggen van de door ieder van hen na 4 maart 2014 tot op heden betaalde eigenaarslasten (belastingen, verzekeringen en rente- en hypothecaire aflossingen etc), zodat die te zijner tijd en zo nodig verrekend kunnen worden.
4.3.4
De man heeft verzocht een redelijke gebruikersvergoeding vast te stellen. Of de vrouw een gebruikersvergoeding verschuldigd is hangt af van de uitkomst van de bewijsopdracht. Immers, indien de vrouw slaagt in het bewijs van haar stelling dat de man afstand heeft gedaan van de woning en de eventuele overwaarde, heeft hij geen recht op een gebruikersvergoeding. Wel dient de vrouw dan vanaf de peildatum de helft van de door hem betaalde eigenaarslasten te vergoeden. Deze beslissing wordt derhalve aangehouden tot na de bewijslevering.
4.4
De inboedel
De vrouw stelt dat er tevens sprake is van verknochtheid met de inboedel, nu deze reeds aanwezig was op het moment dat de man bij haar introk. Afgezien van het feit dat dit niet leidt tot het buiten de gemeenschap laten van de inboedel wegens verknochtheid, zijn partijen ook bijna 11 jaar gehuwd geweest. Het is gebruikelijk dat gedurende het huwelijk goederen worden aangeschaft ten behoeve van de gemeenschappelijke huishouding. In dit licht acht het gerecht het voorstel van de man om de inboedel onderling te verdelen dan ook alleszins redelijk. Het gerecht gaat ervan uit dat de vrouw bereid zal zijn om samen met de man - al dan niet onder begeleiding van de raadslieden - de inboedel naar redelijkheid te verdelen cq afspraken te maken over de te verdelen waarde. Indien partijen hier niet in slagen zal de inboedel door een deskundige getaxeerd en de goederen toebedeeld moeten worden, onder de verplichting om over en weer de helft van de waarde te vergoeden.
4.5
De [merk model], bouwjaar 2010
Partijen zijn het erover eens dat deze auto aan de vrouw dient te worden toebedeeld. Partijen verschillen wel van mening over de waarde. Feit is dat tegenover de waarde van deze auto een geldlening staat van ruim Afl. 50.000,00, die de door de man geschatte waarde ruimschoots overtreft. Het ligt in de reden om bij toedeling van de auto aan de vrouw, de hierbij behorende geldlening ook aan haar toe te delen. Niet uit te sluiten is dat in dat geval de vrouw ten aanzien van deze auto onderbedeeld wordt. Partijen zullen zich op dit punt te zijner tijd nader mogen uitlaten.
4.6
Pick-up [merk model] en [merk model]
De vrouw stelt dat de man deze pick-up heeft verkocht en dat de opbrengst verdeeld dient te worden. De man stelt dat hij deze pick-up tijdens het huwelijk heeft verkocht, net zoals de vrouw haar [merk model]. Nu de vrouw dit verder niet heeft weersproken, wordt ervan uitgegaan dat de opbrengsten van beide auto’s geacht in de huwelijkse goederengemeenschap zijn gevallen en ten goede is gekomen aan de huwelijkse goederen gemeenschap.
4.7
De studielening van de man
Deze lening maakt evenals andere schulden deel uit van de huwelijkse goederengemeenschap en komt derhalve voor verdeling in aanmerking. Nu de lening is aangegaan ten behoeve van de man, wordt deze aan de man toebedeeld, onder de voorwaarde dat de vrouw de helft zal dienen te betalen. De man dient te zijner tijd een actueel overzicht over te leggen van de resterende studieschuld op of rond de peildatum.
4.8
Banksaldi en creditcardstanden
De banksaldi en/of openstaande creditcardsaldi op de peildatum 4 maart 2014 dienen te worden verdeeld. De meest gerede partij dient afschriften te overleggen van de bankrekeningen en/of creditcardoverzichten op of rond de peildatum teneinde de te verdelen saldi en/of openstaande bedragen vast te stellen en te verdelen.
4.9
Pensioenaanspraken
Beide partijen dienen opgave te doen van de door hen tijdens het huwelijk opgebouwde pensioenrechten. Zij dienen deze op te vragen bij hun pensioenverzekeraar(s) en in het geding te brengen.
4.1
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden in afwachting van de uitkomst van de bewijsopdracht.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
stelt de vrouw in de gelegenheid bewijs bij te brengen van haar stelling dat tussen haar en de man is overeengekomen dat de man in geval van een breuk tussen hen, geen aanspraak zal maken op de echtelijke woning of de helft van de overwaarde;
5.2
verwijst de zaak naar de rol van
woensdag 5 oktober 2016voor akte uitlating bewijsopdracht aan de zijde van de vrouw;
5.3
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 september 2016 in aanwezigheid van de griffier.