In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.O. Lopez, Gedaagde aangeklaagd voor betaling van een bedrag van Afl. 3.175,-. De vordering is gebaseerd op een ondertekende verklaring van Gedaagde waarin hij zijn schuld erkent. De procedure begon met een verzoekschrift op 17 augustus 2015, gevolgd door een verweerschrift op 20 januari 2016 en een conclusie van repliek op 6 april 2016. Gedaagde heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een conclusie van dupliek in te dienen, wat leidde tot de uitspraak op 7 september 2016.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Gedaagde heeft op 15 januari 2010 een auto van Eiser geleend en is op 16 januari 2010 in een ongeluk betrokken geraakt, waarbij hij de controle over de auto verloor. Gedaagde heeft een verklaring ondertekend waarin hij zich verbindt tot betaling van Afl. 3.175,-, inclusief bijkomende kosten. Eiser vordert nu betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
Gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat hij de auto zou krijgen en altijd bereid was de schade te vergoeden. De rechter oordeelt dat Gedaagde zich heeft verbonden tot betaling van de hoofdsom en dat zijn verweer onvoldoende onderbouwd is. De rechter wijst de vordering van Eiser toe, maar wijst de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten af, omdat Eiser deze niet voldoende heeft onderbouwd. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten van Eiser, die zijn begroot op Afl. 50,- aan griffierecht en Afl. 500,- aan salaris van de gemachtigde.